Op 18 januari 1954, nog geen jaar na de stormvloedramp van 1 februari 1953, werd begonnen aan de bouw van een enorm bouwwerk in de Hollandse IJssel: een stormvloedkering. De kering kon ruim vier jaar later in gebruik worden genomen; het eerste deltawerk was gereed. Het werd beschreven als ‘indrukwekkende ouverture tot een reeks van werken, die door hun afmetingen en het gedurfde karakter in het brandpunt van de wereldbelangstelling staan.’
Waarom juist aan de Hollandse IJssel, kan je je afvragen. Vooral Zeeland was toch getroffen door de Watersnoodramp van 1 februari 1953? In het gebied dat experts tegenwoordig dijkring 14 noemen, de dijkring die de Randstad omsluit, het economische hart van Nederland waar de meeste Nederlanders wonen, de grote steden liggen, was immers nauwelijks een slachtoffer te betreuren, was de schade gering of zelfs helemaal afwezig. Wat vrijwel niemand nu nog beseft – en men waarschijnlijk toen ook nauwelijks besefte – dat het kantje boord was geweest.
Goddelijke Voorzienigheid
Johan van Veen, de man die kan worden beschouwd als de geestelijk vader van het Deltaplan, schreef kort na de ramp aan een Engelse vriend: ‘Wij specialisten zijn meer dan verbaasd dat Amsterdam, Rotterdam en een deel van Den Haag, en verder Delft, Gouda, enzovoort niet totaal zijn verdronken. Het is werkelijk ‘de Goddelijke Voorzienigheid’ en gaat ons verstand te boven. Als er rechtvaardigheid in deze wereld zou zijn, dan hadden we moeten verdrinken, dat wil zeggen 3.000.000 mensen. Zeeland was veel veiliger dan midden Holland. Ik zal dit grote wonder nooit begrijpen. Het vervult me nog steeds met ontzag.’ En kort daarna: ‘Ik weet hoe dicht heel Holland bij zijn totale ondergang was. Niet een kameel, maar een hele kudde olifanten gingen door het oog van de naald. Het is werkelijk ongelooflijk dat centraal Holland nog steeds bestaat. Maar kan ik dat de mensen duidelijk maken? Ik hoop dat ik dat kan.’
Van Veen waarschuwde al jaren dat er een enorme ramp zou kunnen gebeuren, vergelijkbaar met de Sint Elisabethsvloed van 1421. Als waterstaatsingenieur deed hij diepgravend onderzoek naar de kustveiligheid en maakte hij al jaren plannen om de delta voor rampen te behoeden. Zijn levensverhaal is te lezen in het boek van Willem van der Ham Johan van Veen, meester van de zee, grondlegger van het Deltaplan. Volgens Rutger Bregman moet iedere Nederlander Johan van Veen kennen en zou zijn naam niet misstaan tussen illustere figuren als Willem van Oranje, Michiel de Ruyter, Aletta Jacobs en Annie M.G. Schmidt.
Waterheld
Wie de beschrijvingen over die verschrikkelijke nacht leest, begrijpt dat Van Veen de waarheid sprak. Op tal van plaatsen dreigde de dijk tussen Rotterdam en Gouda - Schielands Hoge Zeedijk – te bezwijken. Bij Capelle aan de IJssel zwiepte het water over de dijk en brokkelde het talud af. Op drie andere punten, hoger de rivier op, was de toestand zeer kritiek. De burgemeester van Nieuwerkerk J.C. Vogelaar besloot de bevolking te waarschuwen. Het geluid van klokken en een sirene verstierf in de loeiende wind. Auto’s met zandzakken reden af en aan. Steeds meer mannen begaven zich naar de dijk om te helpen. Niet iedereen durfde het aan. Aardedonker was het en snerpend koud. Regen, sneeuw en hagel kwamen met bakken uit de hemel. De wind beukte en gierde. Menig helper vluchtte door de angst bevangen weer van de dijk weg.
Bij het gemaal van de polder Esse, Gansdorp en Blaardorp zat een zwak punt in de dijk. Men probeerde de dijk te verstevigen, maar de zandzakken raakten op en de tractors met zware rupsbanden zakten in de modder weg. Opeens viel er een gat in de dijk. Een heel stuk brak er zomaar uit. In een mum van tijd was het gat gegroeid tot zo’n vijftien meter. Het water dook met een enorme kracht de polder in. Zandzakken werden af en aan gesleept. Er was geen houden aan. De zakken verdwenen in de kolkende stroom. De kracht van het water was veel te sterk om het gat op die wijze te dichten. Er is nog één mogelijkheid in zo’n geval: men kan proberen om een schip voor het gat te laten zinken. Schipper Arie Evegroen was in de buurt met zijn schip De Twee Gebroeders. Hij had net zijn schip, dat aan de andere kant van de Hollandse IJssel lag afgemeerd, in veiligheid gebracht. Eerst voelde hij er helemaal niets voor. Maar toen de burgemeester het verzoek kracht bijzette en het schip ‘in naam der Koningin’ vorderde, kon hij niet weigeren. Evegroen raapte al zijn moed bijeen en toonde zich een ware waterheld. Hij was doodsbang dat hij met schip en al de polder in zou duiken, net als de zandzakken die in het gat werden geworpen. Hij stuurde zijn schip in de kop van de dijk en zette de schroef erop. Als een sluisdeur draaide het schip voor het gat. Later vertelde Evegroen: ‘Toen ik er voor lag begon het gat zo te trekken, dat het schip er automatisch naartoe werd gezogen. Ik ben in de roeiboot gesprongen en maakte dat ik weg kwam.’ Kort daarna moest hij toch nog halsoverkop terug naar zijn boot om de motor af te zetten: de nog draaiende schroef sloeg een nieuw gat in de doorweekte dijk. Het lukte op deze manier het gat te dichten.
Volgens de ingenieur van het hoogheemraadschap van Schieland J. Salomé was het ‘een kwestie van super-geluk’ geweest. ‘Als je honderd keer zo’n stunt uithaalt met een schip in een dijkgat, gaat het 99 keer mis’, vertelde hij aan Kees Slager, de schrijver van De Ramp een reconstructie.
Ouderkerk aan den IJssel
De meeste mensen in Nederland lagen toen natuurlijk te slapen, zelfs in het rampgebied, al sliep menigeen door de loeiende wind wel onrustig. De radio zond toen ’s nachts nog niet uit. De ramp voltrok zich haast in het geniep uiten de berichtgeving verliep uitermate gebrekkig.
Aan de overkant van de Hollandse IJssel had men geen weet wat er langs Schielands Hoge Zeedijk voltrok. Aan die kant van de rivier sloeg het water eveneens over de dijk. Het had al eind van de middag hoog gestaan en zakte niet. In het plaatsje Ouderkerk liep het water door de straten. De bewoners raakten in paniek. Vooral de bewoners met buitendijks gelegen huizen probeerden hun spullen te redden. Ten oosten van het dorp, voorbij de buiten de dorpskom gelegen gereformeerde kerk, stond het water omstreeks drie uur aan de kruin van de dijk. Om halfzes viel de elektriciteit uit: een transformatorhuisje was van het binnentalud van de dijk pardoes in de polder gestort. Een uur later, net toen de autoriteiten poolshoogte kwamen nemen om te zien wat er bij de gereformeerde kerk aan de hand was, bezweek daar de dijk. Het water stortte de polder in ‘met het geweld van een koppel wilde stieren’, zoals een bewoner het uitdrukte. Het water sleurde de houten woning van de gelukkig afwezige familie Bos en de woning van de oude heer Rijkaard en zijn zuster, die net op het punt stonden de woning te ontvluchten, mee. Lijdzaam keek men toe hoe de polder volstroomde. De beukende golven sloegen over de dijk en over de binnendijks gelegen huizen. ‘Hier was de Niagara, 46 meter breed, die zich bulderend boven het geluid van de wind in de al ondergelopen lager gelegen polder stortte’, schreef Johan. Hij was direct na het ochtendnieuws van acht uur in de auto gestapt en naar de Hollandse IJssel gereden. Hij stond weldra als een dirigent aanwijzingen te geven. Later zou hij beseffen dat het door die doorbraak kwam dat het water in de Hollandse IJssel wat zakte en Schielands Hogezeedijk niet op meer plekken was bezweken.
Beveiliging Centraal Holland
Van Veen had zijn handen vol kort na de ramp. Hij werd secretaris van de Deltacommissie die tot de bouw van de Deltawerken zou besluiten. Tijdens de eerste vergadering kwam de afsluiting van de Hollandse IJssel al aan de orde en in het tweede advies dat deze commissie gaf werd tot de bouw van een stormvloedkering besloten.
Johan van Veen liet een medewerker uitzoeken wat er zou zijn gebeurd als de dijken wel zouden zijn doorgebroken en als het Evegroen aan heldenmoed had ontbroken. In mei 1953 was het rapport Beveiliging Centraal Holland al klaar, inclusief twee indrukwekkende kaarten waarop ingetekend stond aan welk noodlot Centraal-Holland net was ontkomen.
De gevolgen werden ‘buitengewoon ernstig’ genoemd. Het direct daarachter gelegen terrein zou onmiddellijk onder water staan. In zeer korte tijd zou het water de diepe Alexanderpolder en de Zuidplaspolder bereiken. In minder dan een week zou het water zich een weg zoeken ten noorden van de kaden langs de Rotte. Het hele gebied rondom de Schie, Vliet, Oude Rijn, Gouwe en Hollandse IJssel liep dan gevaar. Na een maand bestond dan de kans dat het water over de op ongeveer NAP gelegen Rijndijk zou lopen, waardoor ook het deel van Rijnland ten noorden van de Rijn zou overstromen, evenals het westelijk deel van Amstelland en het gebied rond Woerden. ‘De dichting van elk gat in Schielands Hoge Zeedijk en de IJsseldijk van Rijnland zal met grote moeilijkheden gepaard gaan. De gaten schuren direct diep uit en zijn moeilijk te bereiken, zowel over land, daar al het achtergelegen in grote uitgestrektheid onmiddellijk onder water staat, als over water tengevolge van de zeer grote stroomsnelheden welke op de voorliggende rivier (Hollandse IJssel) zullen ontstaan.’
Bronnen
Stuvel, Grendel van Holland (Rotterdam 1961), 62.
Archief Hoogheemraadschap van Schieland, Een dubbeltje op zijn kant, verslag van de gebeurtenissen bij Nieuwerkerk aan den IJssel in de rampnacht van 1953 en krantenknipsels (Rotterdams Nieuwsblad, De Maasboulevard) (inv.nr. 2664).
Kees Slager, De Ramp, een reconstructie (Goes 1993), 91. Zie ook: Willem van der Ham, Hoge dijken, diepe gronden, de geschiedenis van Schieland (Utrecht 2004), Willem van der Ham, 'Watersnoodramp van 1953 was te voorkomen', Tijdschrift van Waterstaatsgeschiedenis 12 (5-2003) 1, 21-31, Willem van der Ham, 'Kwetsbaar Holland, Of: hoe de laagste delen van Nederland steeds net aan een ramp ontsnapten', Tijdschift van Waterstaatsgeschiedenis 13 (8-
Rapport van ir. P. Santema van de Rijkswaterstaat inzake de beveiliging van centraal Holland en westelijk Utrecht tegen overstromingen, mei 1953 (NA Archief Deltacommissie 2.16.45), 90.
Plaats een reactie
Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?
Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.
Ontvang de laatste verhalen in je mailbox
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!
1 reacties
Een indrukwekkend verhaal, alleen jammer dat hierin de 2 andere helden (nog) niet worden genoemd