Wie in de duinen wandelt of fietst komt ze ongetwijfeld een keer tegen: Duitse bunkers uit de Tweede Wereldoorlog. Maar niet iedereen zal weten dat ze de zichtbare overblijfselen zijn van de Atlantikwall, een 5200 kilometer lange verdedigingslinie die liep van Noorwegen tot Zuid-Frankrijk.
Het verhaal van de Atlantikwall gaat over de bouw en de militaire betekenis, maar ook over minder bekende aspecten als de massale evacuaties, de sloop en wederopbouw. De bunkers en andere overblijfselen vormen een herinneringslandschap dat verwijst naar het donkere verleden van de Tweede Wereldoorlog.
Tweede Wereldoorlog
De Atlantikwall geldt als een van de grootste bouwwerken van de 20e eeuw. Nazi-Duitsland bouwde de linie tijdens de Tweede Wereldoorlog tussen 1942 en 1945 om een geallieerde invasie van het Westeuropese vasteland vanuit zee onmogelijk te maken. Aanleiding voor de bouw was de dreiging van een langdurige twee frontenoorlog voor Duitsland toen na het verlies van de luchtoorlog tegen Groot-Brittannië eind september 1940, een jaar later ook de Duitse opmars in de Sovjet-Unie tot staan kwam. Om de zwakke verdediging van de kuststrook in het Westen te versterken, begonnen de Duitsers eind 1941 met de aanleg van een kustverdedigingslinie. Deze zogenaamde Neue Westwall – ter onderscheid van de Westwall, een 630-kilometer lange verdedigingslinie langs de westgrens van Duitsland zelf - moest strategische locaties zoals havens, steden en industriegebieden langs de gehele kust van Noorwegen tot aan de Frans-Spaanse grens versterken. Zo zou met relatief weinig militairen een vijandelijke invasie kunnen worden verhinderd, was het idee.
Vrees voor een invasie
De aanleg van de Neue Westwall, later om propagandistische redenen omgedoopt tot Atlantikwall, vorderde aanvankelijk nauwelijks. De angst voor een geallieerde invasie werd na 1942 echter zo groot dat alle beschikbare mankracht voor de kustverdediging werd ingezet. Ook Nederland kreeg al gauw met de gevolgen daarvan te maken. In april 1942 werden langs de hele kust het strand en de duinen tot verboden gebied (Sperrgebiet) verklaard. Vanaf 1 juli 1942 gold een algemeen bouwverbod omdat een groot deel van de bouwcapaciteit gebruikt moest worden voor de aanleg van de Atlantikwall. De oorspronkelijke plannen voorzagen in de bouw van 15.000 bunkers aan de Nederlandse, Belgische en Franse kust. Maar door gebrek aan arbeidskrachten, materieel en brandstof waren er op de einddatum van 1 mei 1943 slechts 6000 bunkers opgeleverd. Daarvan stonden er 510 in Nederland, in plaats van de geplande 2000.
Structuur Atlantikwall
De Atlantikwall was een serie losstaande, zelfstandige en aan alle kanten te verdedigen kleinere en grotere steunpunten die elkaar vuurondersteuning konden geven. In veel gevallen bestonden ze uit bomvrije bunkers, soms met een muur- en dakdikte van zeker twee meter gewapend beton. Al naar gelang hun betekenis en grootte worden de steunpunten Widerstandsnest, Stützpunkt, Stützpunktgruppe, Verteidigungsbereich of Festung genoemd. Het Widerstandsnest is het kleinste steunpunt, Festung - de havens en de toegangen tot deze havens - het grootste. In Nederland waren vier Verteidigungsbereiche: Den Helder, IJmuiden, Hoek van Holland en Vlissingen. In 1944 kregen Hoek van Holland en IJmuiden de status van Festung.
De kustverdediging bestond naast de bezetting van de steunpunten zelf, uit batterijen met kust- en luchtafweergeschut, en uit radarinstallaties. De batterijen waren gewoonlijk samengesteld uit een vuurleidingspost (waar observaties en metingen werden gedaan), geschutsemplacementen, woonschuilplaatsen voor de manschappen en bergplaatsen voor munitie en bijvoorbeeld aggregaten. De verdedigingswerken waren onderling verbonden met ondergrondse loopgraven.
Naast bunkers en batterijen maakten versperringen en natuurlijke hindernissen, zoals waterlopen en steile duinhellingen, onderdeel uit van de Atlantikwall. Als versperringen dienden bijvoorbeeld rijen in beton gegoten, schuin omhoog stekende stalen balken, en zogenaamde Höckerhindernisse. Deze draketandversperringen bestonden uit vijf parallel lopende rijen betonnen piramides die per rij verschillend van hoogte waren. Ook zetten de Duitsers gebieden onder water, bouwden ze (anti-) tankmuren (Panzermauer), en groeven ze droge of natte (anti-)tankgrachten van wel 20 meter breed.
Versterkte Atlantikwall
Eind 1943 gaf Hitler aan veldmaarschalk Erwin Rommel de opdracht de Atlantikwall nog verder te versterken. Rommel vond dat de aanvallers bij een invasie al op zee vernietigd moesten worden. Lukte dat niet, dan moest de aanval in ieder geval op het strand worden afgeslagen. Begin 1944 liet hij daarom allerlei versperringen in de vloedlijn plaatsen, laaggelegen gebieden onder water zetten, en mijnenvelden, aarden wallen, loopgraven en tankgrachten aanleggen. Ook plaatste hij overal aan de kust grote aantallen schuin ingegraven palen, verbonden met staaldraden en voorzien van mijnen. Om geallieerde luchtlandingen onmogelijk te maken en als rugdekking voor de kustverdediging zetten de Duitsers vanaf februari 1944 ook nog eens grote gebieden in Zeeland en Zuid-Holland onder water.
De bouw
De Organisation Todt, genoemd naar de oprichter Fritz Todt, was verantwoordelijk voor de bouw van de Atlantikwall. De organisatie schakelde daarvoor honderdduizenden arbeiders in. Aanvankelijk werd het werk door betaalde arbeiders en krijgsgevangenen uitgevoerd. Maar bij gebrek aan voldoende arbeidskrachten werden later burgers als dwangarbeider ingezet, bijvoorbeeld in Noorwegen en Frankrijk. Ook Duitse soldaten werkten aan de bouw mee. Op het hoogtepunt van de werkzaamheden waren er in totaal een half miljoen mensen bij betrokken.
Net als in andere landen, maakten de Duitsers in Nederland gebruik van goedbetaalde plaatselijke onderaannemers. De arbeiders werden vrijwillig gecontracteerd of door de Duitsers via de Arbeitseinsatz, de gedwongen tewerkstelling, ingeschakeld. Op verschillende plaatsen in Nederland waren werkkampen voor Atlantikwallarbeiders.
De Duitsers maakten voor de Atlantikwall waar mogelijk gebruik van bestaande Nederlandse verdedigingswerken. Zo plaatsten ze een geschutsbunker op de wallen van de 19e eeuwse vesting van Hellevoetsluis en transformeerden ze de munitiekamer van het eveneens 19e eeuwse Fort Hoek van Holland tot een broodbakkerij voor de Festung Hoek van Holland. In Den Helder werd het zeefront van het uit de Franse Tijd stammende fort Erfprins gebruikt voor de bouw van een luchtafweerbatterij.
Hoe bouw je een bunker?
De Duitsers maakten bij de aanleg van de Atlantikwall gebruik van gestandaardiseerde bunkerontwerpen. Deze Regelbauten waren eind jaren dertig gebruikt bij de aanleg van de Westwall. In totaal zijn honderden verschillende standaardtypes bekend, allemaal met een unieke aanduiding en uniek typenummer. Het voordeel van standaardbouw was dat vooraf bekend was hoeveel bouwmaterialen en arbeidskrachten nodig waren, wat de logistieke planning vergemakkelijkte en de bouwtijd verkortte. Efficiëntie was noodzakelijk, want de bouw van de Atlantikwall vereiste enorme hoeveelheden beton en wapeningsstaal, omdat de bunkers krachtige bommen moesten kunnen weerstaan. Voor kleine bunkers was bijvoorbeeld al meer dan 100 kubieke meter beton nodig. Voor de bouw van een bunker moest eerst een gat worden gegraven. Vervolgens werd het omvangrijke frame van betonijzer opgebouwd, waaromheen de houten bekisting voor het beton werd aangebracht. Vervolgens werd het beton gestort dat 24 uur moest drogen.
Zodra het betonnen omhulsel gereed was, kwamen monteurs om onder meer stalen deuren, ventilatiesystemen, kachels en slaapkooien te installeren. Staal werd in de loop van de oorlog echter steeds schaarser en daardoor werden sommige bunkers nooit volledig uitgerust.
Sloop en evacuatie
De aanleg van de Atlantikwall heeft ingrijpende gevolgen gehad voor de bewoners van de Nederlandse kuststreek. De Duitsers lieten herkenningspunten (torens) langs de kust afbreken en schootsvelden ruimen. Duizenden woningen en gebouwen werden gesloopt. Plaatsen als Ter Heijde en Petten verdwenen zelfs vrijwel helemaal van de kaart, terwijl in Hoek van Holland, Hellevoetsluis en IJmuiden de historische kern werd gesloopt. In Den Haag werd een strook van 10 kilometer lang en 500 meter breed bestemd voor de aanleg van een tankgracht, wat tot de afbraak van complete woonwijken leidde. In Katwijk werd de bebouwing op de boulevard vrijwel geheel afgebroken en verdween ook de daarachter liggende oude visserswijk.
Bewoners van gesloopte huizen in het Sperrgebiet werden gedwongen geëvacueerd. Datzelfde gold voor bewoners van gebieden die door de Duitsers onder water werden gezet, zoals Goeree-Overflakkee, Voorne-Putten en de Hoeksche Waard. Alleen al in Den Haag moesten 130.000 mensen hun woning verlaten en elders onderdak vinden, vaak ver buiten de eigen woonplaats of provincie. Velen van hen keerden na de oorlog niet meer terug naar hun woonplaats. Naar schatting zijn enkele honderdduizenden mensen gedwongen geëvacueerd. Zowel de evacuaties als de sloopwerkzaamheden werden door de gemeentes zelf georganiseerd en gecoördineerd.
Ook de natuur had te lijden onder de bouw van de Atlantikwall. De duinen werden vergraven en bebouwd, bossen werden gekapt voor het maken van bekistingen en hindernissen, en tienduizenden hectares bouwland werden verwoest door inundaties, tankversperringen, mijnenvelden en loopgraven. De ingrepen hebben het duinlandschap op veel plaatsen veranderd.
Dagelijks leven
Het leven van de Atlantikwallbezetting was eentonig: wachtlopen, oefenen en kaarten. Maar de voorzieningen waren, zeker in vergelijking tot het front, uitstekend. Rond de bunkers bevonden zich vaak woonschuilplaatsen, bakkerijen, keukens, badhuizen, toiletten en garages, uitgevoerd in licht beton of in baksteen. Sommige van die functies waren ook wel ondergebracht in zware bunkers.
Gebruik Atlantikwall
De Atlantikwall was bedoeld om de Festung Europa af te grendelen. Propaganda, zowel gericht op de tegenstander als op het eigen Duitse volk, creëerde en versterkte dit beeld van een onneembare vesting. Dat bleek een mythe want de Atlantikwall kon de geallieerde invasie in Normandië van 6 juni 1944 uiteindelijk niet voorkomen. Toch mag de militaire betekenis van de linie niet onderschat worden. Zo was dehardnekkige tegenstand van de Duitsers bij de verovering van Walcheren door de geallieerden in november 1944 alleen maar mogelijk dankzij de Atlantikwall. Ook de radarinstallaties en het luchtafweergeschut speelden een belangrijke rol bij het lokaliseren en onderscheppen van bijvoorbeeld geallieerde bommenwerpers.
Na de oorlog
Al kort na de bevrijding werd begonnen met het slopen en opruimen van bunkers en verdedigingswerken. Dat was ingegeven door praktische, maar vooral ook psychologische redenen. De verdedigingswerken waren symbolen van de bezetting waaraan men niet meer herinnerd wilde worden. De honderdduizenden mijnen op het strand, in zee en in de duinen werden geruimd, veelal met behulp van Duitse krijgsgevangenen. In de zomer van 1946 was het strand van Scheveningen weer toegankelijk voor badgasten.
Tijdens de Wederopbouw werden bunkers ook gebruikt voor (nood)huisvesting. Toen de Koude Oorlog begon werden de bunkers ook gezien als mogelijke schuilplaats voor de burgerbevolking. Herbestemming voorkwam de sloop van veel bunkers. Een mooi voorbeeld hiervan is de Biber-bunker op Oostvoorne die een tweede leven kreeg als commandopost van de organisatie Bescherming Bevolking (BB). Ook het ministerie van Defensie maakte van de nood een deugd en gebruikte bijvoorbeeld het bunkercomplex in het Staelduinse Bos bij ‘s-Gravenzande als opslagplaats voor munitie. In het nabijgelegen Vinetaduin installeerden de Amerikanen tijdens de Koude Oorlog een straalzender of troposcatter, en bouwden ze de vier bijbehorende schotelantennes vlak naast een Duitse luchtafweerbunker.
In de jaren 60 zijn veel bunkers op de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden gesloopt omdat ze als een gevaar werden gezien voor de veiligheid van de kust. Niet geheel ten onrechte, want tijdens de Watersnoodramp van 1953 bleek dat diverse dijken waren doorgebroken op plaatsen waar zich een bunker in het dijklichaam bevond.
Talloze bunkers hebben in de loop van de tijd een nieuwe bestemming gekregen. Ze worden gebruikt als opslagplaats voor munitie, archieven of kunst, voor het telen van champignons, als museum of vakantiehuisje. Ook zijn bunkers het onderkomen geworden van beschermde planten- en dierensoorten, zoals vleermuizen.
Sporen van de Atlantikwall
Grote delen van de Atlantikwall zijn weliswaar gesloopt, maar in de kuststreek herinneren nog allerlei sporen in het landschap aan haar aanwezigheid. Niet alleen zijn op veel plaatsen de overgebleven bunkers zichtbaar, maar ook delen van tankmuren en de voormalige infrastructuur (aanvoerwegen, spoorlijntracés), loopgraven en zandwinputten.
Wat op het eerste gezicht minder in het oog springt zijn de gevolgen die de aanleg van de Atlantikwall heeft gehad voor de dorpen en steden langs de kust. Vooral in Zuid-Holland heeft de Atlantikwall het aanzien en karakter van plaatsen als Den Haag, Katwijk en Hoek van Holland ingrijpend veranderd. De plekken waar de oorspronkelijke bebouwing moest wijken voor de verdedigingswerken worden nu vaak gedomineerd door wederopbouw-architectuur. Nergens is dit contrast groter dan in Den Haag, waar op verschillende plaatsen nog goed de overgang te zien is van de oorspronkelijke bebouwing naar de na-oorlogse nieuwbouw.
Tientallen bunkers en bunkercomplexen zijn nog onder het zand aanwezig, vaak vermomd als begroeide heuveltjes of duinen. Steeds meer bunkers worden echter uitgegraven, gerestaureerd en opengesteld voor het publiek. In 1996 werd het eerste Atlantikwall-museum geopend in Hoek van Holland, gevolgd door initiatieven in Noordwijk en Den Haag. In 2012 zijn op de Punt van Goeree 15 bunkers uitgegraven en er zijn op meer plaatsen langs de kust plannen om bunkers uit te graven en toegankelijk te maken voor bezoekers.
Erfgoed
Het lijkt misschien nog moeilijk voorstelbaar, maar de bunkercomplexen van de Atlantikwall zullen ooit dezelfde fascinatie oproepen als kastelen, stadswallen en forten dat nu doen. Ooit bedoeld om een geallieerde invasie van het bezette West-Europa vanuit zee te voorkomen is de Atlantikwall nu erfgoed van de Tweede Wereldoorlog geworden. De aanwezigheid van deze verdedigingslinie heeft onze kuststreek tot een herinneringslandschap gemaakt. De overgebleven bunkers zijn slechts de zichtbare getuigen van de ingrijpende gebeurtenissen die hier hebben plaatsgevonden.
Met dank aan Christian Quist
Plaats een reactie
Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?
Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.
Ontvang de laatste verhalen in je mailbox
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!
6 reacties
ik ben erg blij met deze goede informatie :)
Wat fijn om te horen!
na een uitzending van omroep Max van particulier film materiaal vroeg ik mij af waarheen zoveel mensen gedwongen werden geevacueerd.De verspreiding(verstrooiing) is nu nog niet duidelijk.hopelijk kan dit nog toegevoegd worden.
Ik heb de verspreiding inmiddels gevonden.excuses. een kwestie van doorbladeren
Sehr interesante Informationen zu einem traurigen Kapitel der Geschichte des letzten Jahrhundert. Vielen Dank
prachtig geformuleerd! dankjulliewel!