Landgoedwandelen: Voorschoten

Over de route

De strategische ligging tussen Leiden en Den Haag, en de goede bereikbaarheid over de weg en het water, maakte Voorschoten voor welgestelde stedelingen zeer aantrekkelijk om er een buitenverblijf te stichten met uitgestrekte parken. Vanaf het einde van 16de eeuw werden hiervoor boerderijen opgekocht en tot buitenverblijf uitgebouwd. Ook werden bestaande kastelen daarvoor benut.

Op het hoogtepunt van de buitenplaatscultuur waren er begin 18de eeuw meer dan twintig buitenverblijven. Daarna nam het aantal af. Nu resteren er nog enkele buitenplaatsen die als groene oases opgenomen zijn in de woonwijken. Het gaat daarbij vooral om 19de-eeuwse landschapsparken, die voor een deel toegankelijk zijn.

Wat kun je zien?

De wandelroute leidt langs de rand van het agrarische gebied en de woonbebouwing van Voorschoten. Het aan de noordrand gelegen Huis ter Wadding geeft een goede indruk van een landschapspark met een 18de-eeuws landhuis. Berbice en Beresteyn vormen een samenhangend groengebied en Bijdorp laat zien dat de landgoederenzone zich ook aan de zuidrand van het dorp uitstrekte. In museum Voorschoten vind je een mooi overzicht van de dorpsgeschiedenis.

Praktische informatie

De totale route is 10 km. Je kunt er ook voor kiezen de route in te korten tot 5 km. Hiertoe is – zowel op de kaart als in het veld – ter hoogte van de buitenplaats Vreugd en Rust een verkorte route aangegeven. Lees meer over de bereikbaarheid van de wandelroute door en rondom Voorschoten.

Startpunt

De route start bij het NS-station Voorschoten (Stationsplein 1, 2252 TW Voorschoten)

Hier tref je het startpaneel aan. Je kunt de route in twee richtingen wandelen.

Parkeren

Bij het station Voorschoten is een P+R.

Horeca

De meeste horeca vind je in het historisch centrum van Voorschoten in de Voorstraat en omgeving.

Met dank aan

Deze wandelroute maakt deel uit van het project Landgoedwandelen, een reeks wandelingen door de zogeheten landgoederenzone Zuid-Holland. 

Dit project is mogelijk gemaakt door: provincie Zuid-Holland, Erfgoedhuis Zuid-Holland, de gemeenten Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Voorschoten, Wassenaar, en het Prins Bernard Cultuurfonds Zuid-Holland.