Naar overzicht

Tien keer (on)bekend immaterieel erfgoed in Zuid-Holland

Erik van den Berg
09 april 2024 — 1 reacties

Tradities, kennis, rituelen en expressies: het zijn allemaal vormen van immaterieel erfgoed. Ze worden overgedragen van generatie op generatie en vormen een belangrijk onderdeel van de identiteit en cultuur van een samenleving. In Zuid-Holland tref je een brede waaier van dit levende erfgoed. Tien verrassende voorbeelden.

Belangrijk om te weten is dat immaterieel erfgoed soms een lange traditie heeft en al eeuwen wordt overgedragen, maar dat dit niet noodzakelijk is: ook een relatief jonge traditie, zoals bubbling, kan met recht immaterieel erfgoed genoemd worden. Als het op dit moment maar 'leeft' en actief in praktijk gebracht wordt.

Onderstaande vormen van immaterieel erfgoed zijn door de beoefenaren ervan aangemeld bij KIEN, het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland. KIEN ondersteunt sinds 2012 erfgoedgemeenschappen bij het borgen van immaterieel erfgoed voor de toekomst en werkt daarbij samen met onderzoekers, beleidsmakers en provinciale kenniscentra op het gebied van erfgoed, zoals Erfgoedhuis Zuid-Holland.

Immaterieel erfgoed zijn alle niet-tastbare aspecten van cultureel erfgoed, zoals tradities, kennis, rituelen en expressies

Tilduivensport beoefenen

Weleens van tilduiven gehoord? Het is een typisch Haags fenomeen dat nog steeds fanatiek in praktijk wordt gebracht. Al eeuwenlang werd er in de duinen rondom Den Haag gejaagd, vooral door de adel. Vermoedelijk werden hierbij ook valken gebruikt. Sinds de Napoleontische tijd mochten burgers duiven houden, waarna ook het hebben van tilduiven opkwam. Dit ontwikkelde zich tot een typisch Haagse hobby.

Het werkt als volgt: duiven worden gehouden in hokken of tillen in tuin of op balkon, waarbij de mannetjesduiven worden ingezet om vrouwtjes te lokken met hun paringsdrift en zogeheten luchtwerk. Als het vrouwtje meekomt wordt zij – op sportieve wijze – gevangen en niet meer teruggegeven aan de vorige eigenaar. Zo heeft de hobbyist er een duifje bij. Doel behaald!

Vooral in de arbeiderswijken was de tilduivensport populair; in de hoogtijdagen waren er vele honderden hokken te vinden. Al het gepoep en gekoer gaf natuurlijk overlast. In de loop van de vorige eeuw verminderde het aantal houders onder invloed van regulering en ook door vergrijzing verdween de hobby wat uit het straat- en luchtbeeld.

Een van de bekendste vereniging van houders van tilduiven is Ons Belang, dat in 1920 werd opgericht en nog steeds bestaat. Het ledenaantal is na jaren van teruggang zelfs weer groeiende, waarmee dit immateriële erfgoed wat aan levenskracht heeft gewonnen.

Het Binnenhof (2-12-1950)

Bubbling

Bubbling (of is het nu bobbeling?) is een stroming binnen de hiphop met haar eigen muziek en herkenbare dansstijl die sinds de jaren tachtig ontstond in Nederland, in de regio Rotterdam. Het is tevens het geluid dat geliefd werd bij de generatie Antilliaanse immigranten die toen naar Nederland kwam.

Bubbling werd schurend erfgoed: de muziek kenmerkt zich door Jamaïcaanse dancehall-ritmes, de dans door het intieme ‘schuren’ en schudden van de billen, en later de opzwepende battles die werden gehouden. De dans maakt nog regelmatig wat los: "Vulgair" en “Provocerend”, zeiden buitenstaanders. “Een inperking van de Caraïbische culturele traditie” en “discriminerend”, zo protesteerden de bubbling-belanghebbenden, die stelden dat het om een misverstand ging.

Wil je je eerste bubble-bewegingen leren? Kijk dan hier, of speel onderstaande video en zet je beste beentje voort. Meer weten over de ontstaansgeschiedenis? Bekijk via deze link de documentaire over de oorsprong van bubbling en de twee Nederlandse grondleggers, MC Pester en dj Moortje. Zij vestigden met bubbling een nieuwe muziekstijl: aanstekelijk als die is, verspreidde deze zich vanuit ons kleine landje zelfs over de hele wereld! 

Moortje (DJ Set) X Papi Chulo | Bubbling 2021

Bloemencorso Bollenstreek

Het beroemde corso van de Bollenstreek is een van de jaarlijkse hoogtepunten van de deelnemende gemeenten, zoals Hillegom, Lisse, Sassenheim, Haarlem, Bennebroek en Noordwijkerhout. Bovendien trekt de parade vele duizenden toeschouwers van buiten die plaatsen.

Het ontstaan van het bloemencorso in de Bollenstreek is te danken aan hyacinten- en amarylliskweker Willem Warmenhoven uit Hillegom. Warmenhoven bedacht in 1947 om op zijn vrachtwagentje de vorm van een walvis te maken en deze met hyacinten te overdekken. Warmenhoven reed met zijn wagen naar Lisse en weer terug, om zijn bolbloemproduct te laten zien. Dit was zo’n groot succes, dat de burgemeesters van Lisse en Hillegom besloten om een comité te vormen om vanaf elk voorjaar een corso te laten rijden. Ook Sassenheim sloot zich hierbij aan. Het verschijnsel bloemencorso is overigens niet uniek; zo werd het in Wenen in de negentiende eeuw al georganiseerd. Beter goed gejat...

In de jaren daarna breidden de opzet en route zich uit, met ieder jaar een ander thema. Meestal vindt het evenement de derde of vierde zaterdag van april plaats. Dit jaar staat de tocht in het teken van ‘celebrating memories’. Over herinneringen gesproken: in 2022 reed bij het 75-jarig jubileum van het corso opnieuw de walvis-wagen van bedenker Warmenhoven mee, voorop in de stoet.

Bloemencorso's in Zuid-Holland

Bekijk een overzicht van bloemencorso's in Zuid-Holland in 2024.

Schiedamse moutwijn stoken

Dat veel immaterieel erfgoed wordt gedragen door een plaatselijke gemeenschap, zie je ook bij moutwijn uit Schiedam die nog altijd lokaal gestookt wordt.

Al in de zeventiende eeuw groeide daar het stoken van moutwijn in populariteit, tot er in de stad vele branderijen waren. De piek lag in de tweede helft van de negentiende eeuw, toen er in Schiedam maar liefst vierhonderd branderijen, distilleerderijen en mouterijen waren. Borrelmaatjes onder elkaar, zullen we maar zeggen.

Eind negentiende eeuw liep dit aantal sterk terug, toen met een nieuwe manier van distilleren makkelijker een hoger alcoholpercentage kon worden bereikt dan op de ambachtelijke wijze. Zo is ook op te maken uit deze noodkreet in het Rotterdamsch Nieuwsblad op 4 februari 1901 (bron):

De nog overgebleven mouterijen hebben slechts voor een gedeelte werk. Alle andere panden in Schiedam (...) hebben minstens de helft van hun waarde verloren, hetgeen een enorm kapitaalverlies uitmaakt. Ook de waarde der weilanden om de stad is zeer achteruit gegaan. In één woord, de branderijen de hoofdindustrie van Schiedam en daarmede het fortuin en het bestaan van het grootste gedeelte harer inwoners, hebben onnoemelijke schade geleden en indien de regeering niet ingrijpt om aan den tegenwoordigen onhoudbaren toestand een einde te maken, zal de geheele industrie volkomen ten gronde gaan, niettegenstaande de natuurlijke voordelen.

Er was geen houden aan. Zelfs de oprichting van de Vereeniging ter verbetering in den toestand van den moutwijnhandel kon de teloorgang niet voorkomen. Niet alleen de stokerijen werden getroffen, maar de hele moutwijnindustrie en afgeleiden in en rondom Schiedam. Zoals afnemers van het restproduct van spoeling, dat weer als veevoer kon worden verkocht (bekend van de uitdrukking “Vele varkens maken de spoeling dun").

In de loop van de twintigste eeuw dreigde het ambacht zelfs helemaal te verdwijnen. Dit gaf de impuls voor de oprichting van het Jenevermuseum, dat in 1996 opende. In het museum is het hele stookproces te volgen van de ‘echte Schiedamse jenever’. En natuurlijk kan er ook moutwijn en jenever geproefd worden! Het jaarlijkse Jeneverfestival geeft een creatieve draai aan de klassieke moutwijn en laat ook nieuwe doelgroepen ermee kennismaken met onder andere master classes en een cocktailwedstrijd.

Boerenkaas maken

Oer-Hollands als het lijkt, traditioneel kaasmaken is zeldzaam aan het worden. Onder druk van schaalvergroting en modernisering is het charmante beeld van de boer(in) op het krukje naast de uier grotendeels verdwenen. Alleen is niet elke kaas daar bij gebaat: boerenkaas is kaas die juist grotendeels met de hand gemaakt wordt van dagverse, rauwe melk. De melk komt rechtstreeks van de koe en wordt volledig verwerkt op de kaasboerderij.

Dit in tegenstelling tot fabriekskaas, waarbij de melk naar de fabriek wordt gebracht, om daar gepasteuriseerd (verhit) te worden waarmee bacteriën en dus smaak verloren gaan. Ook wordt daar een standaard-vetgehalte aangehouden. Boerenkaas heeft door de andere productiewijze een ambachtelijk, streekgebonden karakter, met een eigen smaak die bepaald wordt door de aard van het weiland (gras- en plantensoorten), grondsoort en klimaat.

In Zuid-Holland worden vooral de Goudse en Leidse boerenkaas nog op ambachtelijke wijze gemaakt. Met een beperkt leger aan makers blijft deze traditie weliswaar levend, maar ook kwetsbaar. Om deze te borgen voor morgen, is boerenkaas maken sinds 2017 als immaterieel erfgoed vastgelegd in de inventaris van KIEN. 

Hennakunst

De traditie van de hennakunst is al eeuwen oud en wordt binnen vele culturen en religies aangehangen, maar is in Nederland relatief nieuw. Met de komst van onder meer Marokkaanse, Turkse en hindoestaanse migranten is het gebruik hier ook zichtbaarder geworden. 

De kunst bestaat uit het aanbrengen van tijdelijke versieringen op de huid met behulp van een spuit, gevuld met een pasta van onder meer vermalen hennablaadjes. Na het aanbrengen ervan blijft een roodbruine kleur achter op de huid. De kunst beeldt allerlei (symbolische) figuren af, mondeling overgedragen of moderne, verzonnen variaties. 

In Nederland is Fatima Oulad Thami een van de belangrijkste henna-VIP's. Oulad Thami zet zich met haar bedrijf Hand of Fatima vanuit Ridderkerk in voor het behoud en de overdracht van de hennakunst. Ook was zij betrokken bij het bijschrijven van deze traditie in de inventaris immaterieel erfgoed in 2014, waarmee de toekomstvisie van dit gebruik in Nederland geborgd werd. Bekijk haar hierboven in een korte reportage, gemaakt door Erfgoedhuis Zuid-Holland in 2020.

Riviervisserij

Met alle kweekvis en vis van kotters en trawlers zou je bijna vergeten dat er nog een smakelijk visgenre is: halverwege de negentiende eeuw werd er in Nederland (en Zuid-Holland) ook nog op alle grote rivieren gevist. Vooral zalm, maar ook houting, fint, bot en elft kwamen toen nog volop voor in de wateren en genereerden een solide bron van inkomsten. Er werd een aantal typische, eeuwenoude vistechnieken gebruikt, zoals de zalmsteek, zalmzegen, of ankerkuil.

Met het verslechteren van de waterkwaliteit nam de riviervisserij in honderd jaar tijd echter drastisch af. Riviervis was niet meer geschikt voor consumptie. Een kleine opleving in de jaren zeventig daargelaten nam deze vorm van visserij verder af tot een treurige zeldzaamheid.

Tegenwoordig is er nog een klein aantal riviervissers actief, dat ondanks de uitdagingen en beperkingen kan leven van de visserij. In Zuid-Holland is dat het familiebedrijf W. Klop en zonen uit Hardinxveld-Giessendam. Zij richt zich op een selectieve, duurzame vangst van schubvis, vaak met behulp van moderne technieken.

Sinds 2021 staat de riviervisserij vermeld in de inventaris immaterieel erfgoed. Of dit het behoud van deze traditie gaat helpen is nog maar de vraag: riviervisserij blijft kwetsbaar voor bijvoorbeeld waterverontreiniging. Doel van de vermelding als immaterieel erfgoed is dan ook om via de riviervisserij het leefmilieu van de vissen te verbeteren en zo de toekomst van dit ambacht veilig te stellen. 

Volkstuinieren

Van zaadje tot slablaadje op het bord: niets zo bevredigend (en lekker!) als het kweken van je eigen groenten en fruit. In Nederland zijn volkstuinen verworden tot instituut waar iedereen - jong, oud, rechts, links, autochtoon, of nieuwe Nederlander, groene vingers of niet - welkom is om zich die kweekkunst eigen te maken en 'in de natuur' te zijn. En dat er nog meer is te leren in de volkstuin is mooie bijvangst.

Sociaal is de impact bijvoorbeeld niet te onderschatten: zo valt of staat een gezonde, gezellige, bloeiende volkstuin bij vrijwillige participatie door de tuiniers. De tuinen zijn een mooie dwarsdoorsnede van de maatschappij, waar iedereen met elkaar te maken krijgt. Hoe typisch Nederlands het fenomeen ook lijkt, volkstuinen zijn overal in (en buiten!) Europa te vinden.

Volkstuinen in Zuid-Holland

Lees alles over de geschiedenis van volkstuinen in Zuid-Holland in dit verhaal door Timo Waarsenburg.

In Zuid-Holland is wel relatief het grootste percentage landoppervlak als volkstuin in gebruik, zo'n 2000 voetbalvelden in totaal. Al in de Middeleeuwen verbouwden edelen en geestelijken groenten voor eigen gebruik, met varianten van kool op stip bovenaan als favoriete gewas. In de zeventiende eeuw ontstonden de eerste volkstuincomplexen in Rotterdam, toen particulieren met elkaar stukken land buiten de stad kochten. Volkstuinen voor het 'gewone volk’ ontstonden pas in de negentiende eeuw, op initiatief van de in 1784 opgerichte Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen.

In 1913 telde Den Haag al 270 tuinen, Rotterdam 243, Schiedam 128 en Leiden 114. Landelijk stond de teller op 2153. In datzelfde jaar 1913, nodigde het bestuur van de Haagsche Volkstuinen bestuurders en beheerders van volkstuincomplexen in het hele land uit om over de toekomst te spreken. Resultaat hiervan was het rapport ‘Over de stand der volkstuinen in Nederland’. Daarin werd voor het eerst onderscheid gemaakt tussen arbeiderstuinen, die bedoeld waren om in voedsel te voorzien, en volkstuinen, die arbeiders uit de stad wat frisse lucht, zon en vrijetijdsbesteding konden bieden. Nog geheel in de geest van het Nut waren beide tuintypen bij uitstek bedoeld om de armste bevolkingsgroepen te ondersteunen. Volksverheffing, zoals dat toen deftig heette.

In Zuid-Holland is het Volkstuinieren in Rotterdam deel van het netwerk immaterieel erfgoed, maar staat het (nog) niet bijgeschreven in de inventaris. Dat geldt bijvoorbeeld wel voor Alkmaar, waar het gebruik werd voorgedragen voor de inventaris. Wat het verschil is? Potato, potata; het lijkt een begrippenkwestie. Feit is dat het gebruik volop levend is en voor vele Zuid-Hollanders een waardevolle tijdsbesteding, die - inventaris of niet - gemeengoed zal blijven.

Het roken van een pijp

Heeeeel soms ruik je de geur nog: pijptabak, gerookt door een krasse knar, of hipster die aan zijn imago werkt. Maar even zonder gekheid, ook het roken van een pijp is een traditie die alleen nog in beperkte lagen wordt gebezigd. Om deze niche weer op de kaart te zetten en kans op overlevering te vergroten, staat pijproken sinds 2015 bijgeschreven op de inventaris immaterieel erfgoed van het KIEN. Er zijn diverse borgingsacties gepland om dit erfgoed levend te houden, zoals grotere zichtbaarheid van de dit erfgoed en de ongeveer tien pijprookgildes in Nederland, de organisatie van een NK Pijproken.

Soo de ouden songen, pijpen de jongen

Wat maakt deze gewoonte zo bijzonder? Met de (her)ontdekking van de Amerika's door Columbus in de vijftiende eeuw volgde de introductie van tabak als medicijn en genotsmiddel in Europa. Eind zestiende eeuw kwam het pijproken ook in Nederland op. Dit gebeurde door zowel mannen als vrouwen uit hogere, en vanaf de achttiende eeuw ook lagere, kringen. Dat ook kinderen voor de bijl gingen, is bijvoorbeeld te zien op het schilderij Het vrolijke huisgezin van Jan Steen, ook wel 'Soo de ouden songen, pijpen de jongen'. Het roken gebeurde eerst met pijpen van klei, later  werden ze gemaakt van porselein, sepioliet (zgn. meer- of zeeschuim) of het hout van de boomheide. In Nederland is er tegenwoordig nog één (Koninklijke) pijpenfabrikant; de firma Gubbels, bij Roermond. één (Koninklijke) pijpenfabrikant, de firma Gubbels bij Roermond.

Het materiële erfgoed bestaat behalve uit pijpen en schilderijen uit onder meer rokersstoelen, tabakspotten, stoppers en kwispedoors, oftewel spuwpotten. Maar belangrijkste was het soort tabak, dat door de eeuwen veranderde en zich in allerlei richtingen verfijnde. 

De nog actieve verenigingen en gildes houden zich vooral bezig met het gezamenlijk proeven van de diverse soorten en het uitdragen van de pijprookcultuur. En af en toe wordt daarbij zelfs nog het nieuws gehaald: zoals in 2022, toen de 78-jarige Jan Both uit Rotterdam tweede werd op het WK pijproken in Istanbul. Both wist zijn pijp maar liefst 55 minuten en 56 seconden ‘aan de praat te houden’.

Bronnen

  • UNESCO
  • Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN)
  • Delpher
  • Algemeen Dagblad
  • NPO3
  • Tilduivenbond Ons Belang
  • Wikipedia
  • Huygens Instituut
  • De Nederlandse Federatie van Pijprokers (NFP)
Over de auteur

Erik van den Berg werkt als communicatie-adviseur bij Erfgoedhuis Zuid-Holland. Na zijn opleiding geschiedenis (BA) en journalistiek (MA) in Leiden werkte hij als redacteur bij de Publieke Omroep (VPRO, NTR) en als zelfstandig tekstschrijver.

1 reacties

Hein Krantz 15 april 2024

Jullie vergeten de 3-oktober feesten in Leiden toch niet? Sinds 1574 elk jaar gevierd (behalve in de oorlogsjaren). Museum De Lakenhal wijdt daar een tentoonstelling vanaf september dit jaar.

Plaats een reactie

Verzenden

Ontdek meer

Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?

Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.

Ontvang de laatste verhalen in je mailbox

Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.