In 1952 maakt de Glazen Stad zich zorgen: er worden steeds minder druiven geteeld. De dagbladjournalist Piet Bot bedenkt een mooi promotieplan: benoem een druivenkoningin! Hiermee begint in het Westland een jarenlange traditie van druivenprinsessen, optochten en oogstfeesten.
Veel mensen kennen het Varend Corso dat sinds 1998 jaarlijks door de Westlandse wateren vaart. Het is een feestelijke optocht van boten met daarop de mooiste bloemen, planten en groenten uitgestald. Maar wist je dat er in de jaren vijftig en zestig al corso’s rondreden in het Westland? Tijdens de Druivenfeesten reden praalwagens, weelderig opgemaakt met druiven en bloemen, langs enthousiaste menigten in de dorpen. De meeste aandacht ging echter uit naar de lieftallige dames op die ene wagen: de druivenprinses en haar twee hofdames. (Foto boven: druivenprinses Marijke Zwinkels in 1966, Collectie Nationaal Archief)
De 22-jarige tuindersdochter Jopie Steenks was de eerste jongedame die in 1952 tot druivenkoningin werd gekozen. En ze bleef de enige: haar opvolgsters heetten druivenprinses. De titel koningin was in relatie tot het Koningshuis toch iets te gedurfd en werd het jaar erop vervangen door Vrouwe van Naaldwijk. Dit sloeg niet aan, waarna in 1954 de titel druivenprinses werd geïntroduceerd. Dit was een schot in de roos.
Koninklijk
Jopie Steenks was vier dagen lang de hoofdattractie van de promotie van ‘Westland Druivenland’. De burgemeester van Naaldwijk droeg zelfs symbolisch zijn scepter aan haar over op het bordes van zijn ambtswoning. Met haar hofdames toog druivenkoningin Jopie naar paleis Soestdijk om druiven aan de echte koninklijke familie aan te bieden. Op de andere dagen deelden ze druiven uit aan ouden van dagen in Naaldwijk, bezochten ze ziekenhuizen en luisterden ze feestelijke bijeenkomsten op. Het druivenfeest was begin september. Dan waren de druiven zoet genoeg om te oogsten. Ook kon het feest dan handig gecombineerd worden met de Oranjefeesten rond koningin Wilhelmina’s verjaardag op 31 augustus, zoals de schooloptochten en een kermis.
Braderie
Een nieuwigheid bij het eerste Druivenfeest in 1952 was de braderie. De Naaldwijkse winkeliers hadden hier nog nooit van gehoord. Het Oranjecomité ging kijken bij de braderie in Oegstgeest en in Almelo. Een moderne versie van een jaarmarkt, concludeerden ze en de middenstand ging enthousiast aan de slag. Het publiek bezocht massaal hun Oudhollandse kraampjes en vermaakte zich met ringsteken, druivenshows en een feestavond in de veilinghal. Een tot feesttent ingerichte kas op het Wilhelminaplein werd een drukbezocht café, waar het goed druiven smullen was. Deze eerste versie van het Druivenfeest zette een traditie in gang waar veel Westlanders goede herinneringen aan hebben.
Tomaten
De promotie van druiven was begin jaren vijftig nodig omdat de druif – ooit de trots van de Westlandse tuinbouw – steeds minder geteeld werd. In 1939 produceerde het Westland maar liefst 17,5 miljoen kilo druiven. Achteraf gezien was dit het topjaar. Tuinders stapten over op tomaten of komkommers, die voor hogere en beter verspreide inkomsten zorgden. In 1952 bestond 33 procent van het teeltoppervlak uit druiven, in 1968 nog maar 6 procent. Om die reden gingen de Druivenfeesten vanaf 1959 Oogstfeesten heten. Maar de druivenprinses bleef het middelpunt. Zij luisterden de bloemencorso’s op die tot 1969 langs de route van wel twintig kilometer duizenden belangstellenden trokken.
Oogstfee
Na de eerste paar jaar deed de organisatie meer haar best om het Druivenfeest niet alleen op Naaldwijk te richten. De route van de optocht ging door verschillende dorpen en men koos de druivenprinsessen zorgvuldig uit telkens een ander dorp. Ook de gezindten werden eerlijk verdeeld: na een katholieke prinses volgde steevast een prinses met een andere achtergrond. Wel waren het vaak tuindersdochters. Wie eenmaal prinses was geweest genoot veel aanzien in de hechte Westlandse samenleving. Hun hofdames werden vanaf 1964 oogstfee en bloemenfee genoemd, een teken dat de groenten en bloemen een steeds belangrijkere rol speelden bij de Oogstfeesten.
Pomoflora
In 1969 besloot men het evenement te moderniseren. Het Oogstfeest heette nu Pomoflora – Pomo naar Pomona, de godin van de fruitbomen en Flora naar de godin van de bloemen. Mies Bouwman mocht het evenement presenteren en de optocht werd beperkt tot een klein rondje in Naaldwijk. Het publiek, dat toegang moest betalen, haakte massaal af. De nieuwe titel Tomatenjonker, door de 15-jarige Wil Scholtes ingevuld, heeft maar één jaar bestaan. Pomoflora betekende het einde van het Westlandse Oogstfeest en zijn druivenprinses…
Prinses nieuwe stijl
Tegenwoordig behoren druiventuinders tot een bijna uitgestorven ras. Wel zijn er genoeg oudere Westlanders die in een kleine hobbykas druiven telen. Voor toeristen en geschiedenisliefhebbers is in 2004 themapark De Westlandse Druif, een bezoekerscentrum en rijen druivenkassen, in Monster opgericht. Hier werd de traditie van druivenprinsessen vanaf 2007 weer hersteld. Westlandse schonen droegen hiermee bij aan de promotie van het Westland. Helaas hield deze traditie op toen het themapark in 2021 ophield te bestaan.
Plaats een reactie
Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?
Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.
Ontvang de laatste verhalen in je mailbox
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!
0 reacties