Naar overzicht

'Nooit eerder had ik mijn adoptiedossier bezien in het licht van de schandalen'

In-Soo Radstake
— 1 reacties

Op 27 maart 1980 arriveerde In-Soo Radstake met acht anderen vanuit Zuid-Korea op Schiphol. Zo'n vierentwintig uur eerder was hun reis begonnen vanuit de Koreaanse hoofdstad Seoul naar Tokio om uiteindelijk, via Alaska, in Nederland te eindigen. En daar begon voor hem een nieuwe reis: een innerlijke reis om de weg terug te vinden naar zijn identiteit. 

Ik kwam naar Rotterdam voor de liefde. Als beginnend filmmaker was ik eigenlijk onderweg van Zwolle, waar ik journalistiek had gestudeerd, naar Amsterdam: het kloppend hart van filmend Nederland. Maar in 2003 toog ik naar Rotterdam voor de research van mijn eerste documentaire genaamd Made in Korea: een enkeltje Seoul-Amsterdam? In deze documentaire wilde ik alle acht geadopteerden, die met mij in hetzelfde vliegtuig zaten, na bijna vijfentwintig jaar weer opzoeken. Ik was benieuwd hoe zij hun adoptie hadden ervaren.

Poster voor de documentaire 'Made in Korea: een enkeltje Seoul-Amsterdam?' Foto uit persoonlijk archief In-Soo Radstake.

En een van die acht zou mijn vriendin worden. Liefde op het tweede gezicht noemde ik het want niet lang na onze eerste ontmoeting, in 2003 in een restaurant op de Meent, werden we verliefd op elkaar. Ze maakte mij gelijk duidelijk dat ze in Rotterdam woonde en hier niet meer weg wilde. De stad deed haar namelijk denken aan een andere havenstad, die van Busan in Zuid-Korea. De Rotterdamse skyline met z’n hoge gebouwen, de schepen die varen over de Maas en de lichtjes die overal branden. Op het moment dat ze mij dat vertelde was ik zelf nog nooit in Zuid-Korea geweest, laat staan in Busan.

Maar dat ik nog nooit in Zuid-Korea was geweest, dat klopte niet. Ik ben er geboren, heb er de eerste drie maanden van mijn leven doorgebracht in een weeshuis in Seoul. Hier in Nederland begon een tweede leven voor mij, met een Nederlandse vader, een Nederlandse moeder en een eveneens uit Zuid-Korea geadopteerde, niet-biologische zus. Ik had dus beter kunnen zeggen dat ik nog nooit was terug geweest.

Afbeelding uit filmmateriaal van de aankomst op Schiphol, met links de vader van In-Soo. Foto uit persoonlijk archief In-Soo Radstake

Mijn film en deze ontmoeting waren het begin van een lange innerlijke reis waarin ik op zoek ging naar mijn Koreaanse roots. Een reis waarin ik zocht naar een antwoord op de vraag of ik nou een Nederlander ben of een Koreaan? Deze vraag is er een die menig ander interlandelijk geadopteerde zich wel eens gesteld heeft, maar dan in plaats van Koreaan een Chinees, een Colombiaan, een Indonesiër, enzovoorts. 

'Al red je er maar één'

Adoptie kwam in Nederland op gang kort na de Tweede Wereldoorlog. Joodse pleegkinderen die hun ouders waren verloren of langdurig waren ondergedoken werden geadopteerd. Dit was toen al niet geheel zonder controverse. Zo werden Joodse ouders 'geschorst' uit de ouderlijke macht en werd er (toen al) gediscussieerd over welke rechten pleegouders hebben op een kind en het belang van het kind zelf.

Nadat in 1956 in Nederland eindelijk de Adoptiewet werd aangenomen, kwamen de eerste buitenlandse geadopteerden naar Nederland. Vooralsnog enkel uit Europa. Maar de adoptiewens werd in Nederland grootschalig aangewakkerd nadat schrijver Jan de Hartog in 1967 te gast was op televisie bij Mies Bouwman. In de uitzending waren de twee Zuid-Koreaanse geadopteerde kinderen van Jan de Hartog te zien en de legendarische uitspraak 'Al red je er maar één' van De Hartog deed de rest. De VARA werd na de uitzending overspoeld met vragen van Nederlandse televisiekijkers die zich afvroegen hoe zij ook zo’n 'Koreaantje' konden krijgen.

De VARA werd na de uitzending overspoeld met vragen van Nederlandse televisiekijkers die zich afvroegen hoe zij ook zo’n 'Koreaantje' konden krijgen.

Echter, dit was op dat moment nog niet mogelijk. De Nederlandse wet stond niet toe dat kinderen uit niet-Europese landen werden geadopteerd. Pas in 1974 werd de wet herzien en daarmee kwam de adoptiegolf echt goed op gang. Er leven vandaag de dag zo’n 55.000 interlandelijk geadopteerden in Nederland, iets meer dan er in een volle Kuip passen.

‘Father unknown, Mother unknown’

Terug naar mijn eigen zoektocht. Ik ben één van de 55.000 interlandelijk geadopteerden, en nog specifieker één van de ruim 4.000 geadopteerden uit Zuid-Korea. Ik groeide op in de wetenschap dat er van mijn biologische vader en moeder geen gegevens waren. Dat stond op de voorpagina van de vier velletjes gegevens die ik mee had bij aankomst in Nederland.

Voorpagina van het adoptiedossier. Foto uit persoonlijk archief In-Soo Radstake

In beginsel had ik dan ook geen enkele interesse in het zoeken naar biologische familie, aangezien echte aanknopingspunten ontbraken. Dit veranderde nadat ik hoorde dat adoptiedossiers van geadopteerden in Nederland regelmatig niet overeenkwamen met de dossiers in de weeshuizen in Korea. Dit was voor mij de trigger om tóch naar Zuid-Korea af te reizen en te onderzoeken of er misschien wél informatie zou zijn. Dit was inderdaad het geval. Er volgde een gevecht in het weeshuis om de naam en geboortedatum van mijn biologische moeder te krijgen en een eindeloze tocht langs politiebureaus in diverse delen van miljoenenstad Seoul. De hele zoektocht en mijn persoonlijke ontwikkeling daarin heb ik vastgelegd in de film Made in Korea. Deze ging in wereldpremière in Busan (waar anders) en beleefde daarna haar internationale première op het International Film Festival Rotterdam in 2007.

Centraal in die film staat mijn zoektocht naar wie ik nou eigenlijk ben: een Nederlander of een Koreaan. Mijn conclusie is dat ik als mens beter in balans ben geraakt met mijn Koreaanse achtergrond. Ik besef ook dat ik niet hoef te kiezen: ik ben het allebei. En dat heb ik te danken aan het maken van die film en het proces dat ik heb doorlopen. Voorheen wist ik niks van de cultuur, de geschiedenis, het land, de taal, het hoe en waarom van adoptie. Op een aantal van die vragen is een gedeeltelijk antwoord gekomen, op sommige nog niet.

Adoptierapport Commissie Joustra

Begin 2021 werd het adoptierapport van de Commissie Joustra gepubliceerd. Deze commissie onderzocht 40 jaar misstanden rondom interlandelijke adoptie. Het keiharde rapport toont aan dat op grote schaal bij buitenlandse adopties papieren zijn vervalst, informatie is gewist en geadopteerden hun wortels vaak niet kunnen achterhalen.

Mijn adoptiedossier vermeldde: father unknown, mother unknown. De omissies in dit dossier maakten toen – onverwacht – al veel bij mij los. Maar nooit eerder had ik mijn adoptiedossier bezien in het licht van de schandalen van dit recent verschenen rapport. Leugens. Fraude. Verduistering van informatie, die van mij is. Identiteitsfraude met medeweten van allerlei organisaties en zelfs de overheid. Waarom niet, vraag ik mij nu af.

Ik realiseer me namelijk dat zonder het maken van mijn film, zonder het uithalen van allerlei trucs zoals een computerscherm filmen in een politiebureau, en zonder de hulp van Koreaanse media, het mij nooit gelukt was om mijn biologische moeder te vinden. Maar dat geluk en die mogelijkheid heeft niet iedereen. En daarom is dit onderzoek in Zuid-Korea van groot belang. Dat een ieder zijn eigen dossier kan inzien, zonder door allerlei hoepels te moeten springen.

Zonder het uithalen van allerlei trucs, was het mij nooit gelukt om mijn biologische moeder te vinden.

Het rapport van de Commissie Joustra heeft mijn identiteit in een ander daglicht gezet. Waarheden die ik in mijn jacht naar mijn roots vaak maar voor lief nam. Zoals dat ik er al vanuit ging dat de zoektocht niet makkelijk zou worden. Bijna alsof het vanzelfsprekend is dat de dingen gaan zoals ze gaan en die ik, als geadopteerde, normaliseer zonder daar erg in te hebben.  Het zijn waarheden die, nu ik zelf twee kinderen heb, mij des te harder raken. Want, het ís niet normaal.

Dat begreep toenmalig minister van Rechtsbescherming Sander Dekker ook. Dekker nam het rapport in ontvangst en volgde de commissie in haar aanbeveling om per direct interlandelijke adoptie tot nader orde op te schorten. In zijn toespraak zei Dekker dat het een grondrecht is om te weten waar je vandaan komt en dat de overheid niet gedaan heeft wat er van haar verwacht had mogen worden: “Ze had een actievere rol moeten nemen om misstanden te voorkomen. En dat is een pijnlijke constatering. Hiervoor zijn excuses op zijn plaats. En die excuses bied ik de geadopteerden daarom vandaag namens het kabinet aan.”

Maar wat zijn deze excuses waard als zijn opvolger, minister Franc Weerwind, en het nieuwe kabinet vervolgens besluit om interlandelijke adoptie weer toe te staan? Zijn voorganger zei in zijn toespraak dat hij niet zijn hand in het vuur wilde steken dat elke adoptie een zuivere adoptie is volgens het Haags adoptieverdrag. Laat ik minister Weerwind een vraag stellen: zou u uit een vliegtuig springen als u niet zeker weet of de parachute wel open zal gaan?

Het adoptierapport van de Commissie Joustra heeft internationaal veel stof doen opwaaien onder geadopteerden, adoptieouders, adoptie-organisaties en politici. In België heeft de minister van Welzijn een ‘adoptiepauze’ voorgesteld. Ook Zweden heeft aangekondigd een groot onderzoek te gaan instellen naar misstanden. En in december 2022 heeft Zuid-Korea besloten om adopties te gaan onderzoeken van geadopteerden die zonder toestemming van de ouders zijn geadopteerd vanuit het buitenland. Het onderzoek zal uitgevoerd worden door de Zuid-Koreaanse Waarheids- en Verzoeningscommissie. Dit alles dankzij de inzet van de Deense advocaat Peter Regel Møller, zelf geadopteerd uit Zuid-Korea, en de Deens-Koreaanse Rechten Groep (DKRG). Meer dan driehonderd geadopteerden uit onder andere Denemarken, Nederland, Noorwegen, Zweden, België, Australië en Amerika hebben hun zaak voorgelegd. Onder wie ook ikzelf.

Representatie

Decennialang is er voor ons gesproken, over ons gesproken, voor en over ons heen besloten, zijn er artikelen, radio- en tv-programma’s óver ons gemaakt die mede het stereotype beeld van geadopteerden hebben bepaald. Decennia waarin de invloed van de wensouderlobby de stem van geadopteerden overheerste. Decennia waarin de Nederlandse overheid wegkeek van de misstanden, vanwege het – bijna koloniale – gevoel dat ‘we’ iets goeds deden en ‘kinderen een betere toekomst gaven’. Als kind en jongvolwassene hebben wij dit ondergaan. We hebben geen actieve rol in ons eigen narratief, dat ontstaat pas als je zelf gaat zoeken.

Als geadopteerden in Nederland hebben we eigenlijk nú pas een stem en kunnen we daardoor zelf een bijdrage leveren aan een betere representatie van ons narratief.

Als kind en jongvolwassene hebben wij dit ondergaan. We hebben geen actieve rol in ons eigen narratief, dat ontstaat pas als je zelf gaat zoeken.

Kun je iets missen wat je nooit hebt gehad? Lange tijd dacht ik van niet. Maar inmiddels denk ik daar anders over. Ik merk het elke keer als ik in Seoul ben. Elke seconde daar is een confrontatie met wat je niet (meer) bent, of niet bent geworden en niet meer hebt: de cultuur, de taal, de geschiedenis. Daar val ik niet op en kan ik anoniem zijn. Een stad waar je je ook verloren kan voelen en waar zoveel is achtergebleven wat verloren is.

Maar op een rare manier heeft Rotterdam mij dieper verbonden met Zuid-Korea dan iedere andere plek op aarde. Hier in Rotterdam ging ik voor het eerst naar een Koreaans restaurant, zag ik mijn eerste Koreaanse films. En in de multiculturele smeltkroes die deze stad is, val ik als Koreaan niet op zoals op allerlei andere plekken in Nederland, of daarbuiten. Hier leerde ik ook mijn Koreaanse en Nederlandse identiteit te integreren en word ik met dezelfde verbazing aangekeken als in Seoul wanneer ik in de Koreaanse toko in Spaanse Polder in vloeiend Koreaans uitleg dat ik geen Koreaans spreek.

De afgelopen maanden ben ik alles wat met mijn adoptie te maken heeft, zoals documenten en foto’s, opnieuw gaan bekijken. Ik werk inmiddels aan een vervolg op Made in Korea. Meer dan vijftien jaar later zie ik dingen in een nieuw perspectief en zijn er bij mij nieuwe vragen en inzichten die ik wil onderzoeken.

Op de allereerste foto die ooit van mij werd gemaakt, en de enige van mij als pasgeboren baby (ik was vermoedelijk maximaal tien dagen oud), lig ik op mijn rug met een filmrolletje tussen mijn handen. Daarnaar kijkend denk ik nu: het had blijkbaar zo moeten zijn dat ik een filmmaker zou worden.

Babyfoto van In-Soo. Foto uit persoonlijk archief In-Soo Radstake

In-Soo Radstake schreef dit persoonlijk verhaal namens de stichting Meer dan Babi Pangang. De stichting heeft als doel om de Aziatische gemeenschap in Nederland sterker zichtbaar te maken.

Over de Stichting Meer den Babi Pangang

De stichting Meer dan Babi Pangang zet zich in voor erfgoed en heeft als doel om de Aziatische gemeenschap in Nederland sterker zichtbaar te maken. Zo zette de stichting de Chinees-Indische restaurantcultuur op de lijst van immaterieel Nederlands erfgoed

Over de auteur

In-Soo Radstake is filmregisseur en producent. Tevens is hij oprichter van Stichting Meer Dan Babi Pangang, die zich inzet om de Aziatische cultuur in Nederland te promoten.

1 reacties

Anoniem 01 februari 2024

Beste meneer In-Soo Radstake. Ik las uw verhaal in Filmkrant januari 2024. De titel erboven 'Indië verloren' past bij mij. Daar ben ik geboren (Padang, 1950). En nu...woon ik in Rdam Feijenoord. De foto van u als baby mèt filmrolletje is mooi. Ik ben een film genieter (altijd in mn eentje op de eerste rij met mijn schoenen uit in Cinerama Rdam)en nu kan ik eindelijk iemand bedanken die films maakt. Ik wens u het aller beste. Met vriendelijke groeten van Ellen Bish

Plaats een reactie

Verzenden

Ontdek meer

Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?

Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.

Ontvang de laatste verhalen in je mailbox

Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.