Op veel kastelen en buitenplaatsen kon een kaatsbaan niet ontbreken en ook op het Haagse Binnenhof werd deze sport, die nu bekend staat als Real tennis, fanatiek gespeeld. Lees meer over deze bijzondere sport, die nog steeds wordt beoefend.
Voorloper van tennis
Kaatsen? Veel mensen denken dan aan het balspel dat heden ten dage nog in Friesland wordt gespeeld of aan de uitdrukking 'wie kaatst kan de bal verwachten'. Anderen denken aan de Eed op de Kaatsbaan van Versailles, een belangrijke gebeurtenis aan het begin van de Franse Revolutie.
Dat het kaatsen de voorloper is van racketsporten, tennis in het bijzonder, is slechts weinigen bekend. Dat geldt ook voor het gegeven dat het oude tennisspel op overdekte banen nog steeds wordt beoefend onder de naam 'real tennis’'. De leden van de Nederlandse Real Tennis Bond (NRTB) zijn bij gebrek aan een baan in ons land, aangewezen op Engeland om hun nationale kampioenschap te betwisten. Dit gebeurt jaarlijks op de real tennisbaan van Radley College, een kostschool vlakbij Oxford.
Een van de doelen van de NRTB is een real tennisbaan in ons land te realiseren, bij voorkeur in de provincie Zuid-Holland, waar van oudsher de meeste kaatsbanen lagen. Een ander doel is het stimuleren van de real tennissport en het behalen van een internationaal spelniveau. Dit laatste streven is onlangs verwezenlijkt: nationaal kampioene Saskia Bollerman behoort tot de top vijf in de wereld. Dit heeft zij klaargespeeld zonder een baan in Nederland. Saskia speelt binnenkort de Australian Open, in de hoop haar rangschikking nog wat verder op te krikken.
Kaatsen op het Binnenhof
De eerste kaatsbanen, van de ruim 250 die ons land gekend heeft, lagen bij kastelen van de Nederlandse adel. Albrecht van Beieren, Graaf van Holland, kan worden bestempeld als de eerste tennisser. Hij liet rond 1375 een overdekt ‘caetspil’ aanleggen bij zijn jachtslot Teylingen, niet ver van Leiden. Geen spoor is er van overgebleven, het kasteel is nog slechts een ruïne. Drie andere adellijke kaatsbanen hebben de tand des tijds wel overleefd: Huis ter Kleef in Haarlem, van Hendrik van Brederode, de baan op Kasteel Amerongen (nu omgetoverd tot ruimte voor feesten en huwelijksrecepties) en de baan van Huis Bergh, in het Gelderse ’s Heerenberg. Dit gebouw is na de Tweede Wereldoorlog getransformeerd in vijf woningen. Op het Binnenhof in Den Haag is nog een gedenksteen zichtbaar op de plek waar de ‘Caetsbaen’ van Willem van Oranje lag, net achter de Ridderzaal. Deze laatste zaal werd trouwens door de al genoemde Albrecht van Beieren gebruikt als kaatsbaan. Dat is af te lezen uit een grafelijke rekening waarin sprake is van het aanleggen van een schuin dakje langs de baan, hierlangs werd de bal naar de tegenstander geserveerd. De oorsprong van de uitdrukking ‘het gaat van een leien dakje’ is hieraan gerelateerd.
Van maar liefst 33 kastelen is bekend dat ze over een kaatsbaan beschikten. De Prinsen van Oranje bezaten banen bij hun favoriete residenties, de bekendste die van het Kasteel Breda en de kaatsbaan bij het Paleis in Honselersdijk. Vrijwel alle prinsen lieten zich zien op de eerder genoemde baan van het Binnenhof, maar dan wel als het weer het toestond. Deze baan was namelijk niet overdekt.
Gokken op de uitslag
Behalve in de stad lagen er ook opvallend veel kaatsbanen bij herbergen die als pleisterplaatsen dienden langs waterwegen. De herbergiers waren er zich maar al te goed van bewust dat een kaatsbaan een positieve invloed zou kunnen uitoefenen op het aantal consumpties dat in hun etablissement genuttigd werd. Zonder inzet op de uitslag van de partij werd er niet getennist in die tijd, voor een 'wed'strijd op de baan van de herberg waren het vrijwel altijd de drankjes en eventueel de maaltijd die als inzet golden. In Zuid-Holland bevonden zich in de Gouden Eeuw tegen de 100 overdekte kaatsbanen. Het gebied tussen Leiden en Amsterdam springt er uit wat het aantal kaatsbanen bij herbergen betreft. Uit onderzoek blijkt dat in deze regio alleen al tientallen van dergelijke herbergen te vinden waren. Bekijk het overzicht van kaatsbanen dat de auteur samenstelde op basis van historische bronnen (PDF)
Het spel
Het real tennisspel heeft diepe wortels, het is ook dit aspect dat het spel zo intrigerend maakt. Elke real tennisser realiseert zich tijdens de wedstrijd dat hij of zij een spel beoefent waarvan de regels al bijna zes eeuwen gelden. Het eerste Nederlandstalige boekwerkje met de regels is Dat Kaetspel ghemoralizeert, tot stand gekomen in Brugge in 1431. Toen gold ook al de telling 15-0, 30-0 etc, die we kennen uit het hedendaagse tennis. Een net en een racket deden pas rond 1500 hun intrede. Daarvoor werd het spel met de hand gespeeld, het werd om deze reden in het Frans ‘jeu de paume’ genoemd ('paume' is (hand)palm).
Een blik op de layout van de baan laat zien dat er allerlei potentiële mikpunten zijn aangebracht in de muren van de baan. Het gaat hier om openingen. Een bal die door de tegenstander in sommige daarvan wordt gemikt, levert een direct punt op (15 punten dus). Het is tactisch vernuft en een zekere ingetogenheid in de uitvoering van de slagen die de doorslag geven voor de uitslag.
In Frankrijk kende het kaatsspel absoluut zijn grootste populariteit. Een lid van de vooraanstaande Italiaanse familie De Medici gaf zijn secretaris in 1597 de opdracht het aantal jeu de paume banen in de Franse hoofdstad te tellen, waarna zijn secondant tot het indrukwekkende aantal van 250 goed geoutilleerde banen kwam. Rond 1530 ontstond zelfs een heuse prestigestrijd tussen de voornaamste vorsten van die tijd over wie prat kon gaan op de meest prestigieuze architectuurprojecten voor hun ‘Tennis Court’: Hendrik VIII van Engeland, Frans I van Frankrijk en Keizer Karel V.
Als speler is het mede de historische context van de sport die je tijdens het spel inspireert. Als Willem van Oranje via een tijdmachine in de toeschouwersgalerij zou kunnen plaatsnemen om een real tenniswedstrijd gade te slaan, dan zou hij de score perfect kunnen volgen. Wie weet zou de Vader des Vaderlands nu en dan nog wel een advies roepen naar een speler die op tactisch of technisch gebied in gebreke blijft.
Project: Een Real Tennisbaan in Zuid-Holland
De Nederlandse Real Tennis Bond, waarvan de leden nu naar het buitenland moeten reizen om hun sport te beoefenen, streeft er naar een real tennisbaan in Zuid-Holland te realiseren. Een uniek cultureel project om de populairste sport uit de Gouden Eeuw te doen herleven. Gezien de historie lijkt de meest voor de hand liggende locatie voor een real tennisbaan een landgoed, buitenplaats of een kasteel, maar wellicht bestaat er ook elders een mogelijkheid een baan te realiseren. De NRTB denkt daarbij met name aan het aanpassen van een al bestaand gebouw dat hier geschikt voor is, zeker tegen de achtergrond van de steeds striktere milieuregels in de bouw.
Een real tennisbaan meet 34 x 12 meter, met een hoogte van negen meter. Bij de meeste banen is achterin nog een ruimte met een bar, en een kleedruimte op de etage daarboven. Zo komen we aan een ontwerp met een oppervlakte van circa 450 vierkante meter. De NRTB heeft al meerdere toezeggingen tegemoet mogen zien voor aanzienlijke donaties om een dergelijke baan te realiseren, zowel giften uit het buitenland als in ons eigen land. Dit zonder dat er tot nu toe nog sprake is geweest van fondsenwerving voor dit initiatief. De echte uitdaging blijkt het vinden van een geschikte locatie.
Plaats een reactie
Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?
Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.
Ontvang de laatste verhalen in je mailbox
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!
0 reacties