Naar overzicht

Sjømannskirken in Rotterdam: Kerk voor Noorse zeelui

Ingrid van der Vlis
12 april 2022 — 2 reacties

Wie in Rotterdam over de Westzeedijk rijdt, komt ogen en oren te kort. De havens, het idyllisch gelegen Delfshaven, de Euromast, het almaar uitdijende Erasmus Medisch Centrum en de Kunsthal. Als je niet goed oplet, zou je zomaar een rijksmonument langs deze dijk missen. Tussen de Euromast en het Erasmus ligt de Noorse Zeemanskerk, een kopie van een zestiende-eeuwse Noorse dorpskerk – volledig van hout.

Zeemansmissie

De Sjømannskirken (letterlijk: Zeemanskerk) is van de Zeemansmissie uit Noorwegen, een organisatie die zich bekommert om Noorse zeelieden over de hele wereld. In 1876 arriveerde de door de Zeemansmissie uitgezonden dominee Jonas Dahl in Amsterdam, waar hij op Eerste Pinksterdag een luthers-protestantse preek hield in de Koepelkerk. De Noren waren opgetrommeld van de acht schepen die op dat moment in de Amsterdamse haven lagen. Dahl kreeg het in de jaren daarna almaar drukker, want ook in Harlingen, Schiedam, Den Helder en Rotterdam gingen Noorse schepen voor anker of waren Noren in de havens aan het werk. Versterking was noodzakelijk. Die kwam er toen Jens Andreas Saxe met zijn kersverse echtgenote in 1906 vanuit Noorwegen naar Rotterdam verhuisde om ook daar een (kerkelijk) thuis voor de zeelui te bieden, met deze bijzondere houten kerk als gevolg.

Zeevarenden waren het gewend om lang van huis te zijn, maanden tot soms een jaar. Ze waren dan niet altijd op zee. Als ze aan het eind van de negentiende eeuw in de Rotterdamse haven lagen, duurde het ook weer lang tot er gelost en geladen was. De Zeemanskerk bood dan een vertrouwde plek voor wie huis en haard in Noorwegen miste. Het ging daarbij om honderden schepen die jaarlijks de Rotterdamse havens aandeden. Om hen allemaal te kunnen bezoeken, kreeg dominee Saxe een door de Zeemansmissie betaald schip, de ‘Missieboot’. Die was ook wel nodig omdat lang niet alle mannen op zondagochtend stonden te trappelen om naar de kerk te gaan. Als de dominee persoonlijk langskwam, werd het toch een stuk lastiger om ‘nee’ te zeggen.

De kerk is ruim honderd jaar later nog altijd in gebruik bij de Noorse Zeemansmissie, tegenwoordig bekend als Norwegian Church Abroad. Vanuit Noorwegen worden enkele betaalde krachten uitgezonden, zoals de dominee en andere kerkelijke medewerkers. Vooral in Rotterdam is er door bezuinigingen de laatste jaren steeds meer werk terechtgekomen bij vrijwilligers die de dagelijkse gang van zaken rondom de kerk regelen, zoals onderhoud en verhuur.

Kunstschilder Domenico Erdmann zorgde in 1914 voor de rijke versiering in de Noorse Zeemanskerk. (Foto Marco Zwinkels)

Opgehaald met bussen

Ingunn Reinke is een van de vrijwilligers die hier wekelijks bijeenkomt om allerhande klussen te doen. ‘Ik werkte bij Scandinavian Airlines in Kopenhagen, en daar leerde ik mijn toekomstige – Rotterdamse – man kennen. Eenmaal hier ging ik ook wel bij de Sjømannskirken langs. In 1998 werd ik secretaris van de kerk. Toen ik hier kwam werken, was de kerk nog volop in bedrijf. Met bussen werden de zeelieden opgehaald bij hun schepen, zodat zij voor een maaltijd, een goed gesprek of een kerkdienst aan de wal langs konden komen. Er werd minstens eenmaal in de week gekookt, er waren Noorse kranten en er was een bibliotheek. Dit laatste is er trouwens nog. Vanuit de Zeemanskerk gingen we niet met de Bijbel onder de arm naar de schepen toe, dat was ook toen al niet zo belangrijk – het was geen missiewerk. De Zeemanskerk heeft altijd een maatschappelijke functie gehad, niet alleen een religieuze. Er zijn nu nog 27 Noorse zeemanskerken verspreid over de hele wereld, maar de onze is de mooiste. Het is ook nog eens het grootste houten gebouw van Nederland. Dat hout is trouwens ook een last, want het is enorm duur in onderhoud.’

De Noorse overheid zorgde via de Zeemansmissie ook voor damage control, want veel zeelieden bleken slecht bestand tegen alle verlokkingen aan de wal. Katendrecht, drank en vrouwen – alle stereotypen waren evengoed op Noorse zeelui van toepassing. Hier waren een Noorse dominee en een Noorse gemeenschap die zich over hen konden ontfermen. Dat is trouwens geen typisch Noorse activiteit. Meer Scandinavische landen zorgen voor hun onderdanen in Rotterdam; op korte afstand zijn ook een Deense en een Finse kerk te vinden.

Ingunn Reinke, vrijwilligster bij de Noorse Zeemanskerk. (Foto Marco Zwinkels)

Houten kerk

Pastoor Saxe was de drijvende kracht achter een eigen kerk, die in 1914 daadwerkelijk kon worden opgericht. Hout en timmerlieden kwamen uit Noorwegen om een eigen Noorse stek in Rotterdam te realiseren met een kerk, een grote zaal en woonruimte voor de dominee en zijn personeel ineen. ‘Dat was trouwens nog niet op de plek waar de kerk nu staat’, preciseert Ingunn Reinke. ‘Het gebouw stond eerst 170 meter verder naar het westen, daar waar in de jaren dertig de ingang voor de Maastunnel aangelegd werd. Het pand verhuisde in 1937 naar deze locatie.’ Na de verhuizing was de Sjømannskirken nog niet van alle zorgen af. In 1941 viel een brandbom op de pastorie, waardoor deze volledig afbrandde. De kerkzaal zelf bleef gespaard, maar het duurde nog jaren voordat het complex weer in oude glorie was hersteld.

Interieur

Zo uniek als de kerk er aan de buitenzijde uitziet, zo rijk is ook het interieur. De kerk is van top tot teen beschilderd in warme kleuren, nog eens versterkt door het licht dat door het gebrandschilderd glas binnenvalt. In de jaren dertig kreeg de kerk een eeuwenoude preekstoel in Noors houtsnijwerk, een nieuw altaar en een marmeren doopvont, allemaal schenkingen van begunstigers van de Zeemansmissie. Rechts van het altaar hangt nog altijd een bekend attribuut voor zeemanskerken: een zeilschip. Ingunn Reinke: ‘Dat de kerk ook op de wanden en plafonds zo rijkversierd is, heeft ze aan de eerste pastoor te danken. Toen het complex in 1914 gereed was, woonde kunstschilder Domenico Erdmann met zijn gezin tijdelijk in de kerk. In ruil voor de drie maanden kost en inwoning die hij ontving, versierde Erdmann de kerk veel uitbundiger dan je normaal gesproken zou verwachten. Als dank portretteerde de kunstenaar dominee Saxe als de apostel Thaddeus.’ Saxe is niet de enige naar het leven geschilderde persoon, want ook de zeer betrokken Rotterdamse burgemeester A.R. Zimmermann en Erdmann zelf sieren als apostelen het plafond.

Op 26 juli 1914 werd de kerk ingewijd met een vijf dagen durend feest. De eigen kerk was een flinke impuls voor de Rotterdams-Noorse gemeenschap, die tot in de jaren zestig continu groeide, mede door de vele Noorse rederijen en bedrijven in de haven. De nationale feestdag op 17 mei ter viering van het moment waarop de Noorse grondwet in 1814 tot stand kwam, kon ieder jaar op meer belangstelling rekenen. Zodra in de jaren zeventig Europoort openging, trokken de meeste schepen echter daarnaartoe en kwamen er geleidelijk aan minder Noren bij de Zeemanskerk terecht. De feestdagen bleven, maar werden minder massaal bezocht.

Cultureel erfgoed

Noren weten de kerk nog steeds te vinden, aldus Ingunn Reinke. ‘Mensen komen hier met allerlei vragen, ook bijvoorbeeld over hun pensioen. Want hoe zit dat precies in elkaar als je zowel voor Nederlandse, Engelse en Noorse rederijen gevaren hebt? Dat alles neemt niet weg dat de functie als “Noors baken” geleidelijk aan minder is geworden. Zeelui kunnen nu met het vliegtuig snel en goedkoop naar huis; met telefoons, computers en sociale media hoef je Noorwegen nauwelijks te missen. Vanuit de kerk wordt nog wel naar de havens gegaan, maar daarvoor zijn nu nog maar twee mensen aangesteld. En zij bedienen de hele kust van Den Helder tot in België.’

Meer dan zeelui komen er nu studenten langs. In heel het land zijn ca. 600 Noorse studenten, waarvan ongeveer de helft in de Rotterdamse regio. Hier kunnen ze samen koken, en – niet onbelangrijk – mogelijk woonruimte vinden. Enkele Noorse studenten huren kamers op de bovenverdieping, een ruimte die vroeger onderdeel was van de woning van de dominee, de huismeester en de huishoudster.

De religieuze inbreng wordt almaar kleiner, maar de vrijwilligers doen hard hun best om ook dat erfgoed in stand te houden. Ingunn Reinke: ‘We zijn nu bezig om er een Noors-Nederlands Cultuurhuis van te maken. Dan kunnen we nog meer dan we nu al doen ook concerten organiseren, en op diverse manieren het unieke complex openstellen voor belangstellenden. Maar we willen ook dat de kerk als zodanig blijft bestaan. Er worden kinderen gedoopt, er wordt getrouwd en ook uitvaarten worden vanuit de kerk gedaan. Als trouwlocatie is de kerk zelfs extra in trek. Mensen nemen dan wel zelf hun pastoor mee, want de Zeemanskerk heeft nog maar één pastoor die verantwoordelijk is voor de hele Benelux, dus ook voor de kerken in Antwerpen en Luxemburg. Hij houdt in Rotterdam nog eenmaal in de maand een dienst op zondag, in het Noors uiteraard.’

Kerstfeest

Een van de belangrijkste taken van de vrijwilligers is het binnenhalen van voldoende geld om het monument te onderhouden. Met een Dagclub (dames senioren) en een Nachtclub (van 25 tot 75 jaar oud) wordt er het jaar rond gehandwerkt. De naam ‘Nachtclub’ is ontstaan toen vrouwen wel wilden meehelpen, maar dat door fulltimebanen alleen in de avonduren konden doen. De gemaakte Noorse creaties zijn jaarlijks te koop op de bazaar, een traditie die al uit 1924 stamt. Twee weekenden lang wordt de kerk omgetoverd tot een Noorse kerstmarkt, met kraampjes en verkopers in traditionele kledij. Bezoek dat dan binnenkomt, is volgens Ingunn Reinke van levensbelang. ‘De Noorse gemeenschap in heel Nederland telt ca. 4000 mensen. We hebben ook Nederlandse geïnteresseerden nodig om de kerk in stand te houden. Met deze bazaar bieden wij een sfeervolle inkijk in het traditionele Noorse kerstfeest en halen we geld op voor de kerk. Het houtsnijwerk, de houten buitenzijde… Die zijn prachtig, maar enorm arbeidsintensief en duur in het onderhoud.’

Meer weten?

Een klein stukje Noorwegen in Nederland. De Noorse Zeemanskerk in Rotterdam (Rotterdam 2014) van Ole Andreas Holen verhaalt de geschiedenis van de kerk. Te koop in de Sjømannskirken op dinsdagmiddag, tijdens Open Monumentendagen of de kerstmarkt.

Foto header: Marco Zwinkels

Sjømannskirken Westzeedijk 300 3016 AP Rotterdam Toon route in Google Maps
Over de auteur

Ingrid van der Vlis is historicus en werkt voor haar eigen onderzoeksbureau Tijdelijk. Zij schreef boeken over verschillende weeshuizen en publiceerde veel over Delft. Zowel de lijvige stadsgeschiedenis vanaf 1795, Vooruit met veel verleden, als diezelfde historie in pocketformaat: De kleine geschiedenis van Delft voor dummies. Ook schreef zij ruim 50 Bevrijdingsbulletins over alles waar mensen dat eerste jaar na de Tweede Wereldoorlog mee te maken kregen in Delft.

2 reacties

Cornelis van der Doef 19 juli 2022

Een mooie bijdrage aan de maritieme geschiedenis van Delfshaven.

Evelien Schenkel 20 juli 2023

Een heel mooi plek ! wat een verassing.

Plaats een reactie

Verzenden

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.