In 1602 werd de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht. De VOC kreeg van de Staten-Generaal het monopolie om handel te drijven in Azië. Omdat de VOC ook gevestigd was in de landen waarmee werd gehandeld, wordt de VOC ook wel de eerste multinational ter wereld genoemd. In deze tijd bestond het huidige Zuid-Holland nog niet. Zuid en Noord-Holland vormden nog samen de provincie Holland. Wel speelden steden uit het huidige Zuid-Holland een rol binnen de VOC. Wat was de rol van de VOC in deze plaatsen en wat is daar nu nog van te zien?
De oprichting van de VOC
De Staten-Generaal besloten tot oprichting van de VOC, omdat eerdere voorcompagnieën die handel voerden in Azië tot dan toe meer bezig waren met het beconcurreren van elkaar dan van buitenlandse compagnieën, zoals de Engelse East India Company.
Door deze bundeling van krachten groeide de VOC uit tot het grootste handelsbedrijf ter wereld op dat moment. De onderneming dreef handel met verschillende Aziatische landen als Oost-Indië (Zuid- en Zuidoost-Azië), Ceylon (Sri Lanka) en verhandelde de meest uiteenlopende producten, zoals specerijen, textiel, koffie en porselein. De VOC deed echter meer dan alleen handel drijven. Het was door de Staten-Generaal gemachtigd om Nederlandse handelsposten te vestigen, voor de Republiek overzeese gebieden te koloniseren en oorlog te voeren.
Geweld en slavernij
De VOC sloot handelscontracten met de lokale bevolkingen. Dit gebeurde niet altijd zonder geweld. Het was geen uitzondering dat er slachtoffers werden gemaakt wanneer er geen contract kon worden afgedwongen. Dit gebeurde bijvoorbeeld tijdens de genocide op de Banda-eilanden. De VOC probeerde een monopolie over de handel in nootmuskaat te krijgen. De Bandanezen lieten dat niet zomaar toe. De VOC vermoordde uiteindelijk tijdens een strafexpeditie onder leiding van J.P. Coen een groot deel van de bevolking van Banda, ook worden er mensen tot slaaf gemaakt en afgevoerd naar Batavia.
Ook was de VOC betrokken bij de slavenhandel en slavernij. Het slavernijverleden van Nederland wordt met name in verband gebracht met de West-Indische Compagnie (WIC). Maar ook de VOC had hier een groot aandeel in. Tot in de achttiende eeuw was het Nederlandse aandeel in de slavenhandel en slavernij in Azië zelfs omvangrijker dan dat in de Atlantische gebieden.
Wil je meer weten over de sporen van het slavernijverleden in Rotterdam? Lees dan dit verhaal.
De kamers van Rotterdam en Delft
In de zes steden waar voorcompagnieën waren gevestigd (Amsterdam, Rotterdam, Delft, Hoorn, Enkhuizen en Middelburg) kwamen ‘kamers’ (bestuursafdelingen) van de VOC. Deze steden hadden het recht om van het gezamenlijke kapitaal van ruim 6,4 miljoen gulden tochten te maken naar Indië. De vertegenwoordigers van deze kamers, die vanwege de zeventien afgevaardigden de vergadering der Heeren XVII werd genoemd, zorgden ervoor dat de belangen van de kooplieden uit hun stad werden behartigd. Bewindhebbers van de VOC-kamers kwamen veelal uit de bovenste lagen van de bevolking en speelden ook vaak een grote rol in het stadsbestuur. De VOC had hierdoor ook grote invloed op het functioneren van de steden.
Binnen de VOC had de kamer van Amsterdam de meeste macht. Aangezien de stad verantwoordelijk was voor de helft van het beginkapitaal, had het maar liefst acht vertegenwoordigers in de Heeren XVII. Het aandeel van de Zuid-Hollandse steden was veel kleiner: elk hadden ze één afgevaardigde. Afwisselend met de andere kleinere kamers Enkhuizen en Hoorn, leverden Delft en Rotterdam ook nog een tweede afgevaardigde. Ondanks dat er vanuit de kamers in Rotterdam en Delft minder afgevaardigden aansloten bij de Heeren XVII, mogen we hun belang niet onderschatten. Zo zijn er vanuit Delft 111 handelsmissies vertrokken en werden er in de Rotterdamse stadswerven (aan de Scheepmakershaven en de Oostzeedijk) meer dan honderd schepen gebouwd. Beide steden profiteerden van de activiteiten van de VOC: er verrezen pakhuizen, werven en havens en de welvaart nam toe.
In Rotterdam was de kamer gevestigd in het Oost-Indisch huis aan de Boompjes dat aan het eind van de zeventiende eeuw werd gebouwd. Hier vergaderden de lokale bewindhebbers en werden veilingen gehouden. Het gebouw werd in 1940 tijdens het bombardement verwoest. Van het statige pand zijn nog slechts kleine delen bewaard gebleven, waaronder de gevelsteen met het logo van de kamer van Rotterdam.
Het gebouw waar de kamer van Delft was gehuisvest is wel bewaard gebleven en te vinden aan de Oude Delft op nummer 39. Ook het aan de overkant gelegen Oost-Indisch pakhuis is er nog. Ook in het Rotterdamse Delfshaven zijn nog sporen te vinden van de Delftse kamer. Hoewel Delfshaven nu bij Rotterdam hoort, was het in de zeventiende eeuw nog onderdeel van Delft. We vinden er het zeepakhuis en ook de compagnieswerf van de Delftse VOC kamer. Hier werden schepen voor de overzeese handel gebouwd. In het zeepakhuis werd het materiaal voor de bouw van de schepen opgeslagen.
De VOC in Hellevoetsluis
Delft en Rotterdam zijn niet de enige Zuid-Hollandse plaatsen waar de VOC een rol speelde. De kamers van Delft en Rotterdam maakten veel gebruik van de haven van Hellevoetsluis. Resten van het VOC-verleden in de vestingstad zijn er niet meer. Wel staat er een kunstwerk aan de haven met een gedicht dat herinnert aan de periode.
(1602 – 1799)
VOC
ZET DE ZEILEN,
DE WIND IS OOST,
HIEUW HET ANKER AAN
HET SPIL, WE VAREN
NAAR OOST-INJE HEEN.
ALS JE DAN WEERKOMT
OP DEZE REE
MET PEPER, FOELIE EN
MUSKAAT EN HEEREN
VAN ZES WEKEN
WORDT, NEEM DAN EEN
APIE VOOR ME MEE.
Het kunstwerk is onderdeel van een reeks messing kunstwerken die bladzijden uit de geschiedenis van Hellevoetsluis vormen. De kunstwerken staan op plaatsen die belangrijk waren in het verleden van de vestingstad. Op de plaats van dit kunstwerk stond in de zeventiende eeuw een houten paal met een lantaarn erop. Door het licht van de lantaarn konden de grote VOC-schepen ’s nachts de kust vinden.
In de haven van Hellevoetsluis werden de VOC-schepen geladen en gelost. Goederen werden vervolgens met kleinere schepen naar Rotterdam en Delft gebracht. Ook in Hellevoetsluis zorgde de VOC voor veel bedrijvigheid. Veel inwoners van het stadje vonden werk bij de handelsmaatschappij of profiteerden indirect van de ontstane bedrijvigheid. Toen een schout in 1780 een lijst moest opstellen met mannen die zich bij de burgerwacht konden voegen, bleek dat nog lastig omdat er zoveel Hellevoetse mannen in dienst waren bij de VOC.
Invloed van de VOC
Hoewel niet alle resten van de VOC in de Zuid-Hollandse plaatsen nog even zichtbaar zijn, was de invloed van de handelsmaatschappij op de steden in de zeventiende eeuw groot. De leden van de VOC-kamers in Rotterdam en in Delft waren ook vaak betrokken bij het stadsbestuur en veel inwoners waren werkzaam bij of voor de VOC. Ook andere stedelingen konden profiteren van de bedrijvigheid rondom de VOC. De buitenlandse producten brachten bijvoorbeeld ook nieuwe ambachten met zich mee. In Delft werd Chinees aardewerk nagemaakt tot het inmiddels wereldberoemde Delfts blauw.
Ook op minder voor de hand liggende vlakken was de invloed van de VOC merkbaar. Zo had de handelsmaatschappij ook een vinger in de pap in de plaatselijke kerk. De kerk in Hellevoetsluis ontving op verschillende manieren steun van de VOC. Tot in de negentiende eeuw bevonden zich in de kerk gebrandschilderde ramen die waren geschonken door de VOC en Hellevoetse predikanten kregen een jaarsalaris van 300 gulden voor de preken die zij gaven op VOC-schepen wanneer die in de haven lagen. Ook had de kamer van Rotterdam een band met het weeshuis in de stad. Dit ging verder dan enkel financiële steun. Veel weesjongens kwamen in dienst van de VOC.
Geen volledige geschiedenis
Het verhaal van de VOC is een omvangrijke geschiedenis met positieve, maar zeker ook veel negatieve kanten. In dit stuk worden slechts enkele delen van deze geschiedenis uitgelicht. Wil je meer weten over de VOC in het algemeen of in de Zuid-Hollandse steden of over de rol van de VOC in het slavernijverleden? Bekijk dan vooral de onderstaande lijst met gebruikte literatuur en leestips.
Links, literatuur en leestips
-
Gids Slavernijverleden Nederland (2019). Dienke Hondius, Nancy Jouwe, Dineke Stam en Jennifer Tosch, LM Publishers.
-
Informatie over het Oostindisch huis en de VOC en WIC in Rotterdam, Stadsarchief Rotterdam
-
Kleurrijke tragiek: de geschiedenis van slavernij in Azië onder de VOC (2015). Matthias van Rossum, Uitgeverij Verloren, Hilversum.
Plaats een reactie
Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?
Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.
Ontvang de laatste verhalen in je mailbox
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!
10 reacties
interessant, maar had meer info op gemogen
Ik kan er niet heel veel op vinden, maar de site ziet er mooi uit
Er is niet heel veel informatie, maar het feit dat er onderaan links stonden heeft me wel geholpen
Beste allemaal, Dank voor jullie reacties, we zijn bezig met het uitbreiden van deze pagina, dus binnenkort meer informatie!
Dit was opzich wel handig voor school en het ziet er mooi uit, maar miss iets meer info zou wel handig geweest zijn en iets over de slavenhandel.
goed maar meer info
ik heb er wel wat info uit kunnen halen voor mijn presentatie maar mag wel wat meer info worden
Het artikel is inmiddels aangepast, er is nu veel meer informatie te vinden, en ook de schaduwkant van deze geschiedenis wordt nu benoemd. We hopen dat jullie hier wat aan hebben.
wanneer is dit artikel geschreven en door wie
ik zit dit te lezen vanuit het senaat. Erg interressant allemaal. Ik denk wel dat er meer informatie kan verteld worden. Groeten vanuit Rome!