Wil Zoeteman‐Verrijp (1933) groeide op in een molenaarsgezin. Haar vader was molenaar op de poldermolen van het Land van Essche, bij Strijen.
"Mijn vader hield van de vrijheid die je als molenaar had. Hij vroeg soms aan ons of het hoog water was. Als we bramen gingen plukken moesten we bijvoorbeeld op het peil in de sloten letten. 'Pa, het is hoog water, je moet draaien', zeiden we dan. Hij had ook een peilschaal hoor, dat wel. Overdag werkte hij op het land, ’s avonds en ’s nachts was hij bezig met de molen."
Het gezin woonde niet in de molen, maar in een huisje ernaast. In de molen zat een stoommachine, als hulpaandrijving. Zoeteman-Verrijp: "Naast de molen stond de schoorsteen. Het stoken van de machine gebeurde onderin de molen. Pa had een grote schep en gooide dan kolen op het vuur. Als hij in de winter bij het vuur zat mochten wij af en toe ’s nachts voor de gezelligheid bij hem blijven. Dan had hij lekkere chocolademelk bij zich, of een sigaartje. Heel gezellig, daar verheugden wij ons dan echt op."
Af en toe moest iedereen bijspringen. "We hebben weleens meegemaakt dat de molen bijna op hol sloeg. Dan zaten de lichtjes (vonken, red.) bovenin de molen. We moesten toen met zijn allen op de vang gaan staan. Ik was de magerste, dus ik moest voorin en dan de rest hup, hup, hup, lager. Dan remde de molen af."
In 1944 werd het Land van Essche onder water gezet door de Duitsers en moest het gezin de molen verlaten. Zoeteman-Verrijp: "We zijn toen eerst naar het gymlokaal in de christelijke school gegaan met zijn allen. Daar hebben we een poos gezeten, maar toen moesten we daar weer vandaan en zijn we naar de Waalhaven gegaan in Rotterdam, daar woonde onze ome Jacob. Bij hem hebben we in de schuur gezeten, daar had hij een kamer en keuken gemaakt." Toen het gezin na de Bevrijding weer terug naar huis mocht was alles nat door het zoute water. "We konden het eerste half jaar niet behangen en hebben ook een half jaar op een houten vloer gezeten."
De Watersnoodramp maakte in 1953 een abrupt en dramatisch einde aan het leven op de molen. Het gezin dacht lange tijd veilig te zijn op de zolder van het molenaarshuis. Zoeteman-Verrijp: "Toen brak er een dijk door en kwam er een golf naar ons toe. Als je dat gezien had, het kwam zo op je af. We zaten met zijn zevenen op de zolder van het huis. Door het water was er een stuk uit de muur gebroken.” Door tegen de stroom in naar de (veel hoger gelegen, red.) molen te zwemmen wist ze zich, samen met haar schoonzus Miep, te redden. De rest van de familie redde het niet. "Ik weet nog dat ik halverwege de trap stond en dat pa toen zwaaide. 'Het allerbeste hoor', riep hij nog. 'Ga naar boven, ga naar boven, het allerbeste hoor'. Het is het laatste wat ik gezien heb. Later zei Miep tegen mij: ‘Wil, kijk eens.’ Toen was het hele huis verdwenen." Haar ouders, twee broertjes en een zusje overleefden het niet. Zoeteman-Verrijp: "Het was een heel droevige tijd. Ik heb ze heel erg gemist. Nog hoor."
De beschadigde molen werd in 1954 afgebroken, wat de nodige emoties opriep bij de achtergebleven leden van het gezin Verrijp. "Ik zie me nog staan. Met zijn viertjes stonden we daar te kijken naar de mannen die de molen moesten slopen. Mijn zus zei tegen ze: 'Je blijft met je handen van de molen af. Ik ga een geweer halen en ik schiet je dood, je komt niet aan onze molen.' We hebben echt staan huilen. Maar ja, hij is toch afgebroken. (…) We zijn er nog weleens naar toe gereden, maar voor mij hoeft het niet meer. Ik vind het ook moeilijk als ik de huizen aan de dijk zie. Ik wil daar niet meer zijn."
Interesse in molens heeft ze altijd gehouden. "In de woonkamer staat een kleine molen op de schouw en in de tuin staat een grote molen. Hier op de kast staan ook twee molens. En als ik boodschappen ga doen, dan kom ik bij de Nassaubrug (in Puttershoek, red.) en moet ik altijd even naar de korenmolen kijken."
8 reacties
Beste Mevr Zoeteman-Verrijp Heb met veel spanning uw verhaal gelezen over uw jeugd . Ik ben verre familie van u! Mijn oma hete ook Verrijp . En ik denk dat zij een zus was van uw vader. Dikke Neel was een zus van mijn oma . Mijn oma hete Willempje naar haar ben ik vernoemd. Neel is met een Hitzert getrouwd,en mijn oma met een Meerdink. Zij woonden in Strijen,en Neel op de steenplaats ,daar ben ik vaak geweest. De mensen op de foto voor de Molen,bent u daar ééntje van?? En was uw vaders vader ook molenaar? Ik ben zeer geïnteresseerd naar meer over de familie Verrijp. Waar woont u nu ? Ik ben vorige week zaterdag nog in Strijen geweest. Zag de gedenksteen van uw verdronken familie. Heftig nog steeds!! Hoop iets van u te horen. Met vriendelijke groet
Beste Wilma, dank voor je reactie, we hebben je gegevens per post toegezonden aan mw. Zoeteman.
Dag mevr. Zoeteman, Een mooi verhaal over het leven op de Molen Land van Essche. Ik ben een kleinzoon van Willempje Verrijp, uw tante, en Piet Meerdink. Mijn vader Janus is vernoemd naar uw grootvader Adrianus Verrijp. Ik ben vier jaar voor de watersnood geboren, op Strijen. Van mijn vader hoorde ik het droeve verhaal van uw ouders en broers en zussen. Mijn moeder kwam van Sas en ook daar zijn mensen verdronken tijdens de watersnood. Zelf woon ik inmiddels al bijna 50 jaar in Leeuwarden; ao af en toe kom ik nog eens in de Hoeksche Waard. Van mijn nicht Wilma kreeg ik uw Molenverhaal. Ik heb begrepen dat ze al een keer met u heeft gesproken. vriendelijke groet, Piet Meerdink
Beste Piet, dank voor je reactie. Wat mooi dat mevrouw Zoeteman en haar (achter)nicht elkaar inmiddels hebben gesproken. We weten dat Molenverhalen vaker worden verspreid binnen families (en daarbuiten), maar ook dat vinden we nog steeds heel bijzonder.
Beste mevrouw Zoeteman-Verrijp, Uw verhaal over het leven in de molen, van u, uw ouders en broers en zussen is indrukwekkend en aangrijpend tegelijk terwijl u het leven van toen prachtig kunt omschrijven. Ik ben erg geïnteresseerd in de molen en de verhalen daar omheen. Mijn vrouw en ik wonen al ruim 23 jaar aan de Schenkeldijk tegenover de plaats waar in 1953 het drama plaatsvond. Er is nog steeds een klein stukje van de fundering van de molen waarneembaar en de natuur wordt daar relatief met rust gelaten. Het zou mooi zijn als dat zo bleef uit respect voor uw familie. Ik groet u vriendelijk.
Dit verhaal raakt mij echt!!! Het is de zus van mijn over grootoma!!!
Beste mevrouw Zoeteman-Verrijp, Ik ken uw aangrijpende verhaal ook, van Adriaan Verrijp, vm molenaar, ik kreeg les van hem en heb jaren met hem in Zuidland op de molen mogen werken. Hij had het altijd moeilijk met deze geschiedenis. Hij is inmiddels ver in de 90
Beste mevrouw Zoeteman, Wat een mooi en indrukwekkend verhaal. Ik heb het vol interesse en met een brok in m’n keel gelezen. Ik kwam er kortgeleden achter dat uw moeder Jannetje, een volle nicht is van mijn oma Maria Hoepel-Troost. Nooit geweten dat de nicht van mijn oma met haar gezin betrokken was bij die ramp. Ik was toen nog maar 2 jaar, maar ook later heb ik daar niets van gehoord. Wat een vreselijke tijd moet dat voor u zijn geweest. Maar wat was u dapper! Wat mooi dat u het nu nog kunt navertellen. Het ga u goed! Een vriendelijke groet, van een verre nicht.