Naar overzicht

Het Schoonoord van Anna Elisabeth Glimmer: van Surinaamse plantage tot Warmondse buitenplaats

Camilla de Koning

Anna Elisabeth Glimmer (in 1685 geboren te Velsen) was acht jaar toen haar vader Cornelis Glimmer werd benoemd tot ‘raad-fiscaal’, officier van justitie, in de kolonie Suriname. Cornelis nam zijn echtgenote Anna Elisabeth Broen en zijn drie kinderen mee naar de West en daardoor behoorde de familie Glimmer tot de eerste kolonisten in Suriname.

De kolonie Suriname

Suriname werd bestuurd door de ‘Sociëteit van Suriname’, een koloniale onderneming van de stad Amsterdam, de familie Sommelsdijck en de West-Indische Compagnie. Zij kochten de kolonie in 1683 van de provincie Zeeland. De Zeeuwen hadden Suriname in 1667 veroverd op de Engelsen, maar werden geconfronteerd met grote uitdagingen op het gebied van bestuur, bevoorrading en politiek. Het sociëteitsbestuur bestuurde de kolonie vanuit Nederland maar stelde in Suriname een gouverneur en een Raad van Politie aan. Cornelis Glimmer was onderdeel van deze koloniale regering en daarmee een van de machtigste mannen in de kleine kolonie. Dit hield ook in dat hij zich met andere mannelijke kolonisten in de frontlinie bevond. De Inheemse bevolking van Suriname vocht terug tegen de bezetting van hun land, en naar mate de toevoer van slaafgemaakten naar de kolonie toenam voegden ook weggelopen slaafgemaakten: Marrons, zich bij de strijd tegen de kolonisten.

Ondanks de gevaarlijke situatie koos Glimmer ervoor zijn vrouw mee te nemen en hun drie kinderen, waaronder Anna Elisabeth, te laten opgroeien in de kolonie. In 1702 trouwde Anna Elisabeth met luitenant François Anthony graaf de Raineval, die als militair de nodige gevechtservaring had opgedaan tegen muitende soldaten en de Inheemse bevolking. De successen die hij behaalde leverden hem een plek in de Raad van Politie van de kolonie op. Hij werd ook meerdere malen tot gouverneur ad interim benoemd. Anna Elisabeth en François Anthony, volgens een aantekening in hun trouwboekje beiden Franssprekend, vormden een rijk en prominent koppel. In het jaar dat ze trouwden kregen ze toestemming voor de aanleg en aankoop van verschillende plantages: Lustrijk, Maagdenberg, Picardië, Ponthieu en ten slotte de plantage Schoonoord.

Suikerplantage

Schoonoord, een suikerplantage aan de Hooikreek, werd de thuisbasis van de familie. Anna Elisabeth kreeg tussen 1703 en 1726 zeven kinderen, waarvan er vijf hun eerste jaren zouden overleven. In 1727 waren op Schoonoord 158 slaafgemaakten werkzaam. Opvallend is dat bijna een derde hiervan uit kinderen bestond, 46 in totaal.

Toen haar echtgenoot in 1726 overleed, besloot Anna Elisabeth niet in Suriname te blijven. Na het afwikkelen van de aanzienlijke erfenis, die werd bemoeilijkt door het feit dat Anna Elisabeth drie minderjarige kinderen mee naar de Republiek wilde nemen, vertrok de 49-jarige vermogende weduwe in 1734 uit de kolonie. Zij kocht een buitenplaats in Warmond die zij Schoonoord doopte, naar de plantage waar ze jaren gewoond had.

Lustplaats van de Heer Hendrik Colonius, Abraham Rademaker, 1732, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Bedienden

Anna Elisabeth reisde niet alleen af naar Warmond.  Zoals zij waarschijnlijk gewend was, nam ze enkele slaafgemaakten mee die als huisbedienden voor haar hadden gewerkt. Dat kwam vaker voor, maar creëerde juridisch een bijzondere situatie. Hoewel slavernij volgens de wet niet bestond in de Republiek, betekende dit niet dat slaafgemaakten als vrij werden gezien zodra zij voet aan land zetten. Uiteindelijk werd pas in 1776 vastgelegd dat slaafgemaakten die 6 maanden in de Republiek verbleven, hun vrijheid konden opeisen. Dit in navolging van een uitspraak van een Britse rechter in de zogeheten Somerset Case, een rechtszaak die was aangespannen door de slaafgemaakte bediende James Somerset tegen zijn eigenaar Charles Stewart die hem mee had genomen naar Groot-Brittannië.

Coridon

De 15 jaar die Anna Elisabeth doorbracht op Schoonoord moeten een reflectie zijn geweest van het koloniale leven dat zij kende. De inventaris die zij in 1727 liet opmaken, net na de dood van haar man, laat zien dat ze een vermogend vrouw was met een voorliefde voor meubels van tropenhout, juwelen, maar vooral voor stoffen items zoals kleding, linnen en servetten. Deze weelde is ook terug te zien in de boedelinventaris die is opgemaakt na Anna Elisabeths dood in 1748. De 80 pagina’s tellende opsomming van haar bezittingen omvat minstens 10 pagina’s die tafelkleden, servetten, hemden, jurken en handdoeken beschrijven die allen voorzien waren van haar initialen: AE of AER.

Naast rijkdom in spullen noemt de inventaris die voor haar vertrek naar Nederland werd gemaakt ook Anna Elisabeths bezit in tot slaafgemaakte mensen. De priseur (de hedendaagse taxateur) vat dit alleen in de volgende opmerking samen: ‘Eenige swarten slaven aen d’heeren executeuren wel bekend, aan haer Mevr. D’Raijneval int particulier toebehorende, dus niet noodig alhier te specificeeren’. Meer informatie over de slaafgemaakten die het persoonlijke bezit van Anna Elisabeth waren werd niet vastgelegd, maar het is overduidelijk dat Anna Elisabeth een of meerdere slaafgemaakten meenam naar Warmond. Jaren later, in 1750, werd in de Warmondse Gereformeerde Kerk namelijk een 30-jarige ‘swart of moor uijt de Westindien hier woonagtig benoemt met de naam van Coridon’ gedoopt, waarbij vermeld werd dat deze was meegekomen met gravin De Raineval. Coridon (Frans voor ‘leeuwerik’), die in 1750 de doopnaam Jean de Swart of Jean le Noir kreeg, is op 14-jarige leeftijd meegenomen door Anna Elisabeth en was sinds die tijd werkzaam op Schoonoord.

Doopboek NH 1721-1812 te Warmond waarin de doop van Coridon op 14 juni 1750 staat genoteerd, Erfgoed Leiden

Het is onwaarschijnlijk dat Coridon of Jean de enige slaafgemaakte was die Anna Elisabeth meenam naar Nederland. Dat blijkt uit een passage uit haar testament uit 1748. Haar oudste zoon Jean Gabriel, de nieuwe Graaf de Raineval, erfde het leeuwendeel van haar bezittingen. Hij ontving al haar goud en zilver, de buitenplaats met alles ‘wat er nagelvast aan zit’ en het erf. Ook had Anna Elisabeth gespecificeerd dat Jean het bezit zou krijgen over twee Surinaamse kabinetten, een bureau van notenboomhout, een commode van Surinaams hout en een Oost-Indische kist met koperbeslag, de meest waardevolle en geliefde stukken op Schoonoord. Verder ontving Jean ‘alle portretten van de familie; als mede de slaaven en slaavinnen welke haar vrouwe testatrice so hier, als op Suriname sijn toebehorende’.

Plantages en slavenschepen

De familie De Raineval verdiende veel geld met de Surinaamse plantages die zij bezaten. Het was de tijd van grote successen op het gebied van suiker, en de zaakwaarnemers die Anna Elisabeth had aangesteld spreken van ‘revenues’ van duizenden guldens. Toen in 1747 Anna Elisabeths dochter Hester Cornelia overleed ontving haar moeder een gelijke portie van haar erfenis: 16 duizend gulden. Hester Cornelia was getrouwd met Jan David Cellier, die voor Anna Elisabeth haar Surinaamse belangen behartigde. In het testament dat de oudste zoon van Anna Elisabeth opstelde na het overlijden van zijn moeder, is vermeld dat hij deelaanhouder is van twee schepen, die worden gebruikt als ‘slaafhaalders’, slavenschepen dus. De rijkdom van de familie zien we terug in de boedelinventaris van Schoonoord die in 1748 werd opgesteld.

Model van het slavenschip De Witte Oliphant, anoniem, 1755, Rijksmuseum Amsterdam

Ruzie

Na de dood van Anna Elisabeth ontstond binnen de familie ruzie over de erfenis. De partijen die tegenover elkaar kwamen te staan waren Jean Gabriel, de oudste zoon van Anna Elisabeth, en de echtgenoot van haar dochter Jacoba, heer Damhoff. De gemoederen liepen in de week na het overlijden van Anna Elisabeth zo hoog op dat rechtsdienaren verslag deden van het conflict. Ook in deze notities komen we Coridon tegen. Zo deden Damhoff en Raineval meermaals verzoeken aan ‘de moor Koridon’ of ‘de Cnegt Koridon’ om deuren te openen, kamers klaar te maken et cetera. De verwijzing naar ‘knecht’ of ‘moor’ kan betekenen dat Coridon niet langer als slaafgemaakt werd gezien. Officieel was slavernij verboden in de Republiek en naar Coridon verwijzen als knecht loste dit probleem op. Echter, de genoemde passage uit Anna Elisabeths testament over de slaafgemaakten ‘so hier als op Suriname’ die in het bezit komen van haar oudste zoon geeft aan dat Coridon zich hoogstwaarschijnlijk officieel nog in slavernij bevond.

Naar Amsterdam

Hoe liep het af met Coridon, of Jean le Noir, de naam die hij bij zijn doop aannam? Acht dagen na zijn doop in juni 1750 verliet hij Warmond en vertrok naar Amsterdam. Schoonoord, dat lange tijd zijn thuis was, werd een jaar later verkocht en gesloopt. In de Amsterdamse archieven is Coridon niet terug te vinden. We vinden er wel een ‘Jan Swart’ die werkzaam is voor de VOC in de VOC Opvarenden database in de jaren vijftig van de achttiende eeuw. Of het om dezelfde persoon gaat en zo ja, hoe het hem verder is vergaan, is helaas onduidelijk.

Bronnen

Nationaal Archief Den Haag (NL-HaNA)

                1.05.03. Inventarisnummers: 132, 133

                1.05.11.14. Inventarisnummers: 7, 169, 161

                Oud archief Burgerlijke Stand Suriname, inv.nr. 9, kerkboek 1688 - 1730 (Paramaribo)

                3.04.16.154. Inventarisnummer: 3

Erfgoed Leiden en Omstreken (NL-Ldn)

                Archiefnummer: 0506. Inventarisnummer: 2247

                Archiefnummer: 0600. Inventarisnummer: 1223

Over de auteur

Camilla de Koning heeft zich tijdens haar studies geschiedenis aan de Universiteit Leiden gespecialiseerd in het sociale aspect van de Nederlandse slavernijgeschiedenis. Voor Erfgoedhuis Zuid-Holland onderzocht zij hoe levens die in aanraking kwamen met de koloniën van Nederland in de vroegmoderne tijd. In 2022 studeerde zij af op het onderwerp manumissie in Suriname: de vrijlating van individuele slaven in achttiende-eeuws Paramaribo. In hetzelfde jaar begon zij aan een promotietraject in het Verenigd Koninkrijk waar zij het koloniale verleden van het Britse koningshuis onderzoekt.

0 reacties

Plaats een reactie

Verzenden

Ontdek meer

Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?

Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.

Ontvang de laatste verhalen in je mailbox

Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.