Naar overzicht

Gerard Ottevanger: 'Eigen baas, maar alleen zolang het goed ging'

Marloes Wellenberg
11 juli 2019 — 1 reacties

Zijn vader werkte als molenaar op de Bovenmolen van de molenviergang in de Tweemanspolder in Zevenhuizen. Gerard Ottevanger (1952) werkte jarenlang op het Bureau Molens van de provincie Zuid-Holland. In het jaar dat hij geboren werd, is de viergang stilgezet en nam een elektrisch gemaal de functie over.

"De molenaars, dus ook mijn vader, waren 100% eigen baas, maar alleen zolang het goed ging. Want als het water op peil was, was je de beste molenaar, maar als het water te hoog stond, was het mis. (...) Het is ook wel te begrijpen, want boeren zijn net mensen. Als je boer bent en je aardappels staan te rotten op het land omdat er te veel water staat, dan zit je vol emotie. Ook een molenaarsgezin verlangt daar niet naar, want op zo’n moment had een boer wel eens de neiging om dat achter in de polder bij de molenaar af te reageren."

Om op school te komen moesten Gerard en zijn broers en zussen soms heel wat obstakels overwinnen. "[Wij] moesten over een pad met veel klei, slib, karresporen en grote kuilen. Vooral in oogsttijd was het één en al bagger. Ik kwam regelmatig met een rugtasje op school waar mijn schoenen inzaten, want ik liep met laarzen de polder uit. Vooraan in de polder woonde een boer waar mijn fiets mocht staan. Vandaaruit fietste ik dan verder naar school, want door klei en bagger heen fietsen ging natuurlijk niet."

Waterleiding en elektriciteit waren er niet. Ottevanger: "We gebruikten regenwater dat we opvingen in een put bij de schuur. (...) Ik weet nog dat de waterput in de zomer letterlijk 'uitgeput' raakte. Dan roeiden we met een roeiboot met een stuk of acht melkbussen erin naar de Hollevoeterbrug in Moerkapelle, daar mochten we bij een boer water tappen. Een intensieve klus, want het duurde wel even voordat je acht melkbussen van 40 liter per stuk gevuld had met een slangetje vanaf de kraan. (...) De heenweg ging altijd wel aardig, maar op de terugweg lag de boot zo diep dat er nog maar een stukje boord boven water stak. En als er dan een harde zuidwesterwind stond… We bleven wel aan de luwe kant roeien, maar tijdens het laatste stuk moesten we de Rotte oversteken. Dat was best weleens spannend."

Gerard Ottevanger in het Molenmuseum in Zevenhuizen (Foto Ellen Steendam)

Ottevanger ging als hovenier werken bij het Recreatieschap maar haalde ondertussen wel het diploma van het Gilde van Vrijwillige Molenaars. Via via kwam hij bij het Bureau Molens op het provinciehuis in Den Haag terecht. Eerst tijdelijk, om te helpen de molens van Kinderdijk draaiklaar te maken. Later om te assisteren met het updaten van een boek over alle molens in Zuid-Holland.Van het een kwam het ander en dat leidde uiteindelijk tot een vaste aanstelling. "Mijn jeugd op de molen en mijn molenaarschap zijn vanzelfsprekend profijtelijk geweest voor mijn werk bij het molenbureau. Voor een molenaar zijn de weersomstandigheden zijn grootste vijand óf zijn beste maatje. (...) Als kind van een molenaar leer je daar oog voor te hebben." Dat kwam van pas in Kinderdijk. "Op zo'n moment moet je voor 18 à 19 molens bepalen of de lucht die eraan komt voldoende vertrouwd is. (...) Natuurlijk schatte ik het ook wel eens verkeerd in. Wat ik bijvoorbeeld moest leren, was dat de buienontwikkeling in Kinderdijk, waar de Lek en de Noord samenkomen, net even anders is dan in Zevenhuizen."

Zijn hoveniersopleiding kwam van pas als hij met gemeentes overleg had over begroeiing en bebouwing rond de molens die de windvang belemmerden. "Dan zei [zo'n gemeente] bijvoorbeeld: 'Die boomsoort kunnen we alleen in die bepaalde maand snoeien.' Dan zei ik: 'Bedoelt u die Aesculus? Nou, dan is dat alleen in deze gemeente het geval, want in de rest van de wereld gebeurt het gewoon zus en zo.' Met die achtergrondkennis kon ik plannen beter beoordelen."

Over de auteur

Marloes Wellenberg is historicus en werkt als adviseur voor Erfgoedhuis Zuid-Holland. Zij werkte mee aan onder meer de Canon van Zuid-Holland. Zuid-Holland in 50 verhalen (2011), de Atlas van de Trekvaarten in Zuid-Holland (2021) en was projectleider van het oral historyproject Molenverhalen (2018-2022) , dat tot doel had het dagelijks leven en werken op de Zuid-Hollandse poldermolens vast te leggen.

1 reacties

N. Kreft 21 februari 2024

Met veel interesse heb ik dit verhaal over de molens van Zevenhuizen (en elders in Nederland) gelezen. Als een vorige bewoonster van Zevenhuizen, waar ik geboren ben en mijn jeugd heb doorgebracht, heeft dit artikel vele herinneringen naar boven gebracht. Als kinderen, zwemden wij in de Rotte, aan het einde van de, als ik me goed herinner, Eendrachtsdijk. We schaatsten op de Rotte als het ècht een koude winter was. En de molens waren een onderdeel van het landschap. Wat ook bijzonder is: Meneer Gerard Ottevanger was een klasgenoot op de lagere school in Zevenhuizen. Dat hij zich zo heeft ingezet voor het behoud en onderhoud van de Nederlandse molens, die over de hele wereld bekent staan en erkent worden als het onofficiele wapen van Holland, verdient respect en natuurlijk veel dank.

Plaats een reactie

Verzenden

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.