In een oud gebouw ben ik me vaak heel bewust van de mensen die daar vroeger geleefd hebben. Alsof ze nog een beetje aanwezig zijn. Er zijn plekken waar dat gevoel voor veel mensen sterk is. ‘Het lijkt wel of het hier spookt’, zeggen ze dan. Neem nou het voormalig stadspaleis het Spaanse Hof in Den Haag, waar vaak vreemde dingen gebeurden…
Catharina de Chasseur had de laatste dagen van haar leven in verbijstering doorgebracht. Goed, ze snapte wel dat het niet netjes was wat ze gedaan hadden. Valsemunterij was bedrog, munten een beetje bijsnijden ook. Maar uiteindelijk was het maar geld, toch? Ze had niemand vermoord. Niemand pijn gedaan. En toch… de doodstraf… Heel Den Haag zou volgende week toe kunnen kijken hoe zij in vlammen op ging. Want een zwaard, dat was te veel eer voor een vrouw. Zelfs voor de vrouw van een man die zoveel macht had als Gerrit van Assendelft.
Onverwacht werd ze twee dagen later midden in de nacht uit haar cel gehaald. Geen publiek. Geen vlammen. Maar water. Héél veel water… Ze vocht met elke vezel van haar lijf om adem. En terwijl ze dat deed, flitste haar leven aan haar voorbij.
Prille liefde
Ze was weer terug in Orléans. Net zestien, en ze werkt in een herberg. Gerrit was daar gewoon een klant geweest; een student uit Holland, daar waren er wel meer van. Knappe jongen, ook daar waren er meer van. Maar in tegenstelling tot al die andere knappe studenten hield hij z’n handen thuis. Glimlachte écht naar haar. Ze konden het goed vinden samen. Heel goed. Eerlijk is eerlijk, hij was niet de eerste met wie ze in bed belandde. Wel de eerste die haar fatsoenlijk behandelde. De eerste die haar ten huwelijk vroeg… En zij zei ja.
Ze wist toen nog niet wie hij eigenlijk was. Hoe rijk en belangrijk zijn familie wel niet was. Maar toen kwamen de brieven…Van zijn moeder, zijn ooms. Hoe hij het in zijn hóófd gehaald had… Slapen met een barmeid, vooruit. Maar je trouwt er niet mee. Nooit! Liefde?? Sinds wanneer had een huwelijk iets met liefde te maken?! Wat had hij aan een vrouw zonder connecties, zonder geld? Ze maakten duidelijk indruk, want op een ochtend was hij gewoon verdwenen. Terug naar Holland.
De familie dacht dat daar de kous mee afgedaan was, maar die kenden Catharina nog niet. Ze liet zich niet zomaar aan de kant zetten! Dus reisde ze hem achterna, en vocht de zaak aan bij het Hof van Holland. En won. Dit huwelijk was wettig, Gerrit moest zijn vrouw gewoon bij zich in huis nemen.
Haar schoonfamilie besloot vervolgens haar te negeren. Ze sprak niet tegen haar, handelde alsof ze onzichtbaar was. En Gerrit - liet het gebeuren… Hij behandelde haar niet slecht. En soms laaide de passie tussen hen weer op, zodat ze uiteindelijk toch nog een kind kregen. Nicolaas. Haar àlles! Maar Gerrit liet zich weinig aan hem gelegen liggen en zodra het kon stuurde hij hem naar school in Frankrijk.
Toen zijn moeder stierf bleek ze Catharina en Nicolaas uitgesloten te hebben van de erfenis. En dat zette Gerrit aan het denken; kon hij dat ook? Hij probeerde het, maar Catharina liet het er niet bij zitten. Ze sleepte hem opnieuw voor het gerecht. Uiteindelijk draaide het uit op scheiding van tafel en bed, met een jaartoelage. En de belofte dat hij voor Nicolaas zou zorgen.
En aan díe belofte hield ze zich vast toen de beul haar vastbond op die pijnbank, een trechter in haar keel ramde, en begon te gieten…
De erfenis
Toen ze haar ogen open deed was ze drijfnat en terug in Huis Assendelft. Het duurde een tijdje voor ze zelf doorhad dat ze er niet echt was. Of liever gezegd, niet lijfelijk. Ze was, zoals ze altijd geweest was, onzichtbaar - en onhoorbaar. Eigenlijk wilde ze hier helemaal niet wezen. Maar toch - ze wilde zeker weten dat Gerrit zich aan zijn belofte zou houden. Dat hij voor Nicolaas zou zorgen…
Ze hoorde het hem zeggen tegen zijn secretaris: “Ik denk niet dat mijn zoon de juiste opvolger is. Een Heer van Assendelft die afstamt van een misdadiger. Van een vrouw van laag allooi… Nee, dat kan echt niet.” “Jij bent zèlf met me getrouwd!” schreeuwde ze. Maar niemand hoorde haar.
Catharina zag hoe Gerrit aan de slag ging. Om te beginnen haalde hij zijn zoon van school, en dwong hem een kerkelijk ambt in. “Dat is echt beter,” zei hij tegen de jongen. “Dankzij je moeder zal niemand jou ooit bij het Hof van Holland accepteren.” Vervolgens ging Gerrit rekenen, handelen, ruilen, puzzelen. Bewoog Karel V tot dispensatie. Sloot een deal over leenrechten met de jonge Willem van Oranje. Alles net op het randje van de wet. Maar zó dat Nicolaas echt het absolute minimum kreeg van waar hij recht op had, liefst nog een beetje minder. In zijn plaats werd neef Otto de echte erfgenaam. Die was tenslotte keurig geboren uit twee adellijke ouders…
Catharina was wóest! Maar ze kon niks. Ze was een schim. Een schaduw. En toch… haar woede leek haar kracht te geven. Gerrit zag haar niet - maar als ze bovenop zijn schrijftafel naar hem ging zitten staren merkte ze gewoon dat hij ongemakkelijk werd. Hij zag haar niet - maar hij voelde haar. En dus achtervolgde ze hem. Ze zat op de tafel, lag in zijn bed, tuurde uit het haardvuur. Een enkele keer keek hij angstig om zich heen - “Catharina…?” fluisterde hij dan. Hij kon het met niemand delen. Hij, de machtigste ambtenaar van Holland, kon toch niet gaan vertellen dat zijn vrouw bij hem spookte?! Ze kwelde hem tot hij stierf, en zijn geest recht tegenover haar furie kwam te staan. Hij maakte dat hij weg kwam!
En zij - zij hoorde geruchten. Gesprekken tussen neef Otto en zijn vrouw. Nicolaas had het er niet bij laten zitten, begreep ze. Hij vocht het aan. Met succes! Al kwam hij nooit meer naar Den Haag.
Poltergeist
De tijd verstreek, zoals de tijd dat doet. Bewoners kwamen en gingen. Mensen die ze helemaal niet kende, waar ze niets mee af te rekenen had. Ze probeerde om een keurig, onzichtbaar huisspook te worden. Maar ze verveelde zich… En dus begon ze geintjes uit te halen. Schilderijen hingen ineens scheef, deuren en ramen gingen spontaan open. Soms ging ze gewoon een poosje op een stoel zitten, die dan drijfnat werd - ze was na al die jaren nog steeds kletsnat. Ze joeg een dienstmeisje van Johanna de Witt de stuipen op het lijf door midden in de nacht de dekens van haar bed te rukken. En toen Johanna dat in een brief een beetje lacherig afdeed als ‘...ze denkt dat het spookt...’ kwam ze ’s nachts ook even bij haar langs. Soms liet ze toch een glimpje van zichzelf zien. Een schim aan het eind van het bed, een vage mist in de gang. Soms hoorden ze haar rokken ruisen. Onzichtbaar. Maar aanwezig.
De familie verkocht het huis aan de Spaanse Ambassadeur. Het huis kreeg een nieuwe naam. Er kwamen drastische verbouwingen; zo drastisch dat lang gedacht is dat het huis tot op de fundamenten afgebroken was. Maar wat ze ook aan het huis veranderden, Catharina bleef. En joeg iedere nieuwe ambassadeur en zijn familie stilletjes de stuipen op het lijf, uit welk land die dan ook kwamen. Door af en toe iets door de kamer te laten zweven. Een koude hand in iemands nek te leggen, of heel verleidelijk haar vingers langs iemands kaak te laten glijden. Net zo lang te blijven staan tot het water door het plafond naar beneden kwam druipen, zonder dat er ooit een spoor van waterschade te vinden was. “Poltergeist” noemden de Pruissen haar, en die term bleef hangen.
Ze keek graag stilletjes naar de kinderen in huis. Soms zagen die haar ineens, dan werd het huilen. Hoewel, de jongste zoon van een Britse ambassadeur vond het wel gezellig als ze er was. Eén keer liet er iemand een priester komen om haar uit te drijven. Het was een lachertje! Alsof wat gezwaai met een wijwaterkwast de band die ze in al die eeuwen met dit pand had gekregen zou kunnen verbreken! Wat haalde die man zich in zijn hoofd zeg… Voor straf kwam ze een jaar later uitgebreid spoken tijdens een feestelijk banket. Ze zagen haar - en deden wat niemand nog gedaan had. Ze keken nu eens écht goed naar haar. Naar haar kleren, haar gezicht. En na flink wat speuren naar oude portretten gaven ze haar haar naam terug, die al eeuwen niemand uitsprak: Catharina de Chasseur.
In 1930 klaagt sir Odo Russel over een Poltergeist die deuren opent, dingen rond laat vliegen en water door het plafond laat stromen.
Stil verdriet
Het werd 1979. De Britse ambassadeur woonde in het huis, en had iemand in dienst die haar zó aan Nicolaas deed denken. Niet sprekend. Maar het was de manier waarop hij bewoog. De klank van zijn stem. Zijn lach… Uren zat ze te kijken als hij in de studeerkamer aan het werk was, terwijl de herinneringen aan haar eigen jongen door haar hoofd speelden. En toen, op een ochtend: pistoolschoten, van buiten het hek. De ambassadeur zat al half in de auto, zijn secretaris viel waar hij stond. Catharina bleef bij hem, wachtend op hulp…
Ze kwamen geen van beiden terug. Vermoord op de stoep van dat oude huis. En Catharina - huilde. Huilde om deze jongen. Huilde om haar zoon, haar eigen tragische leven. Huilde tot ze stil viel… En dat is ze tot op de dag van vandaag. Maar of ze ook echt weg is…?
Achtergrond
Is een spookverhaal ‘waar’? Leuke vraag! Dit verhaal bevat een aantal historische feiten, maar een opsomming van feiten is nog geen verhaal.
Feit…
- Alle in het verhaal genoemde personen hebben echt bestaan.
- Catharina is in 1541 veroordeeld voor valsemunterij en in de Gevangenpoort in Den Haag geëxecuteerd door middel van verdrinking.
- Gerrit van Assendelft heeft daarna zijn uiterste best gedaan zijn zoon te onterven.
- Hun huis, dat we nu kennen als het Spaanse Hof maar dat indertijd bekend stond als het Huis van Assendelft, staat aan Westeinde 12 in Den Haag.
- Het Huis van Assendelft is jarenlang verhuurd, ondermeer aan raadpensionaris Johan de Witt - wiens zus er ook wel kwam. In 1677 werd het verkocht aan de ambassadeur van Spanje. Daarna heeft het tot 1984 dienst gedaan als ambassade / residentie van de ambassadeur uit diverse landen.
- Bewoners door de eeuwen heen hebben aangegeven dat het hier ‘niet pluis’ is. Niet alles is tot in detail bewaard, met name uit de 20e eeuw komen meldingen van de Britse ambassade. Een overzicht:
- In 1653 komt de eerste melding, van Johanna de Witt. Haar dienstmeisje Grietje wordt wakker als iets of iemand de dekens van haar bed trekt. Ze ziet een donkere schim aan het voeteinde, maar zodra ze een kaars aansteekt is die verdwenen. Maar de deur staat open, en ze hoort het ruisen van een japon. Niet veel later bezoekt deze “geest” ook een tweede dienstmeisje, en uiteindelijk Johanna zelf.
- In de eeuwen daarna is het huis een ambassade. Los van elkaar melden veel bewoners onverklaarbare verschijnselen.
- In 1908 ziet de dochter van de ambassadeur een vrouw met een deken om zich heen.
- In 1930 klaagt sir Odo Russel over een Poltergeist die deuren opent, dingen rond laat vliegen en water door het plafond laat stromen.
- Zijn zoontje, David Russel, ziet met regelmaat een vreemde schim in zijn speelkamer.
- Lady Russel geeft een diner, en er komt een grote hoeveelheid water op de plek van de gastvrouw terecht. Als ze de tafel verschuiven is er echter geen spoor van waterschade.
- In 1960 ziet de zoon van ambassadeur Paul Mason een vrouw in een katoenen jurk. Verder nemen ze onverklaarbare voetstappen en bewegende deurklinken waar.
- In 1966 meldt ambassadeur sir Peter Garran onverklaarbare rook, en een vaas die ineens uit elkaar barst. Hij haalt er een priester bij om de geest te verdrijven. Dat werkt niet echt, want in 1967 verschijnt het spook tijdens een feest voor de verjaardag van de Queen. De gasten zien korte tijd een dame rondzweven, gekleed in historische kledij. Op basis van die verschijning is men gaan zoeken, en kwam de naam Catharine de Chasseur boven.
- In 1979 is de Britse ambassadeur, Sir Richard Sykes, op de stoep van dit gebouw doodgeschoten. Ook zijn Nederlandse assistent Karel Straub kwam daarbij om het leven.
… en fictie
Niemand weet wat er precies gebeurd is tussen Gerrit en Catharina. Wie zij precies was, waarom ze getrouwd zijn, hoe dat huwelijk was, hoe zij in de misdaad verzeild raakte… er zijn verschillende versies in omloop, maar niks is zeker. Óf het Catharina is die rondspookt in het Spaanse Hof, en waarom? Daar zullen de meningen over verschillen. Niet iedereen gelooft in spoken tenslotte…
Bronnen
- Bakker, M.S. en Smits-Veldt, M., In een web van vriendschap. Brieven van Nederlandse vrouwen uit de zeventiende eeuw.
- Pag. 62, brief van Johanna de Witt aan haar broer Johan de Witt, 1653.
- Braake, S. ter, Rond het Binnenhof: twintig Haagse geschiedenissen uit de zestiende eeuw. H. 5: De maagd van Orléans. Het tragische verhaal van Catharina de Chasseur.
- Kaffa, J. Ronddolende geest van Catharina de Chasseur. Artikel op website De Haagse Tijden (link)
- Stavenuiter, G en Castricum, G. Gerrit van Assendelft en zijn testament (1547) In: Heemskring, nr. 54, 55 en 56.
- Room for Diplomacy. Catalogue of Britisch embassy and consulate buildings, 1800-2010 (link)
- Wikipedia (diverse artikelen)
- Indebuurt.nl, Op spokenjacht in het Spaansche Hof (link)
- Liveabout.com, Best Real Ghost Pictures Ever Taken (link)
- Huygens Instituut, biografisch lemma over Catharina de Chasseur (link)
Plaats een reactie
Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?
Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.
Ontvang de laatste verhalen in je mailbox
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!
0 reacties