De Petrus en Pauluskerk is interessant als een voorbeeld van de bouwhausse na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 en vanwege zijn fraaie ligging aan de Vliet.
Deze kerk, gelegen nabij de sluis midden in Leidschendam, is gebouwd in 1879-’80 door architect E. J. Margry. Evert Margry (1841-1891) richtte een zelfstandig architectenbureau op. Daarvoor verhuisde hij van Amsterdam naar Rotterdam. Vooraf had hij ervaring opgedaan op het bureau van Pierre Cuypers. Margry liet zich inspireren door de vroege Franse gotiek. Na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 ontstond er een hausse in de Rooms-Katholieke kerkbouw in de stijl van de neogotiek. Aan de buitenzijde valt de voorgevel op door zijn asymmetrische opbouw. Aan de kant van het water heeft de architect een toren gebouwd.
De voorgevel oogt alsof men plannen had om twee torens te bouwen. Maar op de bouwtekening van Margry was er sprake van één toren. De hoek moest sprekender zijn, een echte blikvanger. De hoek werd verbijzonderd omdat het hier het einde van het gevelbeeld betrof dat overging in de Vliet. Dat trok de aandacht. In de nis van de hoofdingang treft men beelden aan van Petrus en Paulus, de beide grondleggers van de christelijke kerk.
Binnengekomen zien we een kruisbasiliek; een middenschip met twee zijbeuken en een transept waarop de beide zijbeuken eindigen. Door de gele kleur van pilaren en stucwerk heeft de kerk een warme aangename atmosfeer. De wanden zijn opgetrokken in verschillende kleuren baksteen. Het schip is bekroond met een houten tongewelf dat voorzien is van beschildering met bloemmotieven.
Het interieur is in de jaren zeventig van de vorige eeuw ingrijpend verbouwd. Daarbij is onder meer de verhoogde koorruimte een eind naar het westen doorgetrokken tot in het transept. Hierdoor kon het altaar naar voren worden verplaatst waardoor de priester achter het altaar kon plaatsnemen en daarmee de gelovigen in het gezicht kijken. Dit in het kader van het Tweede Vaticaans concilie waarin dergelijke vernieuwingen werden gepropageerd.
Ook de vloer en het huidige bankenplan zijn toen aangebracht. De oorspronkelijke negentiende-eeuwse kleurstelling verdween bij die verbouwing. Naderhand zijn vele veranderingen weer teruggedraaid waardoor deze kerk zijn oorspronkelijke uitmonstering weer grotendeels terug heeft. De vele muurschilderingen en de op doek geschilderde kruiswegstaties zijn vroege werken van de bekende Amsterdamse kunstschilder Jan Dunselman (1863-1931). De altaren en de preekstoel ontwierp Margry zelf. In transept en absis vallen enkele gebrandschilderde ramen op.
Dit artikel is onderdeel van een serie over religieus erfgoed in Zuid-Holland. Deze serie is tot stand gekomen in samenwerking met Jaap van der Veen, specialist religieus erfgoed.
Plaats een reactie
Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?
Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.
Ontvang de laatste verhalen in je mailbox
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!
2 reacties
Beste Jaap van der Veen, Vanmorgen was ik met Open Monumentendag in deze kerk, die me trof door de kwaliteit van de gebrandschilderde ramen. Ik kijk al vele jaren naar gebrandschilderd glas in neogotische (en neoromaanse) kerken, maar zo fraai als deze zag ik zelden. Die in het koor zijn m.i. geïnspireerd op het glas van Chartres (en Canterbury), de grote ramen in het transept hebben gebrandschilderd glas in de stijl van de Crabeths uit Gouda, leek me. Niemand kon me vertellen uit welke ateliers dit glas afkomstig is, noch uit welke tijd het dateert. Weet u meer? Met vriendelijke groet, Leonard Kasteleyn
Beste Leonard, Zou het kunnen dat de ramen afkomstig zijn van het glasatelier F. Nicolas en Zonen? En ja, ze zijn prachtig!