De Burcht van Oostvoorne is een typisch mottekasteel. Dergelijke burchten werden vooral tussen 1150 en 1250 gebouwd. Bij voorkeur werd gebruik gemaakt van een natuurlijke verhoging in het landschap die dan verder werd opgehoogd.
Vroege geschiedenis
Tot 1373 was de Burcht in het bezit van het machtige geslacht Van Voorne. De eerste telg van dit geslacht, Hugo, wordt in 1108 genoemd. Nadat in 1477 het graafschap Holland was opgegaan in het Bourgondische rijk verloor de Burcht gaandeweg zijn betekenis.
Hoewel op de motte in Oostvoorne ooit een door een ringmuur omgeven forse donjon of woontoren stond, had deze toren al vanaf de 14de eeuw geen woonfunctie meer. De representatieve vertrekken van de heren en vrouwen van Voorne bevonden zich in de voorburcht.
Verval
Als in 1503 Margaretha van York, weduwe van Karel de Stoute, overlijdt, blijft de Burcht onbewoond en treedt verval snel in. Een deel van de voorburcht wordt in 1534 gesloopt. In 1552 volgen de donjon en een deel van de poorttoren. In de 17de eeuw was het ooit zo trotse kasteelcomplex tot ruïne vervallen. Het is 1824 als N.J.C. Lette, dan eigenaar, de ruïne laat slechten. In 1842 wordt het terrein aan het Rijk verkocht.