Iedereen kent het Westland als het kassengebied dat in de driehoek tussen Den Haag, Hoek van Holland en Maassluis ligt. In dat gebied liggen elf woonkernen die sinds 2004 de gemeente Westland vormen. De streek Westland was echter lange tijd veel groter en omvatte ook Loosduinen, Hoek van Holland en Midden-Delfland. De naam heeft de streek te danken aan de tijd dat deze middeleeuwse ambachtsgebieden in het westen van waterschap Delfland lagen.Het Westland is een woongebied met een eigen cultuur en geschiedenis. Gevormd door de groei tot tuinbouwgebied, maar ook door het vroegere gevecht tegen het water en de strijd tussen middeleeuwse machthebbers. Opvallend: wat nu als het minst groene gebied van Nederland geldt, was in de achttiende eeuw een weelderig begroeid lustoord.
De ontwikkeling van de tuinbouw in een notendop
Het Westland was lange tijd een moeras- en krekengebied. Dat de tuinbouw al oude wortels in dit gebied heeft, komt niet alleen door de vruchtbare grond. Ook het kustklimaat met veel zonuren en de nabijheid van klanten in de steden droegen er aan bij. Bovendien bouwden machtige heren en rijke kooplieden vanaf de zestiende eeuw buitenplaatsen in het Westland. Deze huizen hadden grote tuinen waar groenten en fruit gekweekt werden. Ook kloosters en kastelen in het Westland hadden boomgaarden en fruitmuren. Hierdoor verspreidden de tuinlieden hun kennis en konden tuinders een stuk grond pachten om 'warmoezerij' te bedrijven.
Toch bleef het Westland tot halverwege de negentiende eeuw een landbouwgebied. De eerste zelfstandige tuinbouw ontstond rond Naaldwijk en dichtbij Delft en Den Haag, waar de afzetmarkten waren. In de negentiende eeuw waren de meeste buitenplaatsen verdwenen en werd de vrijgekomen grond voor tuinbouw gebruikt. De productie van groente en fruit steeg ook dankzij de vruchtbare zavelgrond, verkregen door afgegraven duinzand met de zeeklei te vermengen. Tuinders gingen hun gewassen achter muren en onder glas telen (zie Kassen in het Westland). Eind negentiende eeuw nam de handel met Engeland een vlucht. Daarna ging het snel. Door de moderne ontwikkelingen in de transport, export en techniek ontstond in de twintigste eeuw het kassengebied dat wij nu kennen.
De eerste bewoners
De oudste vermeldingen van de Westlandse dorpen dateren uit de elfde eeuw. In het Maasmondgebied bouwden bewoners dijken, waardoor ze kleine nederzettingen konden stichten. Het gebied werd echter al ver voor de Romeinse tijd bewoond, blijkt uit bodemvondsten. Zo is vastgesteld dat op een strandwal bij Monster al vanaf 2000 v. Chr. mensen rondliepen. Op de hoger gelegen kwelders in het getijdengebied konden ze in droge perioden wonen.
In de IJzertijd (800 tot 12 v. Chr.) stonden er eenvoudige boerderijen langs de kreken. Dit weten we omdat men in veenlagen op de Westlandse stranden scherven heeft gevonden uit de ijzertijd, de resten van nederzettingen die door de zee zijn verzwolgen. Deze vroege Westlanders teelden gerst en gierst en hielden runderen en ander vee. Door stormvloeden verdween deze bewoning weer tijdelijk.
Cananefaten
Net na het begin van de jaartelling raakte het Westland weer bevolkt – deze vroege Germanen werden door de Romeinen Cananefaten genoemd. Vondsten van een weg en vier mijlpalen tonen aan dat er in die tijd een Romeinse weg liep tussen Wateringen en Naaldwijk. Dat deze vroege Westlanders al contact hadden met de mediterrane Romeinen is afgeleid uit gevonden kippenbotten, munten, armbanden en kruiden zoals koriander. Hierna is de Westlandse regio weer ontvolkt geraakt. In de vroege Middeleeuwen was het een leeg gebied waar vooral duinvorming en bosgroei plaatsvond.
Overstromingen en ontginningen
Vanaf de achtste eeuw ontstonden weer nederzettingen. Er waren al kerken in de negende eeuw in het gebied. Zo wordt in bronnen de kerk van het dorpje Maasmuiden genoemd, dat vanaf de achtste eeuw de voorloper van Monster was. Maasmuiden verdween na enkele eeuwen in zee. Ook de kerk van Maasland heeft een voorganger langs de Maasoever gehad. Deze is weggevaagd door de stormvloed van 1134. Een tweede stormvloed in 1163 zette weer een kleilaag af in het gebied en zorgde voor verplaatsing van de dorpen Maasland en Naaldwijk. Na de tiende eeuw was de noordelijke Maasoever meer en meer gaan verzanden en ontstond door landwinning langzaam het gebied dat nu ’s-Gravenzande is.
Boomgaarden
In de late Middeleeuwen slaagden de bewoners er steeds meer in om het landschap naar hun hand te zetten. De West-Friese graven, die zich vanaf de twaalfde eeuw Graven van Holland gingen noemen, hadden er veel bezittingen. Zij zorgden voor de aanleg van de Maasbedijking en de oprichting van hoogheemraadschap Delfland.
Adellijke families kregen een gebied in leen om het land te ontginnen. Zo verschenen tientallen kastelen in het Westland en werden molens en kloosters gebouwd. In de zestiende eeuw waren de meeste boomgaarden in het Westland in het bezit van de adel en de monniken.
De bevolking groeide flink. Bij een telling in 1622 waren er ruim 8000 haardsteden (huizen of boerderijen met een haard) in de verschillende ambachten (bestuursgebieden). Monster was met 2700 de grootste. Twee eeuwen later had Naaldwijk deze positie overgenomen.
Strijd in het Westland
Het Westland was regelmatig het strijdtoneel van opstanden en oorlogen. Zo waren er in de late Middeleeuwen ernstige conflicten tussen machtige heren ter plekke. Adellijke geslachten als die Van Naaldwijk en Van Polanen (in Monster) bestreden elkaar fel in de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Dit was een lange strijd om de macht in de veertiende en vijftiende eeuw tussen edelen van het graafschap Holland. Aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog is het Westland vijf jaar bezet geweest door Spaanse troepen. De oorlog begon als tegenstand van de edelen tegen de Spaanse koning, maar kreeg later het karakter van een godsdienstoorlog. Na de verovering van Den Briel in 1572 veroverden de Geuzen het Westland waarna de Spanjaarden zich steeds meer terugtrokken.
Reformatie
De aanhang van het Calvinisme groeide in het Westland. Menig Westlandse pastoor is gearresteerd in die tijd. En dat terwijl er in het decennium daarvoor nog hervormingsgezinde pastoors ter dood gebracht werden, zoals de Lierse Arent de Vos die processies en Latijnse missen afwees. De Reformatie leidde uiteindelijk tot de opmerkelijke situatie dat er zowel uitgesproken protestante als katholieke dorpen in het Westland zijn.
Van buitenplaatsen tot tuinbouwbedrijf
De titel Heer van Naaldwijk is in de Tachtigjarige Oorlog bij de Oranjes terechtgekomen. Frederik Hendrik, de jongste zoon van Willem van Oranje, kreeg daarmee vele rechten in het Westland. Behalve het slot in Honselersdijk verwierf de prins ook talrijke boerderijen, tuinbouwland, weilanden en akkerland. Hij mocht functionarissen zoals de schout, onderwijzers en kerkelijk personeel alsook een rentmeester aanstellen.
De Oranjes bezaten in de Gouden Eeuw het grootste deel van het Westland; ze waren heer van Monster, Naaldwijk, ’s-Gravenzande en Wateringen. De streek werd een groen lustoord waar gejaagd en getuinierd werd. Een eeuw later stonden er dan ook tientallen buitenplaatsen van edelen en rijke stedelingen. Sommige waren tientallen hectaren groot, andere niet meer dan een omgebouwde boerenhofstede.
De buitenplaatsen hadden grote tuinen voor groenten en fruit. Dit droeg bij aan de groei van tuinbouw in de streek. Zo liet Willem van der Pot, eigenaar van de buitenplaats Endeldijk in Honselersdijk, een deel grond opsplitsen in tuinbouwpercelen. Deze 'Nieuwe Tuinen' – nog steeds de naam van een tuinderslaan ter plekke – werden rond 1900 verpacht aan Westlanders met groene vingers.
Arbeidsmigranten en welvaart
Er is niets nieuws onder de zon: al in de achttiende eeuw werkten buitenlandse seizoenarbeiders in de landbouw en fruitteelt in het Westland. Vaak kwamen ze uit Duitsland. Nu bekende Westlandse familienamen als Van Marrewijk en Koene stammen af van deze arbeidsmigranten, die vaak uit Kleef kwamen, een Duits hertogdom onder Nijmegen waar tot 1815 het Nederlands de officiële taal was.
De Franse bezetting (1795-1815) liet Nederland verarmd achter, maar het Westland bleef relatief welvarend dankzij de tuinbouw. Het vervallen Huis Honselersdijk was door de Fransen gebruikt als gevangenis en militair hospitaal, waarna het al snel grotendeels gesloopt werd. De Fransen hadden verharde wegen aangelegd en koning Willem I liet dit wegennetwerk uitbreiden, zodat een goede ontsluiting ontstond en daarmee meer handelsmogelijkheden en dus welvaart.
Eigen cultuur
Na 1850 veranderde de uitbreidende tuinbouw het landschap ingrijpend. Er verschenen kassen, vaarwegen en veilingen terwijl de dorpskernen groeiden. Loosduinen werd in 1923 bij Den Haag gevoegd. Hoek van Holland, dat rond 1870 ontstond toen de Nieuwe Waterweg werd aangelegd, was in 1914 al ingelijfd bij Rotterdam.
Het Westland werd synoniem aan tuinbouw. En de bevolking onderscheidde zich er graag mee. In de jaren dertig crisis discussieerden de Westlanders al over eenwording van de streek, die pas in 2004 daadwerkelijk zou plaatsvinden. De afgelopen decennia zorgden de economische groei en schaalvergroting voor een welvarend gebied dat volgebouwd is met kassen, wegen en woonwijken. De omliggende steden knabbelen nog steeds aan de grenzen, wat de eensgezindheid van de streekgebonden Westlanders extra versterkt. De culturele identiteit van het Westland wordt namelijk nog steeds gekenmerkt door betrokkenheid bij elkaar, hard werken en ondernemingszin. Zo hebben ze het immers eeuwenlang gerooid met elkaar.
Dit artikel is in juni 2024 geüpdatet en uitgebreid.
Plaats een reactie
Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?
Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.
Ontvang de laatste verhalen in je mailbox
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!
3 reacties
Zijn er praatgroep in het westland over geschiedenis
Beste Peter, zeker weten! Er is het Genootschap Oud-Westland, maar de veel verschillende plaatsen hebben ook een eigen historische vereniging, bijvoorbeeld Naaldwijk of Monster. Op deze website kun je ze allemaal vinden: https://hvwk.nl/links/erfgoedinstellingen-in-de-regio/. Ze hebben vaak ook een eigen website, mailadres en telefoonnummer om in contact te komen.
Ik zoek nazaten vd familie francken