Ook in Zuid-Holland wilde men op de hoogte blijven van de laatste Verlichtingsideeën. Sommige mensen deden dit door middel van wekelijkse tijdschriften, spectators genoemd.
In de achttiende eeuw, de eeuw van de Verlichting, groeide overal in de westerse wereld het geloof in wetenschappelijke vooruitgang, ook in Zuid-Holland. Veel mensen waren enthousiast over nieuwe ontdekkingen en wilden hierover goed geïnformeerd worden. Dit gebeurde door middel van tijdschriften en boeken, waaronder zogenaamde spectators, wekelijkse tijdschriften, die berichtten over de ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving.
Genootschappen
Ook ontstond er een algemene behoefte om zich te verenigen in genootschappen, waar men zich met stadsgenoten verder kon ontwikkelen en bij kon dragen aan een betere maatschappij. In veel Zuid-Hollandse steden werden genootschappen opgericht die zich met een bepaald wetenschappelijk of maatschappelijk thema bezighielden. Zo werd in 1766 in Leiden de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde opgericht. De leden verrichtten belangrijk wetenschappelijk onderzoek naar literatuur en letterkunde. De maatschappij bracht een tijdschrift uit en ontwikkelde een enorme bibliotheek. Later, in de negentiende eeuw, werd de bibliotheek onderdeel van de Leidse Universiteitsbibliotheek.
Proefondervindelijke wijsbegeerte
Enkele jaren later, in 1769, werd in Rotterdam het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte opgericht. Het genootschap wilde een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van wetenschap en techniek en probeerde dit te bewerkstelligen door het ontwikkelen van cursussen en het uitschrijven van prijsvragen. Hiermee had het genootschap succes. Zo was het in 1785 verantwoordelijk voor het eerste werkende stoomgemaal, gemaakt door de Engelsman James Watt.
’t Nut van 't Algemeen
Een ander voorbeeld van een belangrijk genootschap uit de achttiende eeuw is de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen, dat in 1784 in Edam werd opgericht. Het hield zich bezig met zaken die het algemeen belang dienden, zoals opvoeding, onderwijs, ontwikkeling en maatschappelijke discussie. Het ontwikkelde zich al snel tot een landelijk genootschap, met diverse lokale afdelingen, zoals in 1785 in Rotterdam en in 1796 in Den Haag, waar het zeer actief was. De maatschappij stichtte lagere scholen, het Nutsziekenfonds en Nutsspaarbanken.
Plaats een reactie
Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?
Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.
Ontvang de laatste verhalen in je mailbox
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!
0 reacties