Het bijzondere verhaal van Mejuffrouw Begeer, die de snelweg door Berbice tegenhield
Aan de Leidseweg in Voorschoten ligt buitenplaats Berbice. Alles ademt de sfeer van het verleden. “Een buitenplaats met een ziel,” zeggen de vrijwilligers die werken aan het behoud ervan. Dat niet alleen de ziel van Berbice maar de buitenplaats als geheel ook nog echt bestaat, is de verdienste van de laatste bewoonster, Rudolpha Begeer (1914-2009). Het scheelde niet veel of er was een rijksweg aangelegd over het terrein. Bij de strijd hiertegen speelde de rozentuin van ‘mejuffrouw Begeer’ zoals ze zelf graag werd genoemd, een belangrijke rol.
Gouden Eeuw
Ooit waren er in Voorschoten wel twintig buitenplaatsen. Ze werden in de Gouden Eeuw aangelegd door rijke regenten en kooplieden die in stijl de zomer wilden doorbrengen. Een buitenplaats was een statussymbool en investering. Daar genoot je van de frisse buitenlucht, ver van de stinkende grachten in de stad. Voorschoten was goed bereikbaar vanuit Den Haag en Leiden en daarom een perfecte locatie. Net als veel andere buitenplaatsen begon Berbice zijn bestaan als boerderij. Oorspronkelijk ‘Allemansgeest’ genaamd, werd het gaandeweg een landhuis met park en oranjerie. In 1822 ging het huis ‘Berbice’ heten, naar de kolonie bij Suriname, waar de toenmalige eigenaren hun rijkdom hadden vergaard.
1937
Toen de familie Begeer in 1937 naar Berbice verhuisde, waren veel van de buitenplaatsen in Voorschoten al lang verdwenen. Berbice was jaren als showroom gebruikt door de naastgelegen zilverfabriek Van Kempen & Begeer, vader Carel was er directeur en ontwerper. Het huis werd gerenoveerd en kreeg dankzij het uitgebreide netwerk van Carel Begeer een culturele functie. Sinds die tijd is er aan het interieur niets meer veranderd.
Oudste dochter Rudolpha Begeer was toen 23 en druk met haar studies delfstofkunde en edelsteenkunde. Ook ging ze naar Parijs en Brussel voor een studie kunstgeschiedenis. Later ging ze aan de slag als kunsthandelaar. Voor dat werk doorkruiste ze heel Europa. In het boek Begeerlijk Berbice staan foto’s van een snelle cabrio en modieuze cocktailjurkjes die aan deze tijd herinneren. Rudolpha tenniste, zeilde en ging elk jaar een paar maanden skiën in Zwitserland of Italië. Aan dit dynamische bestaan kwam in 1966 een abrupt einde toen ze bij een skiongeluk een driedubbele beenbreuk opliep.
Rijnlandroute
Om te revalideren keerde ze terug naar Berbice, naar haar moeder. Haar vader was inmiddels overleden. Het duurde meer dan twee jaar voordat ze weer kon lopen en ze raakte erg gehecht aan de buitenplaats. Juist in deze periode bleek dat er plannen waren een weg over het terrein aan te leggen. Het ging om Rijksweg N 11-West, nu beter bekend als de Rijnlandroute. Het huis zelf werd niet direct bedreigd, maar als één van de weinigen in die tijd besefte mejuffrouw Begeer dat juist het geheel, huis en park samen, van grote cultuurhistorische waarde was. Om Berbice te redden beperkte ze zich niet tot juridische procedures, maar wist ze ook op creatieve wijze de publieke opinie te beïnvloeden.
Rosarium
Op het meest bedreigde stuk grond liet ze een rosarium, een klassieke rozentuin, aanleggen. Als Rijkswaterstaat zich dan niet liet afschrikken door een paar bomen die in de weg stonden en de moestuin, dan misschien wel door een siertuin waar wandelaars op af kwamen. Mejuffrouw Begeer hield van rozen en koos alle soorten persoonlijk uit. Op het hoogtepunt stonden meer dan 4000 rozenstruiken in de tuin. Omdat ze nog steeds niet goed liep, maar niets wilde missen van de aanleg, reed de tuinman haar soms rond per kruiwagen. Later gaf ze rondleidingen in de tuin om het publiek bij haar strijd te betrekken.
Pittige tante
De strijd tegen de weg duurde tientallen jaren en werd onderdeel van haar levenswerk: het behoud van de buitenplaats voor de toekomst. Een karakteristiek citaat uit het genoemde boek Begeerlijk Berbice: “Ze was voor de buitenwacht een ‘pittige tante’ waar je niet zo maar gezellig op de thee ging. Als je bij haar durfde aan te bellen kwam je vaak niet verder dan de keukentafel. Aan die tafel bracht ze een groot deel van haar leven door, samen met haar poes Poezie. Lezend door alle processtukken en de kranten, inclusief de Staatscourant, om niets te missen wat mogelijk voor haar van belang kon zijn. Op elke vierkante centimeter van de keukentafel lagen stapels papier. Op de tafels in de andere kamers van het huis was het overigens niet veel anders.”
Over mijn lijk
De rood-witte markeerpalen van Rijkswaterstaat stonden op een gegeven moment al in de tuin. Toch lukte het haar een andere route af te dwingen. In het nieuwe plan zou de weg net buiten haar terrein komen te liggen. Berbice was uit de gevarenzone, maar dat was voor mejuffrouw Begeer geen reden de strijd te staken. Wat haar betreft kwam er helemaal geen weg. Naast Berbice zijn er daarom meer historische panden en parken in Voorschoten die hun behoud te danken hebben aan haar inzet. Ook stond ze aan de basis van de Vereniging tot Behoud van Oud, Groen en Leefbaar Voorschoten die in 1971 werd opgericht en nog steeds actief is.
In 2012 werd toch besloten dat de Rijnlandroute er komt. Maar: via een tunnel onder Voorschoten door. Of mejuffrouw Begeer hier vrede mee gehad zou hebben zullen we nooit weten. Ze overleed in 2009 op 94-jarige leeftijd. Als laatste rustplaats koos ze voor de, inmiddels in verval geraakte, rozentuin. Mocht Berbice opnieuw bedreigd worden, dan zouden de grafrechten in ieder geval tien jaar lang bescherming bieden. Zo letterlijk is de boodschap “over mijn lijk” niet vaak verbeeld!
Behoud van erfgoed
Mejuffrouw Begeer liet Berbice na aan de door haarzelf opgerichte Stichting tot Behoud van Cultuurhistorische Buitenplaatsen. De stichting zet zich in om het unieke karakter van Berbice als buitenplaats te behouden en wordt daarin gesteund door circa veertig vrijwilligers. Onder meer dankzij een bijdrage van de provincie kon vorig jaar gestart worden met de noodzakelijke restauratie van het huis.
En de rozentuin? Die wordt elk jaar weer een stukje mooier. De vrijwilligers van de tuinploeg begonnen in 2011 met het herstellen van de tuin. Dat is mogelijk dankzij ‘rozensponsors’ die rozen hebben geadopteerd. Jaarlijks worden er nieuwe bedden aangeplant en zo hoopt men de tuin in oude glorie te herstellen. Een prachtig eerbetoon aan de vrouw die er eigenhandig in slaagde Berbice – en zoveel ander erfgoed in Voorschoten – te behouden voor de toekomst.
Berbice bezoeken
Een kijkje nemen op deze bijzondere buitenplaats? Het park, waarin zich ook de rozentuin bevindt, is toegankelijk voor beschermers van het Zuid-Hollands Landschap. Meer informatie hierover lees je op de website van Berbice.
Plaats een reactie
Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?
Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.
Ontvang de laatste verhalen in je mailbox
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!
5 reacties
Wat een mooi verhaal van deze 'pittige' dame. Is er ook meer bekend over het slavernij-verhaal van de familie?
Beste José, binnenkort komt er een verhaal online over de koloniale aspecten van landgoederen en buitenplaatsen in Zuid-Holland. Houd hiervoor onze website in de gaten.
Rudolfa Begeer is toch dezelfde Rudolfa Begeer die in WO2 een uiterst dubieuze rol heeft gespeeld bij de aanschaf van kunst bij Joodse kunsthandelaren ? Het is toch bekend dat zij samenwerkte met Hans Herbst en Kieslinger? Met deze laatste maakte Begeer inventarislijsten voor de nazis.
Ik mis in dit verhaal ook het oorlogsverleden van Rudolfa Begeer.
Afgezien van het zeer dubieuze oorlogsverleden van Rudolpha Begeer mis ik ook de periode dat er studerende jonge lieden van adel werden uitgenodigd om een kamer te huren als veredelde pensiongast eind jaren dertig en daarna. Is daar meer over bekend? Er moeten advertenties geplaatst zijn, volgens overlevering.
De Werkgroep Historisch Berbice, die het boek Begeerlijk Berbice heeft geschreven, doet nog steeds onderzoek naar de buitenplaats en haar bewoners. De vragen over Mejuffrouw Begeer die hier zijn gesteld, kunnen het best worden gericht aan deze Werkgroep via e-mail: WHBerbice@gmail.com