Het Catshuis Den Haag
Het Catshuis, ooit bekend als Zorgvliet
In 1397 is Zorgvliet al bekend als een stuk grond met boerderij. De aanleg van een buitenplaats begint in 1643 als Jacob Cats een terrein verwerft van “drie morgen en honder vijf en negentig roeden lants, met een huys, schuyr, bargen en geboompte daerop staende, als mede noch seeckere geesten, klingen en een stuck lant”. In 1644 breidde hij zijn bezit uit met een stuk duin waar op konijnen gejaagd mocht worden.
Als Cats in 1654 een herenhuis laat bouwen hebben de hofstede en plantage al duidelijk vorm gekregen. Het door Lodewijk Huygens ontworpen huis is een laag langgerekt gebouw in classicistische stijl. Hoe de plantage er uit heeft gezien is niet bekend. Uit beschrijvingen komt naar voren dat deze hoofzakelijk utilitair van aard was. Op een gravure uit die tijd zijn een pyramide, een zittende Poseidon op een heuvel, een met horens, schelpen en zeegras versierde grot met een vogelkooi en een veelhoekige toren te zien. Verder lagen er bij het huis drie visvijvers.
Na het overlijden van Cats wordt het landgoed in 1675 verkocht aan Hans Willem Bentinck. Hij breidde het landgoed aan de noordzijde uit en bouwde hier de beroemde oranjerie van Zorgvliet. Bentinck had voor de aanleg advies ingewonnen bij Johan Maurits van Nassau-Siegen. Johan Maurits had zijn ideeën op papier gezet en schreef “Het vraaiste en raerste in Holland is eene leevendige beeck te hebben, vermits de rechte linien niet altijt aengenaem zijn”. Dit was opvallend in een tijd dat tuinen altijd in geometrische stijl werden aangelegd. Hij liep vooruit op de ideeën die een halve eeuw later tot de Engelse landschapsstijl zouden leiden. Bentinck gaf de tuin echter een strak formele aanleg. In het huis bracht hij interne veranderingen aan en op het dak plaatste hij een sierlijk torentje met windwijzer. De oranjerie met ovalen vijver heeft de vorm van een halve cirkel met in het midden een zaal. Rond 1690 zijn op een schilderij van het landgoed een labyrint, de “Groene Parnassusberg”, de Ganymedesgrot, een Triophboog, zeven geschilderde Piramidise Throphees, de Herculesfontein en andere kassieke beelden te zien. Ook waterwerken zoals de beek die nu grotendeels overkluisd is, cascades, fonteinen en bedriegertjes trokken veel bekijks.
Na het overlijden van Bentinck wordt het landgoed toebedeeld aan één van zijn zonen, Willem Bentinck van Rhoon. Hij liet grote veranderingen aanbrengen, hij ruimde de stijve parterres op en verving deze door een meer gevarieerde en afwisselende aanleg. Na zijn overlijden in 1774 zet zijn kleinzoon Willem Gustaaf Frederik de omvorming naar landschapsstijl voort. Zorgvliet behoort tot de belangrijkste vroege parken in landschapsstijl in ons land.
De Engelse romanticus William Beckford beschreef met milde spot de aanleg als volgt “De wandelpaden en lanen hebben al die stijfheid en formaliteit die onze voorouders zo bewonderden, maar de daartussen gelegen velden met hier en daar wat polletjes planten en bestrooid met bloemen zijn een stijl, die men in Holland als Engels beschouwt” en over de zuinige aanleg van de Nederlanders “die tuinen maken uit zandhopen en steden uit water”.
Het gaat bergafwaards met Zorgvliet als Bentinck gevangen wordt genomen en na vrijlating in 1798 naar Engeland vlucht. Bij zijn terugkeer in 1813 ontstaan er geldzorgen en Zorgvliet wordt in 1819 verkocht. In de tussentijd was de oranjerie afgebroken en het buitenhuis naar de mode van de tijd wit gepleisterd.
Door de gunstige ligging van het landgoed genoot het koninklijke belangstelling en in 1837 wordt het verkocht aan de prins van Oranje. Hij liet de Engelse architect Henry Ashton een ontwerp maken voor een vorstelijke residentie op het landgoed dat door samenvoeging met aanliggende buitens ruim 600 ha groot was. Dit plan is echter nooit uitgevoerd. Wel werd het verfraaien van het landgoed voortgezet. Deze veranderingen betekenden dat voor het gehele domein een aanleg in landschapsstijl werd gerealiseerd. Alleen in de laanstructuur en het sterrenbos is de invloed van de geometrische stijl nog te herkennen. Vanaf 1865, na de dood van Anna Paulona, worden delen van het uitgestrekte landgoed verkocht.
Zorgvliet komt in 1902 weer in particuliere handen. Het huis, dat ook onder koninklijk bezit al diverse verbouwingen had ondergaan, waarbij de hal werd vergroot en het dak is verhoogd, werd opnieuw onder handen genomen: er werd een extra verdieping aan beide vleugels toegevoegd. Ook kreeg het deel bij het huis in 1920 een ommuring. In 1955 wordt de Staat der Nederlanden eigenaar van Zorgvliet en in 1961 wordt het Catshuis de officiële residentie van de minister-president. Dries van Agt was de laatste premier die het Catshuis daadwerkelijk heeft bewoond. Ontvangstcentrum van de regering is heden ten dage de belangrijkste functie van het gebouw.
Het Catshuis is niet vrij toegankelijk, maar het groen wel.
Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!