Poldergemaal Hogeveensepolder
Trekvaartroute
Aan weerskanten van de Leidsevaart staan twee poldermolens, die water uit de polders lozen op de trekvaart. Ze stonden er al voordat de trekvaart werd gegraven. Eerst draaiden ze op windkracht, later werden ze aangedreven door een brandstofmotor. Tegenwoordig hebben gemalen hun functie overgenomen.
Deze achtkantige watermolen met stenen onderbouw is gebouwd in 1654 voor het droogmalen van de Hogeveensepolder. De molenaar was dag en nacht in touw om de waterstand in de polder op peil te houden. Honderd jaar geleden was de Hogeveensepolder nog een weidegebied, waar vee werd gehouden. Daarna kwam de polder in gebruik voor de bloembollenteelt. Daarom werd de veenbodem vervangen door zand. In 1930 kwam er een dieselmotor in de molen, om minder van de wind afhankelijk te zijn.
Aan de oostkant van de trekvaart staat de Lageveensemolen. Deze houten wipmolen is gebouwd in 1890, maar op die plaats stond al in 1651 een watermolen die de Lageveense Polder bemaalde. Deze houten molen is twee keer verplaatst: de eerste keer in 1657 vanwege de aanleg van de trekvaart. De tweede keer in 1842, toen vlak naast de trekvaart de spoorlijn Haarlem-Leiden werd aangelegd.
In 2016 heeft dit gemaal de functie van de windmolen en de dieselpomp overgenomen. Het Hoogheemraadschap van Rijnland liet in 2016 een nieuw poldergemaal bouwen. Sindsdien is de Hogeveensemolen buiten werking, maar als het nodig is, kan de windmolen nog altijd dienen als hulpgemaal.
Beide molens zijn Rijksmonumenten en zijn eigendom van de Rijnlandse Molenstichting. De molens zijn op afspraak en op speciale dagen te bezichtigen.
Je suggesties zijn welkom en helpen ons de meest bijzondere plekken te delen met ons publiek. Dank voor je bijdrage!
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!