Naar overzicht

Het Oranjehotel in Scheveningen

Dineke Mulock Houwer
— 3 reacties

Het Oranjehotel is de geuzennaam van de Duitse gevangenis in Scheveningen gedurende de bezettingstijd. Het is een complex van cellenbarakken dat in 1918 is gebouwd op het terrein van de uit 1900 stammende strafgevangenis, gelegen tegen de duinen.

Voor de Duitse bezettingsmacht in de periode 1940-1945 was deze gevangenis, gelegen in het bestuurlijk centrum van Nederland, van strategisch belang. Het was een zogenaamde Polizeigefängnis waar minstens 25.000 mensen, die volgens de Duitsers op een of andere manier verzet hadden gepleegd of Deutschfeindlich werden geacht, werden opgesloten. Het doel van de opsluiting was vooral onderzoek, verhoor en berechting door de rechtbanken van de nazi’s. Daarmee diende het Oranjehotel primair als Untersuchungsgefängnis voor de in de ogen van de bezetter gevaarlijke groep van verzetsmensen.

Leven en lijden in het Oranjehotel

De cellenbarakken bevatten 7 gangen met totaal 500 cellen en een aantal andere ruimtes. De afmeting van de cellen waren voor die tijd al aan de kleine kant, 1,9 bij 3,7 meter en de cellen hadden alleen een hoog raam. Er stond één bed, een klaptafeltje en een toiletemmer. Tijdens de bezetting zaten bijna altijd meerdere gevangenen in een cel. Soms waren er 1500 gevangen tegelijk in de barakken ondergebracht.

Het dagelijks leven was hard en aan strenge regels gebonden. Gevangenen zaten in grote onzekerheid en leefden in een sfeer van beklemmende angst, omdat het onderzoek en de verhoren konden leiden tot deportatie naar een concentratiekamp of de doodstraf.

De meeste Duitse vonnissen waren totaal niet in overeenstemming met de gebruikelijke rechtsnormen. Zo werden het helpen van onderduikers, het uitgeven en rondbrengen van illegale kranten en het luisteren naar de Engelse radio gezien als misdaden van verzet. Daarvoor werden strenge veroordelingen uitgesproken. Nog strengere straffen stonden er op het helpen van geheime agenten en het plegen van overvallen en aanslagen.

Een cellengang van het Oranjehotel (Bron: E.P. Weber, Gedenkboek van het Oranjehotel, 1946)

Er zat een grote verscheidenheid aan mensen in het Oranjehotel: politici, communisten, studenten, arbeiders, ondernemers en intellectuelen. De verschillen in achtergronden en opvattingen van celgenoten waren soms groot. Toch was er grote saamhorigheid en bleef er een geest van verzet. Gevangenen gaven uiting aan hun gevoelens van vertrouwen, vastberadenheid, vaderlandsliefde en geloof maar ook van wanhoop en angst door het kerven van teksten en tekens in de muren van de cel. De creativiteit was groot: door het boren van gaatjes en via klopsignalen op de verwarmingsbuizen communiceerde men met elkaar, zo weten we uit verhalen van oud-gevangenen.

Veel geheim agenten, Engelandvaarders en bekende verzetsmensen kwamen in het Oranjehotel terecht, onder wie Bernard IJzerdraat van De Geuzen, de eerste Nederlandse verzetsgroep, de leden van de Stijkelgroep, Titus Brandsma, Pim Boellaard, Ruurd Cleveringa, 'Soldaat van Oranje' Erik Hazelhoff Roelfzema, Stuuf Wiardi Beckman, Ben Telders en George Maduro. De gevangenis kreeg in de volksmond de naam Oranjehotel. Inmiddels legendarisch zijn de woorden die op een nacht in 1941 op de buitenkant van de gevangenismuur werden geschilderd: ”In deze bajes zit geen gajes, maar Hollands glorie potverdorie”.

Het vonnis: de verzetsroute en de executies

Het onderzoek en de langdurige verhoren waren soms zeer gewelddadig zodat gevangenen vaak gebroken in hun cel terugkeerden. SS-ers en medewerkers van de Sicherheitsdienst (SD) wilden juist bij deze verzetsmensen weten wat ze gedaan hadden en welke namen van medestrijders ze konden noemen. Velen werden veroordeeld tot een verblijf van maanden of jaren in Duitse tuchthuizen of concentratiekampen. Deze veroordeelden werden dan via het poortje van de gevangenis in vrachtwagens geduwd en gedeporteerd naar concentratiekampen zoals Amersfoort of Vught. Voor velen was dat het begin van een lange route langs kampen in Nederland en vervolgens in Duitsland of Polen, hun zogenoemde Verzetsroute.

Deportatie van Geuzen uit het Oranjehotel, april 1941. (Fotograaf onbekend, Streekmuseum Jan Anderson)

Voor de gevangenen die werden veroordeeld tot de doodstraf was iedere hoop in een klap verdwenen. Voor de meesten betekende dit dat ze nog eén nacht of hooguit enkele dagen doorbrachten in de zogenoemde doodencellen, gelegen in de middelste gang in het verlengde van het genoemde poortje. Vandaaruit werden enkelen alsnog op transport gezet om elders geëxecuteerd te worden.

De meesten werden ‘s ochtends vroeg met vrachtwagens naar de Waalsdorpervlakte gebracht, in de duinen aan de overzijde van het Oranjehotel, en daar gefusilleerd opdat niemand het zou horen of zien. Dit gebeurde met ruim 210 gevangenen van het Oranjehotel, waaronder 15 leden van de Geuzen. Deze gebeurtenis inspireerde Jan Campert tot zijn beroemd geworden gedicht over de 18 doden: “…..wij waren 18 in getal, geen zou den avond zien.”

De naoorlogse periode

Na de bevrijding in mei 1945 werd de leiding van de cellenbarakken in handen gelegd van het Nederlandse leger in de persoon van Majoor Weber. Na vrijlating van de gevangenen werd het complex lange tijd gebruikt in het kader van de Bijzondere Rechtspleging, waarbij Duitse oorlogsmisdadigers, maar ook Nederlandse collaborateurs en NSB-ers werden berecht. Tegelijkertijd werd gewerkt aan het herstel van het Oranjehotel tot 'gewone' gevangenis.

Majoor Weber speelde een belangrijke rol bij het bewaren van de oorlogsgeschiedenis van het Oranjehotel. Hij stelde een boek samen op basis van persoonlijke verhalen van gevangenen, die hij in 1945 en 1946 verzamelde: het Gedenkboek van het Oranjehotel. Ook werden de monumentale Doodenboeken samengesteld, als eerbetoon aan ruim 730 gevangenen die in de oorlog hun leven gegeven hadden. Weber werd ook voorzitter van het Comité Oranjehotel, dat werd opgericht om de belangen van oud-gevangenen en nabestaanden te behartigen en dat zich inzette het Oranjehotel te behouden als oorlogsmonument. Uiteindelijk werd besloten het poortje, dat van grote betekenis was in de verhalen van gevangenen, en een van de doodencellen, Cel 601, als monumenten in authentieke staat te bewaren en om jaarlijks een herdenkingsbijeenkomst te houden. De Stichting Oranjehotel is de opvolger van dit Comité en organiseert sinds 1946 jaarlijks op de laatste zaterdag van september of de eerste zaterdag van oktober een herdenkingsbijeenkomst voor oud-gevangenen, nabestaanden, autoriteiten en belangstellenden.

Na de bevrijding in mei 1945 werd de leiding van de cellenbarakken in handen gelegd van het Nederlandse leger in de persoon van Majoor Weber. Na vrijlating van de gevangenen werd het complex lange tijd gebruikt in het kader van de Bijzondere Rechtspleging, waarbij Duitse oorlogsmisdadigers, maar ook Nederlandse collaborateurs en NSB-ers werden berecht. Tegelijkertijd werd gewerkt aan het herstel van het Oranjehotel tot 'gewone' gevangenis.

Omdat het gevangeniscomplex inmiddels weer gebruikt werd voor Nederlandse gevangenen met het bijbehorende beveiligingsbeleid was het Oranjehotel met het poortje en Doodencel 601 niet toegankelijk voor publiek, met uitzondering van de jaarlijkse herdenkingsbijeenkomst. Het complex met de cellenblokken bleef de naam Oranjehotel dragen maar bleef verscholen achter de hoge gevangenismuur. Er werd geen publiciteit gezocht en ook werd niet nagedacht over activiteiten tot behoud van het monument in de toekomst. Dat veranderde in 2009, toen werd besloten de cellenbarakken in de Scheveningse gevangenis te sluiten vanwege overcapaciteit.

Het Poortje in de buitenmuur van de gevangenis (Foto: Stichting Oranjehotel)

Een nieuwe fase, behoud en renovatie

Dat was het signaal voor het bestuur van de Stichting Oranjehotel een project te starten voor behoud en renovatie van het Oranjehotel als een uniek monument, dat naast de historische betekenis als erfgoed van de Tweede Wereldoorlog en symbool van het verzet ook een belangrijke actuele boodschap uitdraagt, namelijk het belang van een onafhankelijk rechtssysteem voor vrijheid en vrede.

Het doel was het tot stand brengen van een Herinneringscentrum vergelijkbaar met die in Amersfoort, Vught en Westerbork. In de jaren 2013 t/m 2016 zijn toezeggingen voor substantiële financiële steun verworven van de Rijksoverheid, de gemeente Den Haag, de provincie Zuid-Holland , het vfonds en vele andere fondsen en instellingen. Aansluiting werd gezocht met een aantal verwante Haagse instellingen op het terrein van Vrede en Recht. Met de musea Museon en het Haags Historisch Museum werd eind 2015 een samenwerkingsbijeenkomst gesloten.

Herinneringscentrum Oranjehotel

Er wordt nu hard gewerkt aan de totstandkoming van een Herinneringscentrum, dat voor een belangrijk deel zal worden gevormd door 7 cellengangen met (deels) in authentieke staat teruggebrachte cellen, waaronder de genoemde Doodencel 601 en het Poortje. Daarnaast worden educatieve ruimtes en een herdenkingsruimte ingericht. Ook zullen, in samenwerking met andere musea en herinneringscentra, tijdelijke tentoonstellingen worden georganiseerd. Er zal informatie verschaft worden over de geschiedenis van de tweede wereldoorlog en van het Oranjehotel, over maatschappelijke en politieke vraagstukken van vrede en recht, democratie, verdraagzaamheid, solidariteit en maatschappelijke verantwoordelijkheid.

Doodencel 601 (Foto: Stichting Oranjehotel)

Buiten de gevangenismuur zal ter hoogte van het Poortje, in de duinrand een monument worden geplaatst dat de verbinding legt naar de Waalsdorpervlakte, de fusilladeplaats van het Oranjehotel. Op 3 mei 1946, tijdens de eerste Nationale dodenherdenking, werd de route tussen deze beide historisch verbonden plaatsen voor het eerst door een grote groep mensen in vrijheid afgelegd.

Juist door de ligging in Den Haag, internationale stad van vrede en recht in de onmiddellijke nabijheid van het Internationaal Strafhof en het Vredespaleis, wordt een verbinding gelegd tussen het oorlogserfgoed van onrecht en onderdrukking en het belang van recht en vrede in de wereld. Deze doelstelling en inhoud zijn belangrijk voor nationale en internationale bezoekers. Naar verwachting wordt het Herinneringscentrum Oranjehotel eind 2018 geopend.

Een kaart met de locatie van het Oranjehotel aangegeven.

Geschiedschrijving

Tot slot wordt gewerkt aan een publicatie over het Oranjehotel. Ondanks de vele persoonlijke verhalen over het Oranjehotel is over sommige aspecten van het complex maar weinig bekend. Zo is er nog steeds geen volledig overzicht van de namen van de ruim 25.000 gevangenen die er gevangen gezeten hebben. In opdracht van de Stichting Oranjehotel onderzoekt Bas von Benda Beckmann, verbonden aan het NIOD, de rol van het Oranjehotel in het Duitse vervolgingsbeleid en wat het betekende om er gevangen te zitten.

In het kader van dit onderzoek worden ook enkele archieven van het NIOD en het Nederlandse Rode Kruis gedigitaliseerd. Ook wordt aandacht besteed aan de dagelijkse gang van zaken in de gevangenis, de omgang van bewakers met Nederlandse gevangenen, de contacten tussen gevangenen onderling en de rechtsgang. Daarnaast worden de levensgeschiedenissen van een aantal gevangenen, bewakers en betrokken SD-ers in beeld gebracht. Deze publicatie is voorzien voor het voorjaar van 2018.

Monument op de Waalsdorpervlakte (Foto: Stichting Oranjehotel)
Over de auteur

Dineke werkt voor de Stichting Oranjehotel. Zij is sinds 2008 voorzitter van het bestuur van stichting Oranjehotel.

3 reacties

Astrid Brongers 20 mei 2023

Eerst wordt mijn oma, God hebbe haar ziel, gevangen gezet in deze Polizeigefängnis. Dan weet Johannes (Hans) Munt, het hoofd van de Sicherheitsdienst in Den Haag, haar vrij te krijgen, en vervolgens zit hij na de oorlog zelf gevangen in dezelfde gevangenis. Munt liet wel vaker mensen vrij, maar dat is in de loop der jaren ondergesneeuwd. Bijna niemand die dat nu nog weet.

Piet jongmans 03 juni 2023

Mijn vader heeft ook een aantal weken gevangen gezeten Piet Jongmans

Arie Lakwijk 03 november 2024

Goedemorgen, Volgens oude verhalen heeft mijn vader in het oranje hotel gezeten. Mijn vader; A.G. Lakwijk, geboren in Den Haag 27-9-1918. Zijn hier gegevens van bekend? Mvg. A. Lakwijk (zoon)

Redactie 04 november 2024

Beste heer Lakwijk, 

U zou eens kunnen kijken in het digitaal namenregister van het Nationaal monument Oranjehotel, via deze link:

https://www.oranjehotel.org/nl/bezoek/namenregister/

Plaats een reactie

Verzenden

Ontdek meer

Heb jij een verhaal over de Zuid-Hollandse geschiedenis?

Welk verhaal mag volgens jou niet ontbreken op deze website? Deel je verhaal of tip met de redactie! Lees de voorwaarden en tips voor het schrijven van een verhaal.

Ontvang de laatste verhalen in je mailbox

Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe publicaties? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief!

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.