Het koloniale verleden is in Den Haag op vele manieren aanwezig, bijvoorbeeld in onze taal, muziek, eten, festivals en herdenkingen. Ook in de architectuur, zoals het voormalige Ministerie van Koloniën waar nog altijd de portretten hangen van de bestuurders van toen. De tentoonstelling Koloniaal Den Haag - Een onvoltooid verleden gaat over de rol die de regeringsstad speelde in het Nederlandse koloniale systeem.
Beslissingen met grote gevolgen
Haagse beslissingen hadden ooit grote gevolgen voor miljoenen mensen ver weg: in Indonesië, in Suriname en in de Caribische delen van het koninkrijk. Gedurende een periode van ruim drie eeuwen werden deze gebieden bestuurd vanuit één dominante drijfveer: het maximaliseren van winst. Een beleid dat gepaard ging met onderdrukking van de inheemse bevolking, rechteloosheid, geweld, slavernij en het de kop indrukken van elke vorm van verzet.
Haagse koloniale geschiedenis
Bekende personen zoals Johannes van den Bosch, die het Cultuurstelsel invoerde in Indonesië, en Tula, leider van de Curaçaose slavenopstand van 1795, worden in een nieuwe context gepresenteerd. Er is ook aandacht voor minder bekende personen. Bijvoorbeeld de tot slaaf gemaakte Virginie van Gameren, die de strijd aanging om haar vrijheid en die van haar kinderen te krijgen, en daarin gelijk kreeg van het Ministerie van Koloniën. Of Pangeran Adipati Soejono, de enige minister van Indonesische afkomst in een Nederlandse kabinet. Hij zette zich in voor meer zelfbestuur. Al deze historische personen geven de impact van het koloniale systeem gezicht.
Heden
Naast adviseurs op het gebied van koloniale geschiedenis is een groot aantal Hagenaars en Hagenezen gevraagd een bijdrage te leveren aan de tentoonstelling. Met persoonlijke objecten en familieverhalen schetsen zij een beeld van de doorwerking van het koloniaal verleden in hun persoonlijk leven, tot op de dag van vandaag. Uiteindelijk zijn we allemaal ‘erfgenaam van koloniaal Den Haag’.