Over het museum
Vrijdag 28 april 1989 werd het museum officieel geopend door burgemeester J.B. Waaijer. Schipluiden kreeg hiermee een lokaal museum terwijl de Historische Vereniging Oud-Schipluiden nu over een ruim onderkomen kon beschikken. Op de bovenverdieping werd de bibliotheek en het archief ondergebracht en werd een vergaderruimte ingericht. De benedenvertrekken werden bestemd voor het houden van wisselende tentoonstellingen. De kelder wordt gebruikt voor de opslag van bodemvondsten. Er wordt naar gestreefd om meerdere tentoonstellingen per jaar te realiseren. Daarbij komen op de eerste plaats onderwerpen aan bod die met de eigen gemeente te maken hebben of waarvan verondersteld kan worden dat er bij de plaatselijke bevolking belangstelling voor bestaat. De eerste, zeer succesvolle tentoonstelling ging over de geschiedenis van de Westlandsche Stoomtramweg Maatschappij. Daarna volgden o.a. “Het leven op de Keenenburg”, “De verzamelaars van Schipluiden”, “50 jaar bevrijding” en “Dokter Reijnders”. Sinds 1994 maakt de Keenenburg-collectie deel uit van een permanente expositie. Daarnaast is er (doorgaans) een kleine vaste opstelling over de W.S.M. te zien.
Het museumgebouw is in wezen zelf al een museum. Daar de vertrekken verschoond zijn gebleven van “modernisering” is het binnenwerk vrij goed behouden gebleven, mede dank zij het feit dat latere gebruikers beseften dat het hier om een bijzonder interieur ging. De inrichting van de keuken, met uitzondering van enkele moderne gemakken, dateert zelfs nog uit de begintijd. De wachtkamer bevat nog het oorspronkelijke plafond en de lambrisering, fraai beschilderd met laatJugendstil motieven. De bank is bij de restauratie aangebracht (oorspronkelijk stonden hier meerdere banken). De meest ingrijpende wijziging aan de buitenkant van het gebouw was de sloop van de ruim 7 m. lange luifel voor de wachtkamer in 1930. Deze luifel had, sinds de beëindiging van het personenvervoer in 1925, geen functie meer, bovendien waren de onderhoudskosten hoog. Nadat het gebouw zijn oorspronkelijke functie had verloren werd de buitendeur van de stationskamer vervangen door een raam en een stenen muurtje. Verder ondergingen de driehoekige houten opvullingen in de topgevels een geringe wijziging. Het gebouwtje vertoont nog steeds interessante originele details, zoals de gele banden en de helderrode strekken boven de kozijnen, de rode verglaasde pannen en het naambord “Schipluiden” in gekleurde grestegels.
Bezoekinformatie
Bekijk de website van Museum Het Tramstation voor actuele bezoekers- en contactinformatie.