Midden in de drukke Randstad ligt het pittoreske ’t Woudt. Hier vind je, aan de rand van het beschermde dorpsgezicht, een zestiende-eeuwse kerk. Het onderste deel van de toren is ouder dan de kerk, te zien aan het grotere formaat bakstenen. Vermoedelijk dateert de toren al uit de veertiende eeuw en behoorde hij bij een oudere en kleinere kerk.
Oorspronkelijk had het kerkgebouw een koor, maar deze werd in 1831 afgebroken tot de onderkant van de vensters. In 1910 volgde de rest. Bij een grote restauratie in 1958 is het stucwerk van de oostgevel verwijderd. Zo zijn de oorspronkelijke contouren, in de vorm van een boog, weer tevoorschijn gekomen. Je kunt hieraan zien dat het gebouw een stuk groter was, waardoor de verhouding tussen kerk en toren veel beter tot haar recht kwam.
Aan de binnenzijde van de kerk valt het oog direct op de zeshoekige preekstoel. Volgens een jaartal op de voorzijde dateert deze uit 1601. Opvallend zijn de letters SR op het middenpaneel, aan weerszijden van een passer. Waarschijnlijk duidt dit op de ontwerper van de preekstoel. Een koperen lessenaar en een koperen houder, met daarin een zandloper, geven het geheel een sierlijke uitstraling. Waarschijnlijk gebruikte de dominee een zandloper om de tijd in de gaten te houden. Preekte hij langer dan anderhalf uur? Dan kon hij een boete van drie stuivers krijgen.
Boven de preekstoel hangt een groot tiengebodenbord 'ter stichting en vermaning' van de gemeente. Het bord stamt uit 1599 en heeft nog steeds de authentieke kleuren. Het blauw, de heilige kleur, symboliseert bijvoorbeeld de hemel. Boven de tekst zijn ter versiering vruchten en bladeren geschilderd. Daarboven prijkt een rond silhouet waarin wolkenpartijen, een boom en een waterstroom zichtbaar zijn. Hieromheen valt te lezen: ‘Het woudt brande in de liefde Gods altijd’. Afgaande op het handschrift van het bord, zou het goed mogelijk zijn dat het geschilderd is door Jan Corneliszoon van ’t Woudt. Hij was een Leidse kunstenaar afkomstig uit ’t Woud.
Een merkwaardige epitaaf (gedenkteken) is aan de noordzijde van de het kerkinterieur te vinden. Bovenin prijkt namelijk een bebloede vissenbek waaruit een arm met sabel steekt. Dit bijzondere gedenkteken is geschonken door Jacob Dircksz Houwaert en dateert uit 1656. De arm met sabel, om mee te 'houwen', staat symbool voor zijn familienaam. Ook zal het, samen met de spreuk eronder, een waarschuwende functie hebben gehad voor de kerkgangers.
Dit artikel is onderdeel van een serie over religieus erfgoed in Zuid-Holland. Deze serie is tot stand gekomen in samenwerking met Jaap van der Veen, specialist religieus erfgoed.
Plaats een reactie
Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?
Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.
Ontvang de laatste verhalen in je mailbox
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!
0 reacties