Al verder wandelend moet je vooral die rijke historie op je in laten werken. De prediker Willibrord stichtte hier in de buurt al rond 700 een kerkje dat in 1261 was uitgegroeid tot de Abdij van Leeuwenhorst. Na de verwoesting in de Tachtigjarige Oorlog werd dit een ‘buitenplaats’ voor gefortuneerden die ‘s zomers de ongezonde stad ontvluchtten. Zoals de Dijckenburch zich nu in de vijver spiegelt, zo zagen deze welgestelden het ook! Alleen mocht het gewone volk hier toen natuurlijk niet komen.
Vanaf de zeventiende eeuw werd het landgoed na iedere verkoop verder verfraaid en kreeg steeds meer allure. Er kwam een omhaagde tuin met beelden in nissen, fraai gesnoeide heggen en ‘Franse’ pilaarvormige struiken. Er volgden ‘boomgaarden, Laanen, Cingels bepootingen en de beplantingen’. Overal in het bos zie je nog resten van vroeger. Zoals de aarden wallen die vroegere veldjes een akkertjes omzoomden. Met de uitkijkheuvel en de tuin waar die op uitkijkt naderde het landgoed omstreeks 1800 zijn vervolmaking.
In de twee eeuwen daarna trad er een langzaam voortschrijdend verval in. Wisselende eigenaren, brand en oorlog trokken hun sporen over het landgoed. Op dit moment wordt het parkachtige deel rond de Spiegelvijver in zijn oude luister hersteld. Het schelpenpad, de lage rododendrons: het doet allemaal nog kakelvers aan. Nog een paar jaar en dan is het hier weer zoals in lang vervlogen tijden. In andere delen van het bos laat het Zuid-Hollands Landschap de natuur juist ongestoord zijn gang gaan. Hier is het niet de mens die het landschap vormt, maar schapen die er in de winter grazen. Dat zorgt voor de grote diversiteit aan planten.
Het is het dubbele gezicht van Nieuw Leeuwenhorst, dat dit gebied zo interessant maakt voor een lekkere wandeling.