Naar overzicht

Willem Waltman: 'Ik draaide weleens met twee molens tegelijk'

Marloes Wellenberg
18 september 2021

Willem Waltman is sinds 1996 beroepsmolenaar op de Molenviergang in Aarlanderveen en werkt als molenmaker bij de firma Verbij in Hoogmade. Hij was al vroeg in zijn jeugd gek van molens en leerde het vak op de Stevenshofjesmolen in Leiden.

Waltman groeide op in het buitengebied van Voorschoten. “Vanuit ons huis kon je over het land de molen van de Stevenshofjespolder zien. Die staat nu helemaal ingebouwd in een nieuwbouwwijk van Leiden. Ik kon nog maar net over de vensterbank heen kijken, toen schoof ik al de plantjes opzij, want ik moest die molen zien die in de verte stond te draaien. Dat had zo’n enorme aantrekkingskracht op mij. Dat is eigenlijk nooit meer overgegaan.”

Van de molenaar van de Stevenshofjesmolen kregen Willem en zijn oudere broer Teun al vroeg alle vrijheid om met de molen te malen. “De molenaar, Arie van der Ham, had een boerenbedrijf ernaast, Dus dan spanden we de molen in en als het goed weer was, gingen we terug naar de boerderij, want je blijft niet de hele dag bij die molen zitten. Die molen redt zich wel. Dat is nu ondenkbaar, je mag nu niet bij een molen vandaan als die draait.” Van der Ham kon ook kritisch zijn, want het water moest wel uit de polder. “Als je vier, vijf keer op een middag de molen stilzette terwijl het eigenlijk niet nodig was, dan kreeg je een hevige uitbrander. (…) Dan kon je net zo goed thuisblijven, want daar had hij niks aan. Dus op die manier heb ik het geleerd. Daar ben ik die man nog steeds dankbaar voor, al leeft hij allang niet meer.”

Waltman herinnert zich sommige uitdrukkingen van Van der Ham nog goed. “Hij zei bijvoorbeeld: ‘De lucht is ree.’ Dat betekent zoiets als ‘de lucht is gehorig.’ Dan hoor je voordat de wind gaat ruimen of krimpen al het geluid ervan. Dan waren we op het land bezig. De molen draaide. Dan zei hij: ‘Jongentje, ga gauw naar de molen, want ik hoor de wegt!’ Dat was ook zo’n ouderwetse uitdrukking, ‘de wegt’ in plaats van ‘de weg.’ Daar bedoelde hij de rijksweg van Amsterdam naar Den Haag mee, die vlakbij de Stevenshofjesmolen loopt. Met andere woorden: De wind gaat om. Je kon er bijna vergif op innemen dat dat binnen een kwartier gebeurde. Dat heb ik hier ook wel. Dan hoor ik ’s avonds laat de klok van het kerkje in Zwammerdam slaan, dan denk ik: de wind gaat krimpen, we krijgen regen!”

Willem Waltman in de Stevenshofjesmolen, 1979 (Foto: Rob ten Broek fotografie)

Naast de Stevenshofjesmolen werkte Waltman door de jaren heen als vrijwillig molenaar op een groot aantal poldermolens, zoals de Hoop Doet Leven in Rijnsburg (nu Voorhout), de Zuidwijkse Molen in Wassenaar, de Oudenhofmolen in Oegstgeest, de Zelden van Passe in Hazerswoude en de molendriegang in Leidschendam. Ook was hij een tijdje actief op zaagmolen de Heesterboom in Leiden. “Dan spande ik op zaterdagochtend eerst De Stevenshof in en daarna ging ik naar de Heesterboom. Vanaf de krukzolder kon ik De Stevenshof dan net zien, dus ik hield het wel in de gaten, wetende dat de molenaar op de boerderij de molen ook wel in gaten hield, natuurlijk. Ik draaide dus weleens met twee molens tegelijk.” Ook korenmolens hebben geen geheimen voor Waltman. Hij maalde een periode op korenmolen Nieuw Leven in Hazerswoude, waar hij meel aan diverse bakkers leverde. “Laat ik het zo zeggen: “Ik kan een zakje meel malen.”

In 1996 werd hij beroepsmolenaar op de Ondermolen in Aarlanderveen, waar toen een positie vrijkwam. “Ik heb gesolliciteerd en ik ben het geworden. (…) Ik had nooit gedacht dat het nog een keer op mijn pad zou komen, maar uiteindelijk hebben mijn vrouw en ik samen de sprong gewaagd en gezegd: ‘We gaan ervoor!’

Hij kan het werk op de molen combineren met zijn werk als molenmaker bij Verbij en is daar heel blij mee. “Kijk, ik ben voor 53% in dienst bij het hoogheemraadschap. Het is heel simpel, van dat salaris kun je niet leven. (…) Dus je moet er werk naast hebben, maar dan niet zomaar een baan, werk dat erbij past. Want als er morgenavond een onweersbui valt met 40 mm neerslag, dan bel ik maandagochtend de zaak en dan zeg ik: “Ik ben er vandaag niet.” Dan zeggen ze op de zaak: “O ja, dat klopt. Willem is er niet, het heeft geregend.” “Het vraagt behoorlijk wat flexibiliteit, maar op die manier draagt Verbij bij aan het in werking houden van de molenviergang”.

Over de auteur

Marloes Wellenberg is historicus en werkt als adviseur voor Erfgoedhuis Zuid-Holland. Zij werkte mee aan onder meer de Canon van Zuid-Holland. Zuid-Holland in 50 verhalen (2011), de Atlas van de Trekvaarten in Zuid-Holland (2021) en is projectleider van het oral historyproject Molenverhalen, dat tot doel heeft het dagelijks leven en werken op de Zuid-Hollandse poldermolens vast te leggen.

0 reacties

Plaats een reactie

Verzenden

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.