Jan Schouwenburg (1900-1989) groeide op als boerenzoon aan de ’s-Gravendeelse Schenkeldijk. In 1925 werd hij boer op een boerderij 1 kilometer verderop aan de Kooilandsedijk vallend onder Strijen. Zijn land was door de Duitsers onder water gezet en daarom moest hij verhuizen. Vanwege zijn mededelingen over de stand van zaken op het platteland laten we dit dagboek al in januari beginnen.
30 januari 1945
Vandaag zijn wij onder sneeuwbuien en gladde wegen verhuisd naar de familie Schelling in de Mookhoek. 3 vrachten met 1 paard en 1 vracht hout. Men went aan alles, zelfs aan narigheid en ’s avonds waren wij alweer blij dat de kachel al zo lekker brandde en het al zo warm was in de kamer.
31 januari
Vandaag is het gaan dooien en onder regen en wind hebben wij de rest verhuisd en vanmorgen zijn wij eerst thuis geweest om een vracht elzenhout. Wij zagen toen dat de moffen ons met een bezoek vereerd hadden. Zij hadden een slot geforceerd, een deur ingetrapt en alles overhoop gehaald.
3 februari
Vandaag zijn wij weer eens thuis geweest en er is een gedeelte van de wei en de boomgaard bloot gekomen. De grasmat en de boomgaard zijn dood en de stee heeft veel geleden en er ligt een hele laag ebslik in de schuur. En zal het nog tijdig genoeg aflopen om deze lente nog wat te bezaaien, ik betwijfel het. Als wij de oorlog overleven hebben mijn zoon en ik een vijfjarenplan opgesteld om de boel op te knappen. Wat zal er van terecht komen?
13 februari
Vandaag hebben ze bij ons legpoters[1] gestolen, dit is al voor de 4de keer dat zij in de put geweest zijn.
15 - 24 februari
Wij wonen hier bij Schelling en er komen veel hongerige mensen aan de deur. Aan de Schenkeldijk nog steeds Duitsers en in de Mariapolder mag men thans in het geheel niet meer komen. Kwam er maar gauw een einde aan de oorlog.
9 - 18 maart
Ik heb gewed, om f 25,00 dat wij op 1 april vrij zouden zijn hier in de Hoeksche Waard. Maar ik geloof op heden dat het toch hard mee moet vallen wil ik het winnen. Verder heb ik deze week weer een koe moeten leveren en word ik zo van lieverlee uitgekleed en gister kreeg ik de minder aangename tijding dat het paard ‘de Marie’ dood is. Zij is gestorven tijden een reis van Hamelen naar Drenthe. Alweer een paard minder en ik ben benieuwd wie of dat moet lijden. Ik of degene die dat paard gevorderd hebben. Dan heb ik gister gehoord dat bij ons in de Strijensche polder, de Duitsers de heulen hebben laten springen en zo gaat de vernieling maar door. Wij wonen hier al weer bijna 7 weken en nog is het einde er niet.
26 maart - 12 april
De Duitsers hebben hier aan de Schenkeldijk de vlasvoorraden gevorderd. De laatste dagen ben ik 3 maal in de polder Nieuw Beversoord geweest, waar men niet mag komen, doch J. Schelling heeft de stoute schoenen maar aangetrokken en is ongevraagd en dus ongeweigerd aan het ploegen en eggen gegaan. Verder durft bijna niemand de koeien buiten te doen en die het doet, haalt ze 's nachts weer binnen, omdat er zoveel gestolen wordt.
14 april
Ook ben ik weer eens thuis geweest, het water was weer wat gezakt. Het hoogste gedeelte begon weer groen te worden, doch het was meer onkruid dan gras. Als bijzonderheid meld ik hier even dat op de 2e meet[2] van de wei, die op zichzelf toch ook rondom in het water ligt, al een mol aanwezig was.
30 april
Hier in Holland zijn de moffen nog de baas, hoewel de Amerikanen voor de voedselvoorziening beginnen te zorgen. De laatste week heeft het ontzettend geregend en als gevolg van het stilliggen der electrische centrale kan er geen enkele watermachine malen, zodat het waterpeil in de polders onrustbarend stijgt en hier en daar de kant opgaat. Ik denk het volgende week wel af zal lopen met de oorlog. […]
5 mei
Vanmorgen met een oranjestrikje op wezen melken en bij sommigen hing de vlag al uit en toen ik terugkwam vlagde bijna iedereen. De moffen stonden echter nog aan de Schenkeldijk en wij mochten er niet in. Door te vroeg feesten zijn er nog een paar slachtoffers gevallen. In Strijen moest de vlag weer van de toren en de sluis op Sas mocht nog niet open en die krengen zijn nog gewapend.
6 - 9 mei
De sluis op Sas staat open en het water begint te zakken in het inundatiegebied. Duitsland heeft onvoorwaardelijk gecapituleerd en het Ondergrondse front heeft nu het heft in handen. Maandagavond zijn 4 moffenmeiden kaal geschoren en dinsdag zijn in 's-Gravendeel vele NSB’ers gevangen gezet en voormiddags kwamen 4 auto's met Canadezen kwartier maken en ‘s avonds arriveerden honderden auto's met Canadezen op 's-Gravendeel, die enthousiast door de bevolking ingehaald zijn.
26 mei
Vandaag zijn wij weer naar het Kooiland teruggekeerd en hebben de familie Schelling, waar wij 3 maanden geweest zijn weer verlaten. Het is hier in het Kooiland een bende, alles even kaal en nat en heel de boomgaard is dood en wordt thans uitgerooid en in huis is alles nog nat en geen deur kan er toe. Hier en daar lekt het nog, doch wij zijn weer in ons eigen huis en kunnen het zelf weer opknappen en gezellig maken. De wei wordt opnieuw ingezaaid en zo gaan wij weer met nieuwe moed aan de gang.
Dit verhaal werd in 2020 gepubliceerd in het boek De Bevrijding volgens Ooggetuigen. In dit boek vertrouwen 45 Zuid-Hollandse ooggetuigen ons hun ervaringen van de bevrijding toe. Alle 45 verhalen lezen? Bestel dan het boek.
Voetnoten
[1] Pootaardappelen
[2] Een lang opstrekkend weiland is verdeeld in percelen, ‘meten’ genaamd.
Plaats een reactie
Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?
Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.
Ontvang de laatste verhalen in je mailbox
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!
0 reacties