Naar overzicht

Ons schip kreeg een voltreffer

Geert-Jan van Beek
02 mei 2009

Leo van Zeeland (1919-2015) maakte als matroos eerste klas de slag in de Javazee mee.  "Ik ben iedere dag jarig, maar niet op 4 mei".

Het is 4 mei in de avond en het loopt tegen achten. Een paar honderd mensen hebben zich verzameld rond het herdenkingsmonument aan de Noordhoek in Roelofarendsveen. De laatste klanken van ‘Liefde voor Harmonie’ dwalen nog om me heen, maar langzamerhand wordt het stil. Het enige dat ik hoor is het krijsende geluid van twee gierzwaluwen, die door de lucht jakkeren.

Twee mannen komen met een grote bloemenkrans naar voren gelopen en met een plechtig gebaar zetten ze de krans tegen het monument. Dan doen ze een stap naar achteren en houden even stil. De ene man is de burgemeester, maar wie is die andere man? Een oudere heer, maar waarom legt juist hij een krans bij het monument? Ik besluit het hem te gaan vragen en dit is zijn verhaal.

M.G.J. (roepnaam Leo) van Zeeland, want zo heet hij, woont al drieëntwintig jaar in Roelofarendsveen. ”Ik ben geboren op 4 mei 1919 in Veldhoven en groeide op in de crisisjaren. In 1935 overleed mijn vader plotseling en toen ik van school kwam, moest ik werk zien te vinden. Ik besloot te solliciteren bij de marine. Daar werd ik aangenomen en in 1937 geplaatst op het opleidingsschip Noord-Brabant, dat in Vlissingen lag. Na mijn opleiding kreeg ik een plaats op de Hertog Hendrik, een schip dat werd ingezet als konvooibegeleider tijdens de Spaanse burgeroorlog. Vier maanden lang voer ik op en neer door de Straat van Gibraltar om koopvaardijschepen te begeleiden. Op 10 mei 1939 vertrok ik naar Nederlands-Indië."

Leo van Zeeland in uniform (Particuliere collectie)

"Met het passagiersschip de Baloeran voer ik in vijf weken naar Surabaya. Hier aangekomen werd ik direct geplaatst als matroos 1e klas op de torpedobootjager van Gent. De vloot bevatte zeven torpedobootjagers, waarvan er altijd een in reparatie was. Omdat de van Gent na één jaar in reparatie moest, kreeg de bemanning een overplaatsing naar de Piet Hein, eveneens een torpedobootjager. We werden regelmatig gerustgesteld over de kracht van de Japanse marine en we maakten vele reizen, ondermeer naar Nieuw-Guinea, Borneo, Celebes en Sumatra. In 1941 liep ik buiktyfus op. Ik werd drie weken opgenomen in een ziekenhuis en daarna nog drie weken in berghotel Lawoe bij Sarangan op Midden Java. Daarna keerde ik terug naar Surabaya, om direct weer ingezet te worden."

"De Japanners waren intussen druk doende heel Zuid-Oost-Azië te veroveren. Ze deden dit met een enorme overmacht aan schepen en vliegtuigen en veroverden eiland na eiland. Op 15 februari 1942 voer ik met een groot eskader tussen Banca en Billiton. Mijn schip, de van Gent, was het buitenste schip. Ondanks waarschuwingen aan de vlootleiding liep het schip om vijf uur ’s ochtends met een enorme klap op de rotsen. Zodra de Japanners het schip ontdekten werd het gebombardeerd, maar we waren reeds opgepikt door de torpedobootjager Banckert en werden teruggebracht naar Surabaya. Hier werden we op de Witte de With geplaatst."

De slag in de Javazee

"Op 26 februari werd in Surabaya een conferentie gehouden van alle commandanten van de geallieerde vloot om afspraken te maken over de onderlinge communicatie, mocht het tot een treffen komen met de Japanners. Die avond om zes uur vertrok de vloot, bestaande uit vijf kruisers en negen torpedobootjagers, naar zee. Schout bij Nacht Karel Doorman had het opperbevel. De hele nacht werd er geen vijandelijk schip gesignaleerd en tegen de ochtend keerde de vloot terug naar Surabaya. Op dat moment kregen we van viceadmiraal Helfrich de opdracht om rechtsomkeert te maken. Er was namelijk een grote vijandelijke vloot waargenomen, die op weg was naar Java. Wij kregen de opdracht om deze onmiddellijk aan te vallen en te vernietigen."

"Tijdens het gevecht dat volgde, werd de Kortenaer door een torpedo getroffen en tot zinken gebracht. Even later werd de Engelse zware kruiser Exeter zwaar beschadigd door Japans geschut en moest vaart minderen. Mijn schip, de Witte de With kreeg de opdracht de Exeter te verdedigen en terug te brengen naar Surabaya. De Japanse torpedobootjager Asuguma probeerde een aanval op de kreupele Exeter. Wij raakten in gevecht met de Asuguma en door twee voltreffers wisten we het Japanse schip uit te schakelen. Toen verdween de Asuguma achter een nevelgordijn en was de weg naar Surabaya vrij."

"De volgende dag kregen we weer het bevel uit te varen. Voor het echter zover kwam doken er voor de derde keer die dag Japanse bommenwerpers op. Ons schip kreeg een voltreffer en kwam met zijn neus in de modder terecht. Wij zochten een goed heenkomen in een aantal stoomketels, die aan land stonden. Hier wachtten we het bombardement af. Toen het weer rustig was geworden konden we per bus het station te bereiken en met de allerlaatste trein ontsnapten wij aan de Japanners. We reisden dwars door Java naar de havenstad Tjilatjap." Uiteindelijk bleken bij de slag in de Javazee ruim 2200 marinemensen te zijn omgekomen, waaronder 915 Nederlanders en Indonesiërs."

Uitgeweken naar Australië

"In de havenstad Tjilatjap gingen we op 2 maart 1942 aan boord van het vrachtschip Sloterdijk en verlieten Indië. Nog vierentwintig schepen met vluchtelingen vertrokken op hetzelfde moment. Dertien schepen zouden nooit aankomen. En slechts 55 van de 153 bemanningsleden van de Witte de With bereikten Australië. De Sloterdijk, die afgeladen vol was, voer via een grote omweg naar Perth in Australië. Aan boord was te weinig voedsel, geen slaapgelegenheid en geen reddingsmiddelen. In Perth kregen we dekens en een uniform van de Australische landmacht. Na de nodige omzwervingen in Australië werden we in Adelaide aan boord van het troepentransportschip Takliwa geplaatst, dat ons naar Colombo in Ceylon (het huidige Sri Lanka) bracht. Maar ook daar was het niet veilig en daarom kregen we al snel de opdracht om met de Colombia, een moederschip voor onderzeeboten, naar Bombay in India te varen."

"Hier ontdekte ik dat ik steeds meer moeite met lezen kreeg en nadat ik een scheepsarts had bezocht, moest ik in de stad een leesbril gaan kopen, niet te duur en niet te goedkoop. Dit feit betekende het einde van mijn tot nu toe gevolgde carrière bij de marine. Ik kon echter nog wel wat anders doen. Nog in Bombay begon ik aan boord van de Colombia met een opleiding van een jaar tot bottelier (proviandmeester)."

"Uit veiligheidsoverwegingen moest de Colombia opnieuw uitwijken en ditmaal naar Kenia. En zo kwam ik in Mombasa terecht. Hier bleef ik drie weken en vertrok toen naar East London in Zuid-Afrika. Op 27 februari 1943, precies een jaar na de slag in de Javazee, vertrokken we opnieuw met de Colombia. Enige uren na het verlaten van de haven van East London werd het schip getorpedeerd door een Duitse U-boot. Een torpedo kwam in de eetzaal terecht, waar nog acht bemanningsleden zaten te eten. Een kwartier eerder en er waren veel meer slachtoffers gevallen. Ik werd met de andere overlevenden weer naar East London gebracht door een korvet van de Zuid-Afrikaanse marine. Hier werden we hartelijk opgevangen. Later kwam ik na een lange treinreis door de Zuid-Afrikaanse wildernis en gekleed in een uniform van de Zuid-Afrikaanse landmacht, in Kaapstad terecht. Hier kreeg ik een nieuw Nederlands paspoort, dat me toegang gaf tot alle landen ter wereld, behalve Nederland. Dat was vanwege de Duitse bezetting."

Terug naar Engeland

"In Kaapstad lag het grootste cruiseschip ter wereld, de Queen Mary gereed om mij en nog zestienduizend andere militairen, waaronder drieduizend Italiaanse krijgsgevangenen, naar Engeland te brengen. Daar werd intussen de invasie in Normandië voorbereid. Begin mei 1943 arriveerden we na een spannende reis in de Schotse haven Greenock. Van hieruit gingen we per trein naar Portsmouth. Ik kreeg een plaats aan boord van de kruiser Sumatra. De Sumatra was het schip, waarmee prinses Juliana en haar kinderen naar Canada uitweken. Dus ik was wel trots dat ik op dat schip geplaatst werd. Maar na enige tijd werd ik overgeplaatst naar de Nederlandse motortorpedodienst in Dover. Deze dienst had ten tijde van de invasie de taak om in samenwerking met de Royal Navy de Straat van Dover vrij te houden van ondermeer Duitse Schnellboote."

"Mijn taak was het om de motortorpedoboten te bevoorraden. Ik had hiervoor een rijbewijs nodig, maar dat had ik niet. Daarom besloot ik er voor te zorgen dat ik er een kreeg. Ik hield een willekeurige chauffeur van het Engelse leger aan, die bereid bleek me een keer rijles te geven. Ik leerde mezelf autorijden en ik kreeg uiteindelijk een groot rijbewijs. Dover was overigens in die tijd een frontstad, die door de Duitsers vanuit Calais zwaar beschoten werd. De schepen en het personeel waren ondergebracht in een bunker, die onderaan de krijtrotsen in de haven gebouwd was. Pas in september 1944, toen de Duitsers hun laatste granaten op Dover afgeschoten hadden, zat mijn taak er in Dover op en werd ik overgeplaatst naar de mijnendienst in Harwich. Ook hier kreeg ik de bevoorrading als taak.”

De oorlog is afgelopen

"Op 8 mei 1945 loeiden de sirenes. Ditmaal geen luchtalarm, maar de aankondiging van het einde van de oorlog. Plotseling drong het tot me door: “Ik heb de oorlog overleefd”. Ik besloot het einde van de oorlog te gaan vieren in London. Ik trok mijn beste pak aan en reisde per trein naar Liverpoolstreet Station. Toen ik het station uitkwam belandde ik in het beroemde café Dirty Dick, dat al vol was met feestvierders. Iedereen was gek van vreugde. ’s Avonds en ’s nachts brandde voor het eerst sinds 3 september 1939 weer alle verlichting."

"Kort na de capitulatie kreeg ik bij de gratie Gods vier dagen vakantie om mijn familie in Nederland te bezoeken. Ik kon met de mijnenveger Terschelling mee varen richting Antwerpen. Onderweg vroeg ik de kapitein me af te zetten op de rede van Vlissingen. Op 21 mei 1945 stond ik weer op Nederlandse bodem. Het was mijn bedoeling naar mijn familie in Veldhoven toe te gaan. Maar dit bleek in het gesloopte en chaotische Nederland van net na de bevrijding een enorme opgave. Bruggen waren verwoest en er reden nog maar enkele goederentreinen."

"Met hulp slaagde ik er in met al mijn bagage (met extra sigaretten, cornedbeef, fietsbanden en een fles Bols) per korte dieseltrein naar Middelburg te reizen. Met een veewagen werd ik met dertig andere mensen naar het station van Bergen op Zoom gebracht. Dankzij de sigaretten kon ik meeliften op een stoomlocomotief, die me naar Roosendaal bracht. Daarna kon ik nog om met een lege goederentrein naar Zevenbergen te komen. Van hieruit werd ik met een veewagen naar Raamsdonk vervoerd. Die nacht reisde ik per lege goederentrein naar het rangeerterrein van Tongeren, op drie kilometer afstand van Eindhoven. Er zat niets anders op dan verder te gaan lopen. Onderweg kwam ik een bekende tegen, die me hielp met mijn bagage. Toen we bij een post van de Binnenlandse Strijdkrachten kwamen, moest ik weer mijn hele verhaal vertellen. De wachtcommandant liet een jeep met chauffeur komen om me naar het woonhuis van mijn broer te brengen. Vijf jaar lang was er geen enkel contact geweest. Uiteraard was het een geweldig weerzien en mijn moeder was zo trots als een pauw. Ze zei dat door mij de oorlog gewonnen was!"

"Ik bleef nog drie en een half jaar varen bij de marine, maar mijn hele verdere leven heeft in het teken van mijn ervaringen in de oorlogsjaren gestaan. Ik probeerde in samenwerking met instanties de geschiedenis zo goed mogelijk te reconstrueren en te documenteren. Dit ten behoeve van de nabestaanden van de vele slachtoffers". Tijdens de dodenherdenking op 4 mei bij het herdenkingsmonument staat de bijeenkomst voor Leo in het teken van al zijn maten, die gevallen zijn. Het is zijn verjaardag, maar hij zegt zelf: 'Ik ben iedere dag jarig, maar niet op 4 mei.'

Bekijk het oorlogsmonument in Roelofarendsveen op de website van 4 en 5 mei mei

Mededeling: archiefmateriaal Leo van Zeeland

Leo van Zeeland is helaas in 2015 overleden. Zijn archieven worden nu beheerd door dhr. Bert van Willigenburg. Hij heeft een uitgebreide website met veel informatie en is ook per e-mail te bereiken: history@dornierdo24k.nl.

Over de auteur

Stichting Oud-Alkemade

0 reacties

Plaats een reactie

Verzenden

Ontdek meer

Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?

Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.

Ontvang de laatste verhalen in je mailbox

Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.