Vrijmetselarij Museum Den Haag
Ontdek het erfgoed van de vrijmetselarij in Den Haag
De vrijmetselarij wordt vaak gezien als een mysterieus clubje. Dat komt mede door het boek Het Verloren Symbool van Dan Brown, maar ook door het feit dat de bijeenkomsten besloten zijn. Met beroemde vrijmetselaren als Oscar Wilde, Voltaire, Goethe en Churchill is het niet gek dat mensen nieuwsgierig worden... want wat gebeurt daar eigenlijk allemaal achter de gesloten deuren van de vrijmetselaren? Gelukkig kan je sinds 2017 het Vrijmetselarij Museum in Den Haag bezoeken om een antwoord te krijgen op die vraag.
De Broederschap, zoals de vrijmetselarij ook wel genoemd wordt, begon met de Grand Loge die in 1717 in Engeland is opgericht. In Nederland is de Orde van Vrijmetselaren in 1756 opgericht, met als eerste steden Rotterdam en Den Haag. Wanneer je binnenkomt in het museumpand aan de Javastraat in Den Haag zal je waarschijnlijk als een van de eerste dingen de grote kroonluchter in de hal zien. Een cadeautje van Prins Frederik toen hij veertig jaar Grootmeester van de Nederlandse Orde van de Vrijmetselaren was. Grootmeester is de titel van het hoogste gezag binnen de Orde, een soort minister-president. De vrijmetselarij is van oorsprong een mannenorde, maar in veel landen, waaronder Nederland, zijn er tegenwoordig ook gemengde en vrouwenloges.
Wil je richting de vaste tentoonstelling, dan ga je door een hal vol spiegels. Daar wordt het gebruik van symboliek van de vrijmetselarij gelijk duidelijk: zoiets als je een spiegel voorhouden, het antwoord bij jezelf zoeken. “Ken u zelve” is dan ook een veelgebruikte leus binnen de Orde, en een opdracht voor iedere vrijmetselaar. Het is de essentie van het lidmaatschap van een loge, de vaste kring van broeders, om jezelf te ontplooien met elkaar. Je probeert jezelf te ontwikkelen van ruwe steen naar een perfecte kubus, om in de bouwtaal te spreken. De loge en de broeders zijn een vertrouwelijke omgeving waar je leert naar elkaar luisteren en verdraagzaam te zijn. Daar hoort ook bij: durf kwetsbaar te zijn en jezelf te tonen. Dat stelt je vervolgens weer in staat om buiten de loge beter en bewuster bij te dragen aan de samen-leving.
Het museum probeert door middel van objecten het gedachtengoed uit te dragen. Er valt van alles te zien: regalia, zoals het traditionele schootsvel dat bij rituele bijeenkomsten wordt gedragen, en servies dat gebruikt wordt bij de Tafelloge, het traditioneel tafelen na de rituele handelingen. Ook wordt aandacht besteed aan de beeldvorming rond de vrijmetselaren door de eeuwen heen, bijvoorbeeld met een nazipamflet dat waarschuwde voor een “verborgen doel” van de Orde. Tijdens een rondleiding legt conservator Jac. Piepenbroek haarfijn de symboliek uit die achter veel van de uitingen binnen de vrijmetselarij zit.
Het spannendste deel van het museum is zonder twijfel de Tempel. De Tempel wordt ook wel de Werkplaats genoemd, naar het ambacht van de steenhouwer. Ook in deze ruimte, die gebruikt wordt door vrijmetselaren om hun ritualen uit te voeren, is veel symboliek te vinden. Wanneer de deuren sluiten krijgt de bezoeker een inkijkje in de rituele praktijken van en inwijding tot de Orde en hoor je hoe vrijmetselaren dat hebben ervaren. Wie daar nieuwsgierig naar is moet zelf maar eens een kijkje gaan nemen!
Je suggesties zijn welkom en helpen ons de meest bijzondere plekken te delen met ons publiek. Dank voor je bijdrage!
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!