Zeshonderd jaar oud is dit jaar de fatale ramp die de Grote of Zuid-Hollandse Waard grotendeels heeft verzwolgen. Bijna zeshonderd jaar oud zijn ook de (niet zelden speculatieve) pogingen om in kaart te brengen – soms overdrachtelijk, soms letterlijk – wat er precies met de Sint-Elisabethsvloed teloor is gegaan.
Hoewel onze kennis van het gebied de laatste decennia reeds sterk is verbeterd, verschijnen er mede door archeologisch onderzoek nog altijd nieuwe aanknopingspunten. De hier gepubliceerde kaart is een poging een synthese te bieden van de beschikbare kennis van het gebied en een aanscherping van eerdere reconstructies. Daarbij wordt aansluiting gezocht bij recente GIS-reconstructies (een geografisch informatiesysteem, een informatiesysteem waarmee ruimtelijke gegevens of informatie over geografische objecten, zogeheten geo-informatie kan worden opgeslagen, beheerd, bewerkt, geanalyseerd, geïntegreerd en gepresenteerd, red.) van lokale administratief-juridische grenzen voor de laatmiddeleeuwse Nederlanden van mijn hand. In deze begeleidende tekst passeren de belangrijkste afwegingen bij de totstandkoming van de reconstructie de revue; een meer uitgebreide verantwoording zal te vinden zijn via de link onder dit artikel, waar tevens de GIS-bestanden vrij toegankelijk worden aangeboden.
Het studiegebied betreft het dekenaat Zuid-Holland van het middeleeuwse bisdom Utrecht, de direct ten oosten daarvan gelegen delen van het Land van Heusden en Altena, en de direct ten zuiden in het bisdom Luik gelegen delen van het Graafschap Holland. De keuze voor deze kerkelijke administratieve eenheid komt voort uit de mogelijkheid om, middels de bisschoppelijke administratie, het bestaan en naamgeving van de parochies nauwgezet door de tijd heen te volgen. Waterstaatkundig beslaat het studiegebied de Grote Waard zelf, dat ook de Dordtse,Tieselens-, Arnts-, en Voornsaterwaard omvat, en verder de Zwijndrechtse, Rieder-, en (deels) de Alblasserwaard. Het Land van Heusden en Altena, evenals de Langstraat, blijven grotendeels buiten beschouwing in deze begeleidende tekst. Buiten het studiegebied is geen poging gedaan om de situatie in 1421 correct weer te geven is en is teruggegrepen op de situatie rond 1500.
Landschap
De reconstructie van de Grote Waard vangt aan met het landschap zelf, dat stapsgewijs is opgebouwd. De basis wordt gevormd door het 16de-eeuwse landschap, dat redelijk nauwkeurig is te reconstrueren door de rijke hoeveelheid aan cartografisch materiaal voor de Biesbosch uit die periode te koppelen aan 19de- en 20ste-eeuwse topografische kaarten. Vervolgens is met behulp van ondergrondmodellen op basis van grondboringen de loop van de verdwenen stroomruggen en rivierbeddingen vóór de Sint-Elisabethsvloed bepaald. Opvallend is daarbij dat de hier gereconstrueerde beddingen op enkele details afwijken van de meest gangbare en recente reconstructies. Zo is direct ten westen van de Dubbel een tweede, mogelijk reeds lang verlande rivierloop ingetekend die geheel binnen de Tieselenswaard moet hebben gelegen.
Een punt dat vrijwel zeker verbetering behoeft zijn de bedijkingen, die na enige twijfel toch zijn opgenomen op de kaart (waarbij met kleur onderscheid is aangebracht tussen bestaande en geprojecteerde dijkdelen). De nu weergegeven stand van zaken is nauwelijks meer dan een samenvoeging van de kaarten van Rheineck Leyssius en Beekman en Renes, en enkele eigen bevindingen.
Nederzettingen
De reconstructie van de verdronken plaatsen in de Grote Waard begint met het strikt onderscheiden van de kerkelijke en administratief-juridische indeling van het landschap, hetgeen in het verleden tot veel verwarring heeft geleid. Juist de kerkelijke bronnen blijken enigszins orde in de chaos te kunnen scheppen. Binnen het studiegebied zijn alle parochiekerken, bij-kerken en niet-stedelijke kapellen geïdentificeerd. Ook reeds vóór 1421 verdronken parochiekerken zijn opgenomen op de kaart, omdat hun namen vaak in het landschap of in herinnering bleven voortbestaan.
Een aantal in 1421 verdronken kerkelijke nederzettingen is in de laatste jaren bij archeologisch onderzoek gelokaliseerd. Het gaat om Houweningen (AMK 10701), Kruiskerk (AMK 16174), Wolbrandskerk (AMK 16210), Leiderkerk (AMK 16176), Wieldrecht (AMK 16177), en Munsterkerk (nabij Archis 50637). Hiervan zijn Leiderkerk en Wieldrecht niet eerder expliciet aan bovengenoemde archeologische monumenten verbonden geweest, maar de identificatie volgt ondubbelzinnig uit de reconstructies van de rivierlopen van de Maas en Wiele. Kruiskerk en Wolbrandskerk zijn daarentegen regelmatig verwisseld, of verward met een van de vier naamsvarianten van de parochie Kruiskerk (1216: Dubbel; 1240-1336: Erkentrudenkerk; 1345-1421: Tolloisen (1357: “Toloysen alias Erkentrudekerc”); 1385-1418:Kruiskerk). Voor de lokalisering van Niervaart (iets noordwestelijker voortgezet als Klundert) is Herben gevolgd.
Veel andere kerken zijn slechts bij benadering te lokaliseren op basis van de geografische context, of soms doordat ze met een kruis zijn gemarkeerd op 16de-eeuwse kaarten. Voor wie wil weten welke afwegingen hieraan ten grondslag liggen, verwijs ik door naar de link onder de tekst. Tot slot is het belangrijk om te realiseren dat veel ambachten, zoals Hoekenisse en Twintighoeven, nooit een eigen kerkelijke functie hebben gehad, en misschien enkel wat verspreide bebouwing zullen hebben gekend.
Parochie- en heerlijkhedengrenzen
Het was eenvoudiger geweest een kaart van de Grote Waard zonder grenzen aan te bieden, maar alles op een rij zettend loont het toch om een revisie van de grenzen in bijvoorbeeld Beekman’s Geschiedkundige Atlas aan te bieden. In het rood zijn de parochiegrenzen aangeduid, in het grijs (enkel voor het gebied binnen de Grote Waard) de ambachtsgrenzen. Noodgedwongen gaan we er daarbij, net als voorgangers, vanuit dat de grenzen parallel liepen aan landschappelijke elementen, zoals (voormalige) rivierlopen, en daarbuiten zich vooral beperkten tot vereenvoudigde geometrische lijnen. Hoe de ambachten elkaar schetsmatig begrensden is met behulp van de leenrepertoria te achterhalen.
Voor de meer precieze lokalisering van de grenzen zijn echter aanvullende bronnen nodig. Soms bieden latere (vroeg)moderne grenzen enige houvast, maar de kern van onze aanpak wordt bepaald door lijsten met belastbare morgens (een oppervlaktemaat), die mogelijk teruggaan op een lijst uit 1300 uit het klooster Eemstein. Hoewel belastbare morgens zeker niet één-opéén overeenkomen met de totale oppervlakte van ambachten, vormen ze de beste indicaties voor hun omvang. Daarbij blijkt al snel dat verschillende streekgebonden oppervlaktematen zijn gebruikt, met een opvallend verschil ten noorden en zuiden van de Maas. Problematisch is ook dat niet voor alle ambachten morgentalen bekend zijn. Rondom de oude cultuurgronden rond Tieselenskerk, Wolbrandskerk, en Kruiskerk ontbreekt ieder spoor, hetgeen ook de reconstructie van direct aangrenzende ambachten bemoeilijkt. Niet voor niets bevatten latere kaarten juist voor deze hoek van de waard veel tegenstrijdigheden.
Gelukkig vormt de strook land langs de Merwede een aaneengesloten eenheid waarvan alle morgentalen bekend zijn, evenals de westelijke (Dordrecht), noordelijke (Merwede), en oostelijke (De Werken) grens. De zuidelijke grens (Graaf) is bovendien met behulp van gegeorefereerde 16de-eeuwse kaarten redelijk te benaderen. Hieruit volgt een verhouding van 95 morgens per vierkante kilometer, waarna het gebied naar rato in blokken kan worden opgesplitst. Ook het land begrensd door de Alm en Maas is goed af te bakenen. Tezamen geeft dit houvast voor aangrenzende ambten, zeker ten noorden van de Maas. Een tovermiddel is het echter niet. Zo bieden bijvoorbeeld zowel Eemkerk en Uit-Alm, als Made en Standhazen sterk afwijkende waarden, en meer in het westen breken ons de missende morgentalen op. De hier gepresenteerde kaart is de best passende puzzel op dit moment kon worden gemaakt, maar helemaal passend is het niet.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Holland. historisch tijdschrift, 49 53ste jaargang nr. 2, 2021. Voor bijbehorende databestanden, details over de afwegingen, en gebruikte bronnen: Stapel, R.J., ‘Reconstruction of the Grote Waard (Holland) prior to the St Elisabeth’s Flood (1421)’ (IISH Data Collection 2021)
0 reacties