Toren Het Nieuwe Steen Delft

Het oude stadhuis te Delft wordt gedomineerd door een zware, bakstenen toren met een natuurstenen bekroning in gotische trant: het Nieuwe Steen.

De laat dertiende- of vroeg veertiende-eeuwse toren maakte als gevangenis deel uit van het grafelijke hof in Delft en is daarmee de Delftse tegenhanger van het Leidse Gravensteen. Het gebouw volgde een wat oudere en kleinere toren op, waarvan eveneens delen in het huidige stadhuis zijn overgebleven.

Uitbreiding

Net als in Leiden kwam het grafelijke complex te Delft uiteindelijk in handen van de stad. In 1436 droeg Philips van Bourgondië het Steen en het Marktveld aan de stad over. Rond de toren verrees, ten behoeve van het stadsbestuur, vervolgens een aantal vleugels en aanbouwen, waaronder het zogeheten Stedehuis rond 1450. Ook de toren zelf werd aangepakt. Zo werden na 1450 pijlers, bogen en gewelven van de kelder aangebracht. De gotische natuurstenen verhoging van de toren, met omloop en spitsboogopeningen, kwam toen ook tot stand.

Brand

In 1618 werd het stadhuis door brand verwoest, waarna het naar ontwerp van Hendrick de Keijser werd herbouwd. Daarbij werd gebruik gemaakt van muurrestanten die de brand hadden overleefd. Ook het Nieuwe Steen werd gehandhaafd.