Vooral in de middeleeuwen waren stadsbranden niet ongewoon, maar dat maakte de impact ervan niet minder groot. Halve steden werden soms weggevaagd door het vuur, waardoor de branden een grote invloed hadden op de bevolking en het stadsbeeld. Hoewel de details van veel stadsbranden niet bekend zijn, zijn de gevolgen ervan soms nog wel zichtbaar. Het Brandweermuseum in Hellevoetsluis stelde een lijst op met de grootste historische stadsbranden in Zuid-Holland.
Dat er in vooral in de middeleeuwen grote stadsbranden hebben plaatsgevonden is niet verwonderlijk. De huizen waren van hout en stro en voor verlichting en verwarming werd er vuur gestookt. Ook was er nog geen brandweer zoals we die nu kennen en was de brandslang nog niet uitgevonden. Grote branden ontstonden dus sneller en waren nog moeilijker te blussen ook. De branden hadden enorme gevolgen en lieten hun sporen na die nu nog steeds zichtbaar zijn. Zo zijn er onder andere tijdens de heropbouw van stadsdelen keuzes gemaakt die nu nog steeds zichtbaar zijn of zijn er tijdens archeologische opgravingen sporen gevonden die interessante informatie opleveren. Ook valt er door middel van archeologisch onderzoek van alles te ontdekken over stadsbranden.
Alle branden op een rij
-
Dordrecht
-
Dordrecht
-
Gouda
-
Gorinchem
-
Schiedam
-
Gouda
-
Dordrecht
-
Goedereede
-
Schiedam
-
Delft
-
Rotterdam
-
Vlaardingen
Dordrecht, 1332 en 1338
In Dordrecht hebben er in korte tijd twee stadsbranden gewoed. Over de eerste van de twee branden, in 1332, is maar weinig bekend. Het enige dat terug te vinden is van de brand is een opmerking in een brief van Willem III. De graaf laat hierin weten dat hij nieuwe kleren heeft aangeschaft voor een timmerman wiens kleding was verbrand tijdens een brand bij het schepenenhuis. Zes jaar later woedde er weer een grote brand door de stad. Verschillende gebouwen werden getroffen, waaronder het Heilig Sacramentgasthuis. Wonderbaarlijk genoeg had het Heilig Sacrament de vlammenzee overleefd. Dat werd lange tijd gevierd op de dag na Maria Magdalenadag (23 juli).
Gouda, 1361
Tijdens de grote stadsbrand in Gouda brandde de eerste Sint Janskerk af. Deze brand is de eerste grote stadsbrand in Gouda. Niet alleen de eerste Sint Janskerk werd verwoest door de brand, een groot deel van de bebouwing in de stad overleefde de brand niet. Toen in 1395 toestemming werd verleend voor de bouw van een nieuw stadhuis, werd vanwege de brandveiligheid besloten om het gebouw midden op het marktplein te plaatsen. Hierdoor stond het niet in verbinding met andere gebouwen en zou het een volgende stadsbrand moeten kunnen overleven.
Gorinchem, 1388
De Gorinchemse stadsbrand van 1388 staat vermeld in de Tielse Kroniek of de Chronicon Tielense. De Tielse Kroniek is een wereldkroniek, een historiografisch genre dat in de middeleeuwen veel beoefend werd. In een wereldkroniek werd de geschiedenis op chronologische wijze verteld, vanaf de Schepping tot aan belangrijke hedendaagse gebeurtenissen. De stadsbrand in Gorinchem behoorde tot die laatste categorie. Door deze beschrijving weten we dat bijna heel Gorinchem verwoest was door de brand; 1500 huizen overleefden de vuurzee niet. Afgezien van deze vermelding is er weinig bekend over de brand.
Schiedam, 1428
Door deze stadsbrand in 1428 werd de Grote of Sint Janskerk deels verwoest. Ook het begijnhof naast de kerk werd getroffen door de brand. Tijdens het herstel van de Grote of Sint Janskerk werd de kerk gelijk uitgebreid met de noorderzijbeuk, de huidige Waag.
Gouda, 1438
De tweede grote stadsbrand in Gouda vond plaats op 25 augustus 1438. Rond deze tijd woonden er naar schatting zo’n 5000 mensen in Gouda. Na de brand stonden er nog maar vijf huizen overeind, zo blijkt uit een aantekening van Paulus Doncker, die in de zeventiende eeuw schreef over de stadsgeschiedenis van Gouda. Hoewel er ruim voor deze brand besloten was dat er een nieuw stadhuis zou komen, was de bouw hiervan nog niet gestart. Het na de brand in 1361 terug opgebouwde stadhuis is tijdens deze stadsbrand weer verwoest. In 1448 wordt er begonnen aan de bouw van het stadhuis op de plek waar het nu nog steeds staat.
Dordrecht, 1457
Over de stadsbrand in Dordrecht van 1457 is veel meer bekend dan over de brand die de stad een ruime eeuw eerder geteisterd heeft. De brand woedde wel vijf dagen lang en legde de halve stad in de as. Ook de oorzaak van deze grote brand is bekend. Op 28 juni kreeg Adriaan Danckertszoon een brandje in zijn huis niet geblust en het vuur sloeg vervolgens over. Uiteindelijk zijn er zo’n zeshonderd huizen afgebrand.
Goedereede, 1482
In 1482 strooide een vrouw in de Catharinastraat hete as uit. Dit veroorzaakte een grote brand in Goedereede. De stad werd voor een groot deel verwoest, waaronder de oude Catharinakerk. Ook de kapel ging verloren, die fungeerde voor de bouw van de Sint Catharinakerk als enige kerkgebouw in Goedereede. Tijdens het instorten van kerk vielen de klokken van metershoog naar beneden. Omdat de stad er na de brand zo slecht voor stond werd er verzocht aan Margaretha van Engeland, Vrouwe van Voorne, om gratis gebruik te maken van haar korenmolen. Dit verzoek werd ten dele ingewilligd.
Schiedam, 1494
Het begijnhof in Schiedam overleefde ook de stadsbrand van 1494 niet. Het hele hof was verwoest en lag onder een dikke laag as. Opvallend is dat er twee pijpaarden beeldjes volledig intact zijn gebleven. Tijdens een archeologische opgraving in 1972 zijn de twee beeldjes gevonden. De beeldjes zijn een afbeelding van het kindje Jezus en werden waarschijnlijk gebruikt in een huisaltaartje. Ook werden de beeldjes misschien zelfs in een wiegje gelegd, waarin ze voor het gebed door de begijnen heen en weer werden gewiegd.
Delft, 1536
De stadsbrand in Delft op 3 mei 1536 was een van de grootste stadsbranden van de zestiende eeuw. Meer dan de helft van de stad werd verwoest, ondanks dat ook voor de brand al veel huizen van steen waren. Voor veel van de grotere gebouwen was herstel nog mogelijk, maar van de kleinere gebouwen bleef slechts een gedeelte van de bouwmuren staan. Het was na de brand toegestaan om kleine noodwoningen met daken van riet of stro te bouwen binnen de nog restende bouwmuren. Die huisjes moesten binnen drie jaar vervangen zijn door huizen van steen.
Gedurende de herstelbouw van de stad werden er veel huizen gebouwd met booggevels. Deze zijn nu nog veel te zien in Delft. Misschien is het je ooit ook opgevallen dat de huizen in Delft een stuk lager zijn dan in andere Nederlandse steden met een historisch centrum. Dit komt omdat de hogere huizen populair waren in de zeventiende eeuw. Delft was toen nog niet zo lang geleden vanwege de brand opnieuw opgebouwd. Nieuwe huizen waren dus niet nodig.
Rotterdam, 1563
Over de stadsbrand in Rotterdam in 1563 is niet veel bekend. Ondanks dat dit een van de grootste branden is geweest in Rotterdam. Het hele oostelijke deel van de stad werd in de as gelegd. Ook weten we dat het Predikherenklooster aan de Hoogstraat de brand niet heeft overleefd. Op een schilderij uit 1657 van Cornelis Saftleven is de ruïne van het klooster te zien.
Vlaardingen, 1574
De stadsbrand in Vlaardingen van 1574 had een andere aanleiding dan veel van de stadsbranden in dit rijtje. Hier was namelijk geen ongelukje de oorzaak, maar is de brand bewust aangestoken. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd de tactiek van de verschroeide aarde ingezet. Willem van Oranje gaf de geuzen de opdracht om de schans in Vlaardingen in brand te steken. De stad Vlaardingen was opgegeven en de schans moest onklaar gemaakt worden zodat de Spanjaarden er niets aan zouden hebben.
Beter voorkomen dan genezen
Grote stadsbranden kwamen na de middeleeuwen steeds minder vaak voor. Er werden verschillende maatregelen genomen en keuzes gemaakt om stadsbranden zoals hierboven beschreven in de toekomst te voorkomen. Zo werden er regels opgesteld voor het bouwen van houten huizen en werd er in veel steden verplicht gesteld dat bewoners een emmer en een ladder in huis hadden. Ook werd de bouw van kerktorens in steden belangrijker. Vanaf de hoge toren konden wachters namelijk snel een beginnende brand signaleren. In 1677 kreeg de in Gorinchem geboren brandmeester Jan van der Heyden octrooi op de door hem uitgevonden brandspuit. Dit zorgde ervoor dat branden veel makkelijker en sneller geblust konden worden.
Wil je meer weten over de geschiedenis van de brandweer? Breng dan een bezoek aan het Brandweermuseum in Hellevoetsluis! Klik op de onderstaande link voor meer informatie.
Plaats een reactie
Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?
Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.
Ontvang de laatste verhalen in je mailbox
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!
0 reacties